Gebruiksaanwijzing DCS 6400 DCS 6401 DCS 7300 DCS 7301 DCS 7900 DCS 7901 Belangrijk: Lees voor de eerste inbedrijfname deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en neem alle veiligheidsvoorschriften in acht! Gebruiksaanwijzing zorgvuldig bewaren! 1
Hartelijk dank voor uw vertrouwen ! Inhoudsopgave Wij feliciteren u met uw nieuwe MAKITA motorzaag en hopen, dat u met deze moderne machine tevreden zult zijn. EU-conformiteitsverklaring ............................................... 2 Verpakking .......................................................................... 2 Omvang van de levering .................................................... 3 Symbolen .............................................................................
Omvang van de levering 2 3 4 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Algemene voorschriften - Om een veilig gebruik te garanderen moet degene die het apparaat bedient altijd deze gebruiksaanwijzing te lezen, om zich met de werking ervan vertrouwd te maken. Onvoldoende geïnstrueerde gebruikers kunnen zichzelf en anderen door ondeskundig gebruik in gevaar brengen. - De motorkettingzaag alleen uitlenen aan personen met ervaring in het gebruik van een motorkettingzaag. De gebruiksaanwijzing dient daarbij overhandigd te worden.
Brandstoffen / tanken - - - Bij het aftanken van de motorkettingzaag moet de motor worden uitgezet. Roken en iedere vorm van open vuur zijn niet toegestaan (5). Laat de motor afkoelen alvorens te tanken. Brandstoffen kunnen oplosmiddelachtige substanties bevatten. Huid- en oogcontact met mineraalolieprodukten vermijden. Draag bij het aftanken handschoenen. Vervang en reinig beschermende kleding regelmatig. Adem de brandstofdampen niet in.
Terugslag (Kickback) - - - - - Bij het werken met de motorkettingzaag kan gevaarlijke terugslag optreden. Deze terugslag ontstaat als het bovenste kwadrant van de zaaggeleider per ongeluk tegen hout of andere vaste voorwerpen aankomt (10). Daarbij wordt de motorzaag ongecontroleerd en met grote kracht in de richting van de bedieningspersoon geslingerd, resp.
- - - - - - - - - - - - - Pas op bij het zagen van versplinterd hout. Er kunnen afgezaagde houtsplinters meegetrokken worden (gevaar voor letsel). Bij het zagen met de bovenzijde van de zaaggeleider kan de motorkettingzaag in de richting van de bedieningspersoon gestoten worden als de zaagketting klem komt te zitten.
Transport en opslag - - - - - - Bij het veranderen van werkplek tijdens het werken moet de motorkettingzaag afgezet of de kettingrem ingeschakeld worden om onbedoeld starten en aanlopen van de zaagketting te voorkomen. Vervoer of draag de motorkettingzaag nooit met lopende zaagketting. Bij vervoer over langere afstanden moet in ieder geval de meegeleverde beschermkap voor de zaaggeleider aangebracht worden.
Technische specificaties Cilinderinhoud Boring Slag Maximaal vermogen bij toerental 3) Maximale koppel bij toerental 3) Stationair toerental / max. motor toerental met zaaggeleider /ketting Koppel toerental Geluidsdruk (op de werkplek) LpA av vlgs. ISO/CD 22868 1) Geluidsniveau LWA av vlgs. ISO/CD 22868 1) Trillingen ah,w av vlgs. ISO 7505 1) - Beugelgreep - Handgreep Carburator (membraancarburator) Ontsteking Bougie Elektrodenafstand of bougie Brandstofverbruik bij max. vermogen vlgs.
INBEDRIJFNAME ATTENTIE: Bij alle werkzaamheden aan zaaggeleider en zaagketting te allen tijde de motor afzetten, de bougiestekker eraf trekken (zie Bougie vervangen) en beschermende handschoenen dragen! STOP ATTENTIE: De motorkettingzaag mag pas gestart worden na volledig te zijn samengebouwd en controle! A Montage van de zaaggeleiding en zaagketting Gebruik de bijgeleverde combisleutel voor de hierna genoemde werkzaamheden.
6 Voer de zaagketting (6) om de omlegschijf (8) van de zaaggeleider, en trek daarbij de zaagketting licht in de richting van de pijl. 8 E De zaagketting boven de kettingvanger (9) leggen. Zaaggeleider in de richting van de pijl trekken, zodat de zaagketting tegen de onderzijde van de geleider ligt (10). 9 F 10 Opnameboringen aan de kettingwielbeschermer (3) in rechte lijn met de vaste bouten (11) brengen.
Controle van de kettingspanning STOP De zaagketting is juist gespannen wanneer de zaagketting tegen de onderzijde van de zaaggeleider aanligt en de zaagketting nog gemakkelijk met de hand bewogen kan worden over de zaaggeleider. Hierbij moet de kettingrem gelost zijn. Controleer regelmatig de kettingspanning, omdat nieuwe zaagkettingen na verloop van tijd uitrekken en langer worden! Daarom de kettingspanning regelmatig bij afgezette motor controleren.
Brandstoffen LET OP: De machine wordt met mineraalolieproducten (benzine en olie) bedreven! Bij de omgang met benzine is verhoogde waakzaamheid geboden. Roken en open vuur zijn ontoelaatbaar (ontploffingsgevaar). Brandstof 50:1 40:1 OIL OIL Brandstofmengsel De motor van de motorkettingzaag is een tweetaktmotor met een groot vermogen die werkt op een mengsel van benzine en tweetaktolie. De motor is ontworpen voor gebruik van normale loodvrije benzine met een minimaal octaangetal van 91 ROZ.
Belangrijke aanwijzing aangaande bio-olie voor zaagkettingen Bij een bultenbedrijfsstelling op langere duur moet de olietank worden leeggemaakt, waama er een kleine hoeveelheid motorolie (SAE 30) moet worden ingegoten. Daarop de zaag enige tijd laten lopen, om alle resten bioolie uit de tank, het olieleidingssysteem en de zaaginrichting te spoelen.
Kettingsmering controleren Zaag nooit met onvoldoende kettingsmering. Hiermee verkort u de levensduur van de zaaginrichting! Controleer vóór het begin van de werkzaamheden altijd het oliepeil in de tank en de controleer ook de olietoevoer. De olietoevoer kan op als volgt gecontroleerd worden: Start de motorkettingzaag (zie hoofdstuk „Motor starten”). Houd de lopende zaagketting ongeveer 15 cm boven een boomstam of de grond (leg er iets onder als bescherming).
Motor starten De motorkettingzaag mag pas gestart worden na volledig te zijn samengebouwd en controle! Op minstens 3 m afstand van de plek waar getankt wordt. Zorg dat u stabiel staat en leg de motorkettingzaag zo op de grond leggen dat de zaaginrichting vrij van de grond blijft. Kettingrem inschakelen (blokkeren). Houd de beugelgreep stevig met één hand vast en druk de motorkettingzaag tegen de grond. Plaats de punt van de rechter voet in de achterste handbeschermer.
Instellen van de carburateur Het instellen van de carburateur dient ter verkrijging van een optimaal functioneren, een zuinig verbruik en bedrijfsveiligheid. Het moet bij warme motor, een schoon luchtfilter en een correct gespande zaagketting geschieden. Laat u de carburateur door een MAKITA vakwerkinrichting instellen. De carburateur is in de fabriek bij luchtdrukomstandigheden op zeewaterhoogte ingesteld.
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN Zaagketting slijpen STOP ATTENTIE: Bij alle werkzaamheden aan zaaggeleider en zaagketting te allen tijde de motor afzetten, de bougiestekker eraf trekken (zie Bougie vervangen) en beschermende handschoenen dragen! De zaagketting moet worden geslepen, wanneer: zaagselachtige spaanders ontstaan bij het zagen van vochtig hout. de ketting ook bij grote druk slechts met moeite in het hout trekt. de snijkant zichtbaar beschadigd is.
Welke vijl en hoe deze te gebruiken Voor het slijpen moet een speciale vijlhouder zaagkettingrondvijl worden gebruik. Normale rondvijlen zijn ongeschikt. Zie de accessoirelijst voor het bestelnummer. De eerste helft van de zaagtand met een ø 5,5 mm zaagkettingrondvijl vijlen, daarna met ø 4,8 mm. De vijl mag alleen bij de voorwaartse streek (pijl) vijlen. De vijl moet bij het terughalen vrij van het materiaal gehouden worden. De kortste snijtand wordt als eerste geslepen.
Reinigen van de remband en van de kettingwielbinnenruimte STOP ATTENTIE: Bij alle werkzaamheden aan zaaggeleider en zaagketting te allen tijde de motor afzetten, de bougiestekker eraf trekken (zie Bougie vervangen) en beschermende handschoenen dragen! 4 ATTENTIE: De motorkettingzaag mag pas gestart worden na volledig te zijn samengebouwd en controle! 5 2 Kettingwielbeschermer (1) afnemen (zie Hoofdstuk „INBEDRIJFNAME“ B) binnenruimte met een kwast schoonmaken.
Zaaggeleider reinigen ATTENTIE: Beslist werkhandschoenen dragen. De loopvlakken van de zaaggeleider moeten regelmatig op beschadigingen worden gecontroleerd en met daartoe geschikt gereedschap worden schoongemaakt. C Nieuwe zaagketting ATTENTIE: Uitsluitend voor deze motorzaag toegelaten kettingen en zaaggeleiders gebruiken (zie uittreksel uit de reserveonderdelenlijst)! 12 Voordat een nieuwe zaagketting omgelegd wordt moet allereerst de staat van het kettingwiel gecontroleerd worden.
Luchtfilter schoonmaken 5 4 3 1 STOP ATTENTIE: Wanneer voor het schoonmaken perslucht wordt gebruikt, te allen tijde een veiligheidsbril dragen, om ogenverwondingen te vermijden. Luchtfilter niet met brandstof schoonmaken. Sluitclip voor de filterkap (1) met een kombisleutel uithaken en de filterkap (2) afnemen. Choke (3) uittrekken om te verhinderen, dat vuildeeltjes in de carburateur vallen. De luchtfilterklembeugel (4) door drukken in pijlrichting uithaken zoals in de afbeelding getoond.
Bougie vervangen STOP ATTENTIE: 6 Bougie of bougiedop mogen niet bij lopende motor aangeraakt worden (hoogspanning!). Onderhoudswerkzaamheden uitsluitend bij uitgeschakelde motor uitvoeren. Bij hete motor gevaar van verbranding. Beschermhandschoenen dragen! 0,5 mm Bij beschadiging van de isolator, sterke verbranding van de elektroden, of sterk vervuilde electroden, moet de bougie vervangen worden. Kap erafnemen (zie bij „Luchtfilter schoonmaken“). Bougiestekker (6) van de bougie af trekken.
Anwerfseil auswechseln / Terughaalveer vervangen STOP De drie schroeven (1) eruit draaien. Het ventilatorhuis (2) wegnemen. WENK: De schroeven (1) zijn verlieszeker en kunnen niet uit het ventilatorhuis vallen. ATTENTIE: Gevaar van letsel! Schroef (5) alleen bij ontspande terughaalveer eruit draaien! Wanneer de startkabel vervangen wordt ofschoon deze niet defect is, moet men eerst de terughaalveer van de kabeltrommel (3) ontspannen.
15 Ventilatorhuis monteren 16 Het ventilatorhuis (13) aanbrengen. De schroeven (14) in de opnameboringen drukken. De motorkap (15) iets opheffen en daarbij de lip (16) aan het ventilatorhuis met de duim eronder haken (zie pijl). Het ventilatorhuis in de juiste stand brengen, lichtelijk tegen de motorzaag drukken en daarbij aan de startkabel trekken tot de startinrichting aanslaat. 13 Schroeven (14) vastdraaien. 14 B Schoonmaken van de cilinderruimte STOP Filterkap en luchtfilter eraf nemen.
Periodieke onderhouds- en reingingsvoorschriften Voor een lange levensduur alsook ter voorkoming van schades en ter waarborging van het volledig functioneren van de veiligheidsvoorzieningen moeten de hierna beschreven onderhoudstaken regelmatig uitgevoerd worden. Garantieclaims worden alleen dan toegelaten, indien deze taken regelmatig en zoals voorgeschreven uitgevoerd zijn.
Reserveonderdelen Betrouwbaarheid, levensduur en veiligheid van uw machine is ook afhankelijk van de kwaliteit van de gebruikte reserveonderdelen. Alleen originele MAKITA-reserveonderdelen gebruiken, die door het teken zijn gekenmerkt. Alleen de originele onderdelen komen uit dezelfde fabriek als de machine en garanderen daarom de beste kwaliteit van materiaal, maatvastheid, werking and veiligheid. Originele reserveonderdelen en accessoires zijn verkrijgbaar bij uw vakhandelaar.
Uittreksel uit de reserve-onderdelenlijst Alleen originele MAKITA-reserveonderdelen gebruiken. Voor reparaties en vervanging van andere onderdelen is uw MAKITA service-werkplaats verantwoordelijk. DCS 6400, 6401 DCS 7300, 7301 DCS 7900, 7901 Pos. MAKITA-Nr. Aa.
Aantekeningen 29
106 Makita Werkzeug GmbH Postfach 70 04 20 D-22004 Hamburg Germany 30 Wijzigingen voorbehouden Form: 995 707 148 (1.