Instructions

10
WAARSCHUWING: Dit apparaat mag worden gebruikt door
kinderen van 8 jaar en ouder of door personen met beperkte fysieke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring of
kennis van zaken, maar alleen onder toezicht of na instructie in veilig
gebruik van het apparaat, met begrip van de eventuele risico’s.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reinigen en
onderhoud van het apparaat mag niet door kinderen worden verricht,
tenzij onder toezicht.
Symbolen
Voor dit apparaat worden de volgende symbolen gebruikt. Zorg ervoor dat u de betekenis van deze symbolen begrijpt alvorens het appa-
raat te gebruiken.
LET OP:
1. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES Deze gebruiksaanwijzing
bevat belangrijke veiligheids- en bedieningsinstructies voor de
acculader.
2. Alvorens de acculader in gebruik te nemen, leest u eerst alle
instructies en waarschuwingsopschriften op (1) de acculader,
(2) de accu en (3) het apparaat waarin de accu wordt
aangebracht.
3. LET OP – Om de kans op letsel te verkleinen, mag u alleen
oplaadbare accu’s van het Makita-type opladen. Andere
typen accu’s kunnen barsten waardoor persoonlijk letsel of
schade kan worden veroorzaakt.
4. Niet-oplaadbare accu’s kunnen niet worden opgeladen met
deze acculader.
5. Gebruik een stroomvoorziening met een spanning
aangegeven op het typeplaatje van de acculader.
6. Laadt de accu niet op in de buurt van ontvlambare vloeistoffen
of gassen.
7. Stel de acculader niet bloot aan regen of sneeuw.
8. Draag de acculader nooit aan het netsnoer en trek nooit aan
het netsnoer om zo de stekker uit het stopcontact te trekken.
9. Na het opladen of voordat u de acculader onderhoudt of
schoonmaakt, trekt u de stekker van de acculader uit het
stopcontact. Trek aan de stekker en niet aan het netsnoer.
10. Zorg ervoor dat het netsnoer op een plaats ligt waar er niet op
wordt gestaan, over gestruikeld of anderszins blootgesteld
aan beschadiging of krachten.
11. Gebruik de acculader niet met een beschadigd snoer of een
kapotte stekker. Als het snoer of de stekker beschadigd is,
vraagt u dan een bevoegd Makita servicecentrum om het te
vervangen, om risico te voorkomen.
12. Gebruik de acculader niet en haal hem niet uit elkaar nadat
deze is blootgesteld aan een zware schok, is gevallen of op
een andere manier is beschadigd, maar breng deze naar een
vakbekwame reparateur. Door onjuist gebruik of in elkaar
zetten kan een risico van elektrische schokken of brand
ontstaan.
13. Laad de accu niet op wanneer de kamertemperatuur LAGER
is dan 10°C of HOGER dan 40°C. Wanneer de temperatuur
van de accu tot onder 0°C gedaald is, kan het opladen niet
beginnen.
14. Gebruik geen spanningstransformator, motorgenerator of
gelijkspanningsstopcontact.
15. Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen van de acculader niet
worden afgedekt of geblokkeerd.
Opladen
1. Steek de stekker van de acculader in een stopcontact van de
juiste spanning. Het laadlampje knippert groen.
2. Volg de aanduidingen op de acculader en schuif de accu zo
ver mogelijk in de acculader. Het deksel van de acculader gaat
open wanneer u de accu erin steekt, en gaat weer dicht
wanneer u de accu eruit haalt.
3. Nadat de accu in de acculader is gestoken, brandt het
laadlampje rood en begint het opladen waarbij kortstondig een
vooraf ingestelde einde-opladen-melodie klinkt om aan te
geven dat het opladen is begonnen.
4. Nadat het opladen is voltooid, verandert het laadlampje van
rood naar groen en klinkt de einde-opladen-melodie of de
zoemer (lange pieptoon) om aan te geven dat het opladen
voltooid is.
NEDERLANDS
Alleen voor gebruik binnenshuis Lees de gebruiksaanwijzing.
DUBBELE ISOLATIE Gereed voor opladen
Bezig met opladen Opladen voltooid
Vertraagd opladen (accu koelt af of te koude
accu)
Defecte accu
Optimaal heropladen Koelsysteem werkt niet juist
Voorkom kortsluitingen. Vernietig de batterij niet in een vuur.
Stel de batterij niet bloot aan water of regen. Recycle altijd de accu’s.
Alleen voor EU-landen
Geef elektrische apparatuur of accu’s niet met het huishoudelijk afval mee!
Met inachtneming van de Europese Richtlijnen betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur,
batterijen en accu’s inclusief opgebruikte batterijen en accus, en de implementatie van deze richtlijnen in overeen-
stemming met nationale wetgeving, moeten elektrische apparaten, batterijen en accus die het einde van hun lev-
ensduur bereikt hebben, gescheiden worden ingezameld en worden ingeleverd bij een recyclingbedrijf dat aan de
milieurichtlijnen voldoet.