operation manual

59 NEDERLANDS
Het toerental veranderen
Het aantal omwentelingen en slagen per minuut kan
worden ingesteld door de regelaar te draaien. De
regelaar is gemarkeerd van 1 (laagste toerental) tot 5
(hoogste toerental).
►Fig.4: 1. Regelaar
Ziedetabelhierondervoorhetverbandtussenhetcijfer
op de regelaar en het aantal omwentelingen en slagen
per minuut.
Cijfer Omwentelingen
per minuut
Slagen per minuut
5 500 2.900
4 470 2.700
3 380 2.150
2 290 1.650
1 250 1.450
LET OP: Draai niet aan de regelaar terwijl het
gereedschap nog draait. Als u dit niet doet, kan
u de controle over het gereedschap verliezen en
letsel veroorzaken.
KENNISGEVING: Als het gereedschap gedu-
rende een lange tijd ononderbroken op een laag
toerental wordt gebruikt, zal de motor overbelast
raken, waardoor een storing zal optreden.
KENNISGEVING: De toerentalregelaar kan
slechts tot stand 5 worden gedraaid en terugge-
draaid tot stand 1. Forceer de regelaar niet voorbij
de 5 of de 1 omdat de toerentalregeling daardoor
defect kan raken.
OPMERKING:Alsdetoerentalregelaarop“3”of
hogerstaat,verlaagthetgereedschapbijnullast
automatischhettoerentalomdetrillingenbijnullast
teverlagen.Zodradebithetbetonraakt,neemthet
aantal slagen per minuut toe tot het aantal slagen
aangegevenindetabel.Bijlagetemperatuurwan-
neerhetvetmindervloeibaaris,ishetmogelijkdat
dezefunctievanhetgereedschapnietwerktondanks
dat de motor draait.
De lamp op de voorkant gebruiken
►Fig.5: 1. Lamp
LET OP: Kijk niet direct in het lamplicht of in
de lichtbron.
Knijpdetrekkerschakelaarinomdelampinteschake-
len.Delampblijftbrandenzolangdetrekkerschakelaar
wordt ingeknepen. Ongeveer 10 seconden nadat u de
trekkerschakelaar hebt losgelaten, gaat de lamp uit.
OPMERKING: Gebruik een droge doek om vuil van
delensvandelampaftevegen.Weesvoorzichtig
dat u de lens van de lamp niet bekrast omdat dan de
verlichting minder wordt.
De werkingsfunctie kiezen
KENNISGEVING: Draai de werkingsfunctiekeu-
zeknop niet terwijl het gereedschap draait. Het
gereedschapzalhierdoorwordenbeschadigd.
KENNISGEVING: Om snelle slijtage van het
werkingsfunctiekeuzemechanisme te voorkomen,
zorgt u ervoor dat de werkingsfunctiekeuzeknop
altijd precies in een van de drie werkingsfunctie-
standen staat.
Hamerboren
Voorhetboreninbeton,metselwerk,enz.,draaitu
dewerkingsfunctiekeuzeknopnaarhetsymbool
.
Gebruik een boor met een hardmetalen punt.
►Fig.6: 1.Werkingsfunctiekeuzeknop2.Pijlpunt
Alleen hameren
Voorhetbeitelen,bikkenofsloopwerkzaamheden,
draaitudewerkingsfunctiekeuzeknopnaarhetsym-
bool
. Gebruik een puntbeitel, koudbeitel, bikbeitel,
enz.
►Fig.7: 1.Pijlpunt2.Werkingsfunctiekeuzeknop
Koppelbegrenzer
KENNISGEVING: Schakel het gereedschap
onmiddellijk uit wanneer de koppelbegrenzer in
werking treedt.Hiermeehelptuvroegtijdigeslijtage
van het gereedschap te voorkomen.
KENNISGEVING: Boren, zoals gatenzagen, die
gemakkelijk bekneld raken in het boorgat, mogen
niet worden gebruikt met dit gereedschap. Dit
isomdatzijdekoppelbegrenzertevaakinwerking
doen treden.
Dekoppelbegrenzertreedtinwerkingwanneerde
motor een bepaald koppel bereikt. De motor wordt dan
ontkoppeld van de uitgaande as. Wanneer dit gebeurt,
zaldeboorophoudenmetdraaien.
Constant-toerentalregeling
Elektronische toerentalregeling voor het aanhouden
vaneenconstanttoerental.Maakteenonberispelijke
afwerkingmogelijkomdathettoerentalzelfsonder
belastingconstantblijft.
MONTAGE
LET OP: Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens enig werk aan het gereedschap uit te
voeren.