Operation Manual

26
KLANTENSERVICE
0900 - 0400.672
MODEL : IPC-1A
Via de middelste knop Kalibreren wordt de camerakop opnieuw afgesteld. Klik daarvoor
eenmaal op de knop en laat de muiscursor dan zo lang op de knop tot de camerakop niet
meer beweegt. Kalibreren is bijvoorbeeld zinvol als de camerakop met de hand is bewogen
en daardoor de opgeslagen posities niet meer functioneren.
Zodra de bewakingscamera op de stroom wordt aangesloten, wordt er automatisch een
kalibratie uitgevoerd.
Met de toetsen horizontaal scannen en verticaal scannen start u een automatische draaibe-
weging van de camera in horizontale of verticale richting. Deze beweging kan met één van
de toetsen weer worden beëindigd.
Meer over de bewegingssnelheid van de camerakop vindt u in paragraaf 7.12.
Daarnaast kan via de bedieningstoetsen de digitale uitgang voor de alarmbesturing worden
in- en uitgeschakeld.
6.2.2. Posities opslaan
In het veld 'Posities' hebt u de mogelijkheid om max. drie vaste posities van de camerakop
op te slaan om deze later direct op te vragen.
Klik bij 1, 2 of 3 op om de camerapositie van dat moment onder dit nummer op te slaan.
Daarbij wordt de positie die eerder onder het gekozen nummer was opgeslagen gewist.
Klik bij 1, 2 of 3 op om de camerakop in de onder dit nummer opgeslagen positie te
zetten.