Operation Manual

32
KLANTENSERVICE
0900 - 0400.672
MODEL : IPC-1A
7.5. Netwerkinstellingen
Voor de aansluiting van de bewakingscamera op een bestaand netwerk of een router moet
het netwerk worden ingesteld.
DHCP gebruiken: Als in uw netwerk een nieuw apparaat (client) automatisch kan worden
aangesloten, dan zet u hier een vinkje. Alle noodzakelijke gegevens worden dan direct van
de server of router verkregen.
Poort van de webinterface: Verbindingen in een netwerk lopen via zogenaamde ports of
poorten. Daarbij kunnen de server en elk aangesloten apparaat (client) bij een identiek
netwerkadres via verschillende poorten werken.
Als standaardwaarde is voor de bewakingscamera de waarde 80 aangegeven. Desgewenst
kan deze binnen het bereik van 1-65535 worden gewijzigd.
De poort van de webinterface dient steeds op dezelfde poort te worden ingesteld als
de externe poort voor de bewakingscamera in de router (zie paragraaf 5.8., Internet-
toegang).