Operation Manual

4. STARTEN
12
4.4 Vóór het starten
Alvorens de machine te starten moet u erop letten dat u de machine
voorzichtig op een vlakke en schone ondergrond zonder obstakels
neerlegt. Leg de machine horizontaal neer zodat het snijgarnituur de
grond noch enig ander voorwerp raakt. Controleer of alle schroeven
en dit geldt vooral voor de bevestigingsschroeven van de boom, de
beschermkap en het snijgarnituur goed aangedraaid zijn. Ga na of u
zowel de juiste beschermkap als de snijgarnituren zoals toegelicht
gemonteerd heeft.
Maak indien mogelijk het gebied vóór elk werk schoon: verwijder
alle voorwerpen zoals stenen, gebroken glas, spijkers, metaaldra
-
den of touwtjes die kunnen wegschieten of vast kunnen raken in
het snijgarnituur.
Het is niet toegestaan om de machine in gesloten
ruimten of gebouwen te starten: het inademen van
uitlaatgassen kan vergiftigingsgevaar opleveren.
Houd er rekening mee dat het gebruik van de maaikop met nylon
draad de emissie van rosol” met zich meebrengt door het
fijnhakken van de gemaaide en gesnoeide gewassen.
Wees bijzonder voorzichtig met giftige grassoorten.
Gebruik de juiste bescherming voor de ademhaling.
4.5 Starten van de motor
Om de motor te starten moet u zoals hieronder beschreven te werk gaan.
1) Nadat u alle voorbereidingen zorgvuldig uitgevoerd heeft en de tank
gevuld heeft moet u de gashendel en de rode knop op de START
stand zetten.
2) Pak de motorzeis met uw linkerhand beet door op de transmissieas te
drukken om hem goed stil op de grond te houden (afb. 20) en trek met
uw rechterhand langzaam aan het startkoord totdat de haakjes op het
vliegwiel vasthaken.
3) Volg de aanwijzingen met betrekking tot de carburateur, die hieronder
vermeld zijn op en trek krachtig aan het startkoord totdat de machine
start. Trek het startkoord nooit helemaal tot aan het einde van de slag
om het haakmechanisme niet te beschadigen.
De motorzeisen met een cilinderinhoud van 45 c.c. en hoger zijn
uitgerust met een decompressieklep waardoor de motor makke
-
lijker aanslaat en waardoor de kracht die op het startkoord tijdens
het aanzetten van de machine verminderd wordt.
Om deze motorzeisen aan te zetten moet u de knop van de decom
-
pressieklep (afb. 21) die op de cilinder aangebracht is op start
drukken en moet u verder gaan zoals aangegeven in punt 1).
Al naargelang het model carburateur dat bij uw machine geleverd is
moet u de hieronder vermelde handelingen uitvoeren.
Carburateur met primersysteem en zwarte startknop
(afb. 22/A):
- Druk bij een koude motor 5-6 keer op het primersysteem 1 op de
carburateur totdat het mengsel uit het betreffende afvoerslangetje
3 komt (zodat alle kamers van de carburateur volledig gevuld
worden).
- Druk één-twee keer op de zwarte startknop 2 die dient om de
juiste hoeveelheid mengsel voor het starten erin te laten lopen.
- Trek 1 tot max. 4 keer aan het startkoord totdat u het eerste puffen
van de motor hoort. Als de motor niet aanslaat probeer het dan
nog een keer.
Carburateur met primersysteem zonder zwarte startknop
(afb. 22/B):
- Druk bij een koude motor 5-6 keer op het primersysteem 1 totdat
het mengsel uit het betreffende afvoerslangetje 3 komt (zodat alle
kamers van de carburateur volledig gevuld worden).
- Zet de chokehendel (afb. 23-24) op de stand CLOSE, trek 1 of
max. 2 keer aan het startkoord totdat u de eerste puffen hoort. Ook
als u geen puffen hoort moet u de chokehendel weer op de stand
OPEN zetten.
- Trek weer aan het startkoord totdat de motor start. Als de motor na
de vierde keer trekken niet start dan moet u de handelingen vanaf
het eerste punt herhalen.
Als de motor ondanks herhaaldelijke pogingen niet start dan betekent
dat dat de verbrandingskamer verzopen is. In dat geval moet u de
bougie losdraaien en droog maken en een paar keer zonder bougie
aan het startkoord trekken zodat de verbrandingskamer gereinigd
en doorgelucht wordt.
BELANGRIJK: Bij een warme motor hoeven de hierboven
vermelde handelingen niet uitgevoerd te worden maar hoeft
u terwijl de knop in de middelste stand staat slechts aan het
startkoord te trekken totdat de motor aanslaat.
4.6 Inlopen
Werk tijdens de eerste 10 werkingsuren op een gematigd toerental,
in ieder geval wordt geadviseerd om de motor niet op het maximum
toerental te laten draaien, omdat alle bewegende onderdelen zich
moeten zetten. Pas na deze periode zal de motor het maximum
vermogen bereiken.
Controleer na de eerste 2 uur dat u de machine gebruikt heeft of
alle schroeven en moeren goed bevestigd zijn: draai ze eventueel
aan.