Operation Manual
23
Vier schroeven (14) losdraaien. Starterhuis () wegnemen. 
Twee schroeven (
16) uitdraaien en de luchtgeleiding (17) voor-
zichtig van het starterhuis () scheiden. Hierbij de volgorde (A 
- B - C - D) aanhouden.
Oude kabelresten (
18) verwijderen.
De nieuwe startkabel (ø 4,0 mm, 1000 mm lang), zoals op de 
afbeelding getoond, inrijgen (de schijf (
) niet vergeten) en in 
de beide uiteinden een knoop leggen.
Knoop (
20) in de kabeltommerl (21) aanbrengen.
LET OP: De knoop resp. het startkabeluiteinde mag niet boven 
het oppervlak van de kabeltrommel uitsteken.
Knoop (
22) door de startgreep (23) halen.
Kabel in de uitsparing (24) van de kabeltrommel steken en met 
behulp van de kabel de kabeltrommel twee keer in de richting 
van de pijl draaien.
Kabeltrommel met de linkerhand vasthouden, met de rechterhand 
de verdraaiing van de kabel opheffen, de kabel strak trekken 
en vasthouden. 
Kabeltrommel loslaten. De kabel wordt door de veerkracht op 
de kabeltrommel gewikkeld.
Het proces driemaal herhalen. De startgreep moet nu recht 
op het starterhuis staan.
OPMERKING: Bij  geheel  uitgetrokken startkabel moet  de 
kabeltrommel minstens 1/4 toer tegen de veerkracht in verder 
kunnen worden gedraaid.
LET OP:
De luchtgeleiding (
17) in omgekeerde volgorde monteren. Let 
erop dat de geleiding () in de houder (26) aan het starterhuis 
ligt.
Bij het opzetten van het starterhuis eventueel licht aan de start
-
greep trekken, tot het startmechanisme aangrijpt.










