Operation Manual

39 NEDERLANDS
VEILIGHEIDSWAAR-
SCHUWINGEN
Waarschuwingen voor pneumatisch
nagelpistool/nietpistool
WAARSCHUWING: WAARSCHUWING Lees
alle veiligheidswaarschuwingen en alle instruc-
ties. Het niet volgen van de waarschuwingen en
instructieskanleidentotelektrischeschokken,brand
en/ofernstigletsel.
Bewaar alle waarschuwingen en
instructies om in de toekomst te
kunnen raadplegen.
Omwillevanuwpersoonlijkeveiligheidendejuiste
werkingenonderhoudvanhetgereedschap,leestu
dezegebruiksaanwijzingalvorenshetgereedschapte
gebruiken.
Algemene veiligheidswaarschuwingen
1. Laat personen zonder onderricht het gereed-
schap niet gebruiken.
2. Speel er niet mee. Respecteer het gereedschap
als werkinstrument.
3. Bedien het gereedschap niet onder invloed
van alcohol, drugs en dergelijke.
4. Wijzig het gereedschap nooit.
Persoonlijke-beschermingsmiddelen
►Fig.1
1. Draag altijd een veiligheidsbril om uw ogen
te beschermen tegen letsel door stof of
bevestigingsmiddelen.
WAARSCHUWING: Het is de verantwoorde-
lijkheid van de werkgever om ervoor te zorgen
dat veiligheidsmiddelen voor oogbescherming
gebruikt worden door de gebruikers van het
gereedschap en anderen in de onmiddellijke
omgeving van de werkplek.
Alleen voor Australië en Nieuw-Zeeland
Draag altijd een veiligheidsbril en spatscherm
om uw ogen te beschermen tegen letsel door
stof of bevestigingsmiddelen. De veiligheids-
bril en het spatscherm dienen te voldoen aan de
vereistenvanAS/NZS1336.
2. Draag gehoorbescherming om uw oren te
beschermen tegen het uitlaatgeluid en draag
hoofdbescherming. Draag tevens lichte maar
geen losse kleding. Manchetten moeten dicht-
geknoopt zijn of de mouwen moeten worden
opgerold. Draag geen stropdas.
Veiligheid op de werkplek
1. Houd uw werkplek schoon en zorg voor goede
verlichting.Opeenrommeligeofdonkerewerk-
plek gebeuren vaker ongevallen.
2. Gebruik het gereedschap niet in een omgeving
waar explosiegevaar bestaat door licht ont-
vlambare vloeistoffen, gas, damp of stof.Bij
gebruikvanhetgereedschapkunnenvonkenvrij-
komen,waardoorhetstofofgaskanontbranden.
3.
Houd kinderen en omstanders uit de buurt wan-
neer u het gereedschap gebruikt.Dooraeidingen
kuntudecontroleoverhetgereedschapverliezen.
4. Zorg voor goede verlichting op de werkplek.
5. Er kunnen plaatselijk regels gelden met betrek-
king tot geluid, waaraan u zich dient te houden
door de geluidsproductie onder het voorge-
schreven niveau te houden. In bepaalde geval-
len moeten geluidsschermen worden gebruikt
om het geluidsniveau te beperken.
Veiligheidsvoorzieningen
1. Controleer voor gebruik dat alle veiligheids-
systemen goed werken. Het gereedschap mag
niet werken als alleen de trekkerschakelaar wordt
ingeknepenofalsalleendecontactschoenophet
hout wordt gedrukt. Het gereedschap mag alleen
werkenalsbeidehandelingentegelijkertijdworden
uitgevoerd.Testopmogelijkedefectewerking
wanneergeenbevestigingsmiddelenzijngeladen
en de aandrukker helemaal uitgetrokken is.
2. Speel niet met de contactschoen: dit voor-
komt per ongeluk afschieten, dus moet het
blijven zitten en mag niet worden verwijderd.
De trekkerschakelaar in ingeschakelde stand
vergrendelenisookerggevaarlijk.Probeernooit
detrekkerschakelaarvasttezetten.Bedienhet
gereedschap niet als enig onderdeel van de
bedieningselementen van het gereedschap niet
kanwordenbediend,islosgekoppeld,gewijzigdof
niet goed werkt.
3. Probeer niet de contactschoen voortdurend
ingedrukt te houden met tape of draad. Dit kan
leidentotdedoodofernstigletsel.
4.
Controleer altijd de contactschoen volgens de
instructies in deze gebruiksaanwijzing. Als het vei-
ligheidsmechanismenietgoedwerkt,kunnenbevesti-
gingsmiddelen per ongeluk worden ingedraaid.
Bevestigingsmiddelen laden
1. Laad geen bevestigingsmiddelen in het
gereedschap wanneer een van de bedienings-
elementen is ingeschakeld.
2. Gebruik uitsluitend bevestigingsmiddelen die
in deze gebruiksaanwijzing worden aangege-
ven. Door een ander soort bevestigingsmiddel te
gebruiken,kaneenstoringinhetgereedschap
wordenveroorzaakt.
Voeding
1. Sluit het gereedschap nooit aan op een pers-
luchtleiding waarvan de luchtdruk 10% hoger
kan worden dan het geschikte luchtdrukbereik
van het gereedschap, zoals aangegeven in de
tabel “TECHNISCHE GEGEVENS”.Zorgervoor
dat de druk die door het persluchtsysteem wordt
geleverd,niethetgeschikteluchtdrukbereikvan
hetgereedschapoverschrijdt.Steldeluchtdrukin
eerste instantie in op de laagste waarde van het
geschikte luchtdrukbereik.
2. Bij gebruik van een gereedschap op perslucht,
moet goed erop worden gelet dat de maximaal
toegestane druk niet wordt overschreden.
3. Bedien het gereedschap op de laagste druk
die vereist is voor de toepassing om onnodig
hoge geluidsniveaus, hogere slijtage en daar-
uit voortvloeiende storingen te voorkomen.