Operation Manual
23
A
STOP
5
3
6
4
1
2
5
3
4
5a
ATTENTIE: Wanneer voor het schoonmaken perslucht
wordt gebruikt, te allen tijde een veiligheidsbril dragen, om
ogenverwondingen te vermijden.
Luchtfi lter niet met brandstof schoonmaken.
De kapklem (1) met de combisleutel losmaken en de afdekkap
(2) verwijderen.
De combischakelaar (3) naar boven drukken (chokestand), om
te verhinderen dat vuildeeltjes in de carburateur komen.
De klem (4) met de vinger of combisleutel in de richting van
de pijl uithaken.
Luchtfi lter (5) naar boven heen wegnemen.
Voorfi lter (5a) uit de afdekkap (2) verwijderen.
ATTENTIE: Aanzuigopening met een zuivere lap afdekken om
te verhin deren, dat er vuildeeltjes in de carburator terechtko-
men.
Gebruik van de fi lters: Het vliesfi lter wordt bij droge of stoffi ge
werkomstandigheden gebruikt. Het nylonfi lter (als toebehoren
verkrijgbaar) wordt bij vochtige werkomstandigheden gebruikt.
Het voorfi lter houdt zaagsel tegen en verhindert het binnendrin-
gen van poedersneeuw in de winter.
Boven- en onderdeel van de luchtfi lter uiteen nemen zoals in
Afb. wordt getoond.
Schoonmaken van het vliesfi lter: Voorzichtig uitkloppen
of van binnen met perslucht uitblazen. Niet met een borstel
schoonmaken, daar anders vuil in het weefsel wordt gedrukt.
Sterk vervuilde vliesfi lters in lauwwarm zeepsop, zoals dit in
gewone vaatwasmachines gebruikt, uitwassen. Het vliesfi lter
moet eerst dan worden schoongemaakt, wanneer tijdens het
werken een aanmerkelijk prestatieverlies optreedt. Indien na
het schoonmaken geen merkbare prestatieverbetering intreedt,
moet het fi lter worden vervangen.
Schoonmaken van het nylonfi lter: Met een penseel, zachte
borstel of van binnen behoedzaam met perslucht doorblazen. Een
sterk vervuild nylonfi lter in lauwwarm zeepsop zoals in gewone
vaatwasmachines gebruikt, uitwassen. Bij grove vervuiling vaker
schoonmaken (meermaals per dag), daar alleen een zuivere
luchtfi lter het volle motorvermogen garanderen.
Reiniging van het voorfi lter: Het vervuilde voorfi lter in een
lauw zeepsopje met een gewoon afwasmiddel uitwassen.
Luchtfi lter goed droogmaken.
Boven- en onderdeel weer samenvoegen.
Het voorfi lter weer in de afdekkap plaatsen.
Vóór het aanbrengen van de luchtfi lter de chokeklep op mogelijk
erin gevallen vuildeeltjes controleren. Zo nodig met een kwast
verwijderen.
ATTENTIE: Beschadigte lucht onmiddelijk vervangen!
Afgescheurde stukken weefsel en grof vuil kunnen de motor
onherstelbaar beschadigen.
De luchtfi lter (5) inzetten en de kapklem (4) in de richting van
de pijl drukken tot ze inklikt.
De combischakelaar (3) naar beneden drukken en de gashen-
del (6) eenmaal volledig indrukken om de halfgasstand uit te
schakelen.
De afdekkap (2) weer opzetten en met de kapklem (1) beves-
tigen.
Luchtfi lter schoonmaken