Instructions
Een toongenerator
Achter deurtje nummer 21 bevindt zich een
condensator van 10 nF (opdruk 103). Bouw
nu een elektronische toongenerator. Uit de
luidspreker hoor je een uniforme toon. Raak
de condensor aan met je vingers zodat deze
een beetje warmer wordt. Het geluid veran
-
dert heel langzaam. Zelfs een aanraking van
de piëzo-converter verandert het geluid.
21
De frequentie, dat wil zeggen de toonhoogte,
is afhankelijk van de componenten. Verwis
-
sel de kleine condensator met 10 nF voor
de grotere met 100 nF. Het geluid is nu veel
dieper en klinkt meer als een knetteren. Het
geluid kan worden gewijzigd door de ge
-
luidsopening van de luidspreker gedeeltelijk
te sluiten.
De led lijkt gelijkmatig te bran
-
den. Maar als je een snelle be-
weging maakt met je ogen, zie
je dat deze eigenlijk heel snel
knippert. Je kunt het knipperen
nog duidelijker zien als je de led
bekijkt via een kleine spiegel die
je tegelijkertijd beweegt. Zo kun
je zelfs de individuele trillingen
van de hoge toon herkennen.
De twee transistors worden
telkens opnieuw in- en uitge
-
schakeld. Dit circuit wordt een
instabiele flip-flop genoemd om
-
dat geen van beide standen sta-
biel is. De snelle veranderingen
produceren een beweging van de
piëzoschijf en dus een geluid.