Operation Manual

10
ATTENTIE: Bij alle werkzaamheden aan zaaggeleider en
zaagketting te allen tijde de motor afzetten, de
bougiestekker eraf trekken (zie Bougie ver-
vangen) en beschermende handschoenen
dragen!
ATTENTIE: De motorkettingzaag mag pas gestart worden
na volledig te zijn samengebouwd en controle!
INBEDRIJFNAME
Montage van de zaaggeleiding en zaagketting
Gebruik de bijgeleverde combisleutel voor de hierna ge-
noemde werkzaamheden.
Plaats de motorkettingzaag op een stabiele ondergrond en
voer de volgende stappen uit voor de montage van de
zaagketting en de zaaggeleider uit:
- Voor iedere montage resp. demontage van de kettingwiel-
beschermer (B/4) moet de kettingrem worden losgezet.
Hiertoe handbescher-mer (A/1) in de richting van
beugelgreep (A/2) trekken, tot hij voelbaar ingrijpt.
- Bevestigingsmoeren (B/3) eraf draaien.
- Verwijder de kettingwielbeschermer (B/4).
- De kunststof transportbeschermer (B/5) erafnemen en in
de afval gooien.
C D
- Plaats de zaaggeleider (D/8). Let er op dat de astap (D/9)
van de kettingspanner in het gat (zie cirkel) van de
zaaggeleider valt.
- Kettingspanner (C/6) linksom (tegen de klok in) draaien
tot astap (C/7) aan de linker aanslag staat.
E
F
10
8
11
10
12
- De zaagketting (E/10) over de koppelingstrommel heffen
en om kettingwiel (E/11) leggen. De zaagketting met de
rechter hand in de bovenste geleidegroef van de
zaaggeleider (E/8) voeren. De snijkanten van de zaagketting
moeten aan de geleiderbovenkant in de richting van de
pijl wijzen!
- Voer de zaagketting (F/10) om de omlegschijf (F/12) van
de zaaggeleider.
ADVIES:
De zaagketting kan gemakkelijk in de richting van de pijl
worden getrokken. Daarbij draait de koppelingstrommel (E/11)
mee (de zaagketting grijpt in het kettingwiel).
A
B
1
2
3
STOP
4
7
6
9
8
5