Installation Instructions

FUNCTIES VAN DE AFSTANDSBEDIENING
1. POWER
2. FUNC
3. TIMER
4. AUTO
5. HI
6. MID
7. LOW
8. SLEEP
9. TEMP.
Aan/Uit Schakelaar
Functie-modes selecteren
Timer instellen
Automatische vent.snelheid
Hoge vent.snelheid
Medium vent.snelheid
Lage vent.snelheid
Nachtmodus selecteren
Temperatuur instellen
LET OP!
Dit systeem kan het condenswater verdampen en automatisch afvoeren door een
luchtafvoerslang.
1. Wanneer de unit in koelmodus draait, hoeft het afvoerslangetje niet aangesloten
te zijn. Zorg ervoor dat het rubberen afsluitdopje vast op de condensafvoer zit,
wanneer de unit ingeschakeld is.
2. Wanneer het systeem in verwarmingsmodus draait, moet het rubberen dopje (1)
uit de condensafvoer gehaald worden. Sluit een condenswaterafvoerslangetje
aan om het verwarmingswerking te verbeteren.
3. Wanneer het systeem in ontvochtigingsmodus draait, moet het rubberen dopje (1)
uit de condensafvoer gehaald worden. Er moet een condenswaterafvoerslangetje
worden aangesloten.
Verwijder de luchtafvoerslang, sluit een condenswaterafvoerslang aan en leid
het condenswater naar buiten om een betere ontvochtigingswerking te verkrijgen.
Wanneer het condenswaterreservoir vol is, geeft het systeem een "E4" foutcode.
Leeg het condenswaterreservoir en herstart het systeem.
ONDERHOUD
HAAL VOOR ONDERHOUD ALTIJD DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT.
LUCHTFILTER
Het luchtfilter aan de linkerkant van het apparaat kan eenvoudig
verwijderd worden door het frame omhoog te trekken.