Gebruiksaanwijzing DCS3400 Belangrijk: Lees voor de eerste inbedrijfname deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en neem alle veiligheidsvoorschriften in acht! Gebruiksaanwijzing zorgvuldig bewaren! 1
Hartelijk dank voor uw vertrouwen ! Inhoudsopgave Wij feliciteren u met uw nieuwe MAKITA motorzaag en hopen, dat u met deze moderne machine tevreden zult zijn. Verpakking .......................................................................... 2 Omvang van de levering .................................................... 3 Symbolen ............................................................................. 3 De DCS3400 modellen zijn bijzonder handige en robuuste motorzagen in een nieuw design.
Omvang van de levering 3 2 5 1. 2. 3. 4. 5. 6.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Algemene voorschriften - Om een veilig gebruik te garanderen moet degene die het apparaat bedient altijd deze gebruiksaanwijzing te lezen, om zich met de werking ervan vertrouwd te maken. Onvoldoende geïnstrueerde gebruikers kunnen zichzelf en anderen door ondeskundig gebruik in gevaar brengen. - De motorkettingzaag alleen uitlenen aan personen met ervaring in het gebruik van een motorkettingzaag. De gebruiksaanwijzing dient daarbij overhandigd te worden.
Brandstoffen / tanken - Bij het aftanken van de motorkettingzaag moet de motor worden uitgezet. - Roken en iedere vorm van open vuur zijn niet toegestaan (5). - Laat de motor afkoelen alvorens te tanken. - Brandstoffen kunnen oplosmiddelachtige substanties bevatten. Huid- en oogcontact met mineraalolieprodukten vermijden. Draag bij het aftanken handschoenen. Vervang en reinig beschermende kleding regelmatig. Adem de brandstofdampen niet in.
Terugslag (Kickback) - Bij het werken met de motorkettingzaag kan gevaarlijke terugslag optreden. - Deze terugslag ontstaat als het bovenste kwadrant van de zaaggeleider per ongeluk tegen hout of andere vaste voorwerpen aankomt (10). - Daarbij wordt de motorzaag ongecontroleerd en met grote kracht in de richting van de bedieningspersoon geslingerd, resp.
- - - - - - - - - - - - - Pas op bij het zagen van versplinterd hout. Er kunnen afgezaagde houtsplinters meegetrokken worden (gevaar voor letsel). Bij het zagen met de bovenzijde van de zaaggeleider kan de motorkettingzaag in de richting van de bedieningspersoon gestoten worden als de zaagketting klem komt te zitten.
Transport en opslag - Bij het veranderen van werkplek tijdens het werken moet de motorkettingzaag afgezet of de kettingrem ingeschakeld worden om onbedoeld starten en aanlopen van de zaagketting te voorkomen. - Vervoer of draag de motorkettingzaag nooit met lopende zaagketting. - Bij vervoer over langere afstanden moet in ieder geval de meegeleverde beschermkap voor de zaaggeleider aangebracht worden. - Draag de motorkettingzaag altijd aan de beugelgreep, waarbij de zaaggeleider naar achter wijst (20).
Technische specificaties DCS3400 Cilinderinhoud Boring Slag Maximaal vermogen bij toerental Maximale koppel bij toerental Stationair toerental / max. motor toerental met zaaggeleider /ketting Koppel toerental Geluidsdruk (op de werkplek) LpA av vlgs. ISO/CD 22868 1) Geluidsniveau LWA av vlgs. ISO/CD 22868 1) Trillingen ah,w av vlgs. ISO 7505 1) - Beugelgreep - Handgreep Carburator (membraancarburator) Ontsteking Bougie Elektrodenafstand Brandstofverbruik bij max. vermogen vlgs.
INBEDRIJFNAME ATTENTIE: Bij alle werkzaamheden aan zaaggeleider en zaagketting te allen tijde de motor afzetten, de bougiestekker eraf trekken (zie Bougie vervangen) en beschermende handschoenen dragen! STOP ATTENTIE: De motorkettingzaag mag pas gestart worden na volledig te zijn samengebouwd en controle! A Montage van de zaaggeleiding en zaagketting Gebruik de bijgeleverde combisleutel voor de hierna genoemde werkzaamheden.
De zaagketting (9) op kettingwiel (10) leggen. De zaagketting met de rechter hand in de bovenste geleidegroef van de zaaggeleider (11) voeren. De snijkanten van de zaagketting moeten aan de geleiderbovenkant in de richting van de pijl wijzen! 9 10 E 11 9 12 Voer de zaagketting (9) om de omlegschijf (12) van de zaaggeleider, en trek daarbij de zaagketting licht in de richting van de pijl.
Controle van de kettingspanning STOP De zaagketting is juist gespannen wanneer de zaagketting tegen de onderzijde van de zaaggeleider aanligt en de zaagketting nog gemakkelijk met de hand bewogen kan worden over de zaaggeleider. Hierbij moet de kettingrem gelost zijn. Controleer regelmatig de kettingspanning, omdat nieuwe zaagkettingen na verloop van tijd uitrekken en langer worden! Daarom de kettingspanning regelmatig bij afgezette motor controleren.
Brandstoffen LET OP: De machine wordt met mineraalolieproducten (benzine en olie) bedreven! Bij de omgang met benzine is verhoogde waakzaamheid geboden. Roken en open vuur zijn ontoelaatbaar (ontploffingsgevaar). Brandstofmengsel De motor van de motorkettingzaag is een tweetaktmotor met een groot vermogen die werkt op een mengsel van benzine en tweetaktolie. De motor is ontworpen voor gebruik van normale loodvrije benzine met een minimaal octaangetal van 91 ROZ.
Belangrijke aanwijzing aangaande bio-olie voor zaagkettingen Bij een bultenbedrijfsstelling op langere duur moet de olietank worden leeggemaakt, waama er een kleine hoeveelheid motorolie (SAE 30) moet worden ingegoten. Daarop de zaag enige tijd laten lopen, om alle resten bioolie uit de tank, het olieleidingssysteem en de zaaginrichting te spoelen.
Kettingsmering afstellen Uitsluitend bij uitgeschakelde motor! STOP 1 De olietoevoerhoeveelheid kan met de afstelschroef (1) worden geregeld. Verandering van de toevoerhoeveelheid kan met de combinatiesleutel worden uitgevoerd.
Motor starten De motorkettingzaag mag pas gestart worden na volledig te zijn samengebouwd en controle! Op minstens 3 m afstand van de plek waar getankt wordt. Zorg dat u stabiel staat en leg de motorkettingzaag zo op de grond leggen dat de zaaginrichting vrij van de grond blijft. Kettingrem inschakelen (blokkeren). De achterste handgreep met één hand vast grijpen en de motorzaag stevig op de bodem drukken, daarbij licht met de knie op de achterste handgreep drukken.
Kettingrem controleren De kettingrem moet elke keer vóór werkbegin worden gecontroleerd. De motor zoals beschreven starten (een vellige stand innemen en de motorzaag zodanig op de grond zetten, dat het zaagwerk vrij staat). De beugelgreep met één hand stovig omvatten, de andere hand aan de handgreep. De motor op halve toeren laten lopen en met de rug van de hand de handbeschermer (6) in de richting van de pijl drukken tot de kettingrem blokkeert. Nu moet de zaagketting onmiddellijk tot staan komen.
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN Zaagketting slijpen STOP ATTENTIE: Bij alle werkzaamheden aan zaaggeleider en zaagketting te allen tijde de motor afzetten, de bougiestekker eraf trekken (zie Bougie vervangen) en beschermende handschoenen dragen! ✓ De zaagketting moet worden geslepen, wanneer: ✓ zaagselachtige spaanders ontstaan bij het zagen van vochtig hout. de ketting ook bij grote druk slechts met moeite in het hout trekt. de snijkant zichtbaar beschadigd is.
De slijphoek van 30° moet bij alle zaagtanden zonder uitzondering dezelfde zijn. Verschil in de hoeken veroorzaakt een ruwe en onregelmatige kettingloop, vergroot de slijtage en kan leiden tot kettingbreuk! De snijhoek van de zaagtand van 85° volgt uit de indringdiepte van de rondvijl. Als de voorgeschreven vijl op een juiste wijze gebruikt wordt ontstaat de correcte snijhoek vanzelf. D Welke vijl en hoe deze te gebruiken Voor het slijpen moet een speciale kettingzaag-rondvijl (ø 4 mm) worden gebruikt.
Schoonmaken van de kettingwielbinnenruimte, controleren van de kettingvanger en uitwisselen.
Nieuwe zaagketting ATTENTIE: Uitsluitend voor deze motorzaag toegelaten kettingen en zaaggeleiders gebruiken (zie uittreksel uit de reserveonderdelenlijst)! 7 Voordat een nieuwe zaagketting omgelegd wordt moet allereerst de staat van het kettingwiel (7) gecontroleerd worden. Kettingwielbeschermer „INBEDRIJFNAME“ A-H) afnemen (zie Hoofdstuk ATTENTIE: Ingelopen kettingwielen (8) kunnen beschadigingen van de nieuwe zaagketting veroorzaken en moeten vervangen te worden.
Bougie vervangen STOP 1 ATTENTIE: Bougie of bougiedop mogen niet bij lopende motor aangeraakt worden (hoogspanning!). Onderhoudswerkzaamheden uitsluitend bij uitgeschakelde motor uitvoeren. Bij hete motor gevaar van verbranding. Beschermhandschoenen dragen! Bij beschadiging van de isolator, sterke verbranding van de elektroden, of sterk vervuilde electroden, moet de bougie vervangen worden. Bougiestekker (1) van de bougie af trekken. De bougie uitsluitend met de meegeleverde combisleutel eruitnemen.
Terughaalveercassette uitwisselen 10 Ventilatorhuis en kabeltrommel uitbouwen (zie Kapittel „Starterkabel uitwisselen“). Terughaalveercassette (10) voorzichtig uit het ventilatorhuis nemen. ATTENTIE: Gevaar van letsel! Een gebroken veer kan eruit springen! Nieuwe terughaalveercassette behoedzaam inbouwen. D Geluidsdemper schoonmaken STOP ATTENTIE: Bij hete motor gevaar van brandwonden. Beschermhandschoenen dragen! Kettingwielbeschermer afnemen (zie Kapittel „INBEDRIJFNAME, afb.
Periodieke onderhouds- en reingingsvoorschriften Voor een lange levensduur alsook ter voorkoming van schades en ter waarborging van het volledig functioneren van de veiligheidsvoorzieningen moeten de hierna beschreven onderhoudstaken regelmatig uitgevoerd worden. Garantieclaims worden alleen dan toegelaten, indien deze taken regelmatig en zoals voorgeschreven uitgevoerd zijn.
Reserveonderdelen Betrouwbaarheid, levensduur en veiligheid van uw machine is ook afhankelijk van de kwaliteit van de gebruikte reserveonderdelen. Alleen originele MAKITA-reserveonderdelen gebruiken, die door het teken zijn gekenmerkt. Alleen de originele onderdelen komen uit dezelfde fabriek als de machine en garanderen daarom de beste kwaliteit van materiaal, maatvastheid, werking and veiligheid. Originele reserveonderdelen en accessoires zijn verkrijgbaar bij uw vakhandelaar.
Uittreksel uit de reserve-onderdelenlijst DCS3400 Alleen originele MAKITA-reserveonderdelen gebruiken. Voor reparaties en vervanging van andere onderdelen is uw MAKITA service-werkplaats verantwoordelijk. Pos. MAKITA-Nr. 4 3 1 2 Aa.
Aantekeningen 27
Makita Werkzeug GmbH Postfach 70 04 20 D–22004 Hamburg Germany 28 Wijzigingen voorbehouden Form: 995 707 875 (11.