operation manual

31 NEDERLANDS
Juiste aandraaimoment voor standaard bout
140
N•m
(kgf•cm)
(1428)
120
(1224)
100
(1020)
80
(816)
60
(612)
40
(408)
20
(204)
0
M16
M10
M8
M14
M12
(M16)
(M14)
(M12)
(M10)
(M8)
2
1
2.01.0
1.Aandraaitijd(seconden)2.Aandraaimoment
Juiste aandraaimoment voor standaard bout met
hoge trekvastheid
2
1
200
(2040)
N•m
(kgf•cm)
180
(1836)
160
(1632)
140
(1428)
120
(1224)
100
(1020)
80
(816)
60
(612)
40
(408)
20
(204)
0
M14
M12
(M14)
(M12)
(M10)
(M8)
M10
M8
2.0 3.01.0
1.Aandraaitijd(seconden)2.Aandraaimoment
Houd het gereedschap stevig vast en plaats de punt
vanhetschroefbitindeschroefkop.Oefenzoveel
kracht op het gereedschap uit als nodig is om het
schroefbitopzijnplaatstehouden.Schakelvervolgens
het gereedschap in om de bediening te starten.
KENNISGEVING: Als u een reserveaccu
gebruikt om de werkzaamheden voort te kunnen
zetten, geeft u het gereedschap minstens 15
minuten rusttijd.
OPMERKING:Gebruikaltijdhetbitdatgeschiktis
voordekopvandeaantedraaienschroef/bout.
OPMERKING: Voor het vastdraaien van een
M8-formaatofkleinereschroef,regeltudedrukop
detrekkerschakelaarzorgvuldigzodatdeschroefniet
beschadigd wordt.
OPMERKING: Houd het gereedschap vooral recht op
deschroef.
OPMERKING:Alsdeslagkrachttehoogis,zalde
schroeflangerwordenaangedraaiddanaangegeven
indeafbeeldingen,endankandeschroefofdekop
vanhetschroefbitoverbelast,vervormdofbescha-
digdworden.Alvorensuaanhetwerkgaat,dientu
altijdevenproeftedraaienomdejuisteaandraaitijd
vooruwtypeschroeftebepalen.
Het aandraaimoment wordt beïnvloed door een groot
aantalverschillendefactoren,waaronderdevolgende.
Controleernahetvastdraaienaltijdhetaandraaimo-
ment met een momentsleutel.
1. Wanneerdeaccubijnaleegis,neemtdespanning
afenverminderthetaandraaimoment.
2. Schroefbitofschroefdop
Het aandraaimoment vermindert als u niet een
schroefbitofschroefdopvandejuistemaat
gebruikt.
3. Bout
• Zelfswanneerhetkoppelcoëfciëntover-
eenkomtmetdeboutklasse,hangthetjuiste
aandraaimomentafvandeboutdiameter.
• Zelfswanneerdeboutdiametersgelijkzijn,
hangthetjuisteaandraaimomentafvan
hetkoppelcoëfciënt,deboutklasseende
boutlengte.
4. De manier van vasthouden van het gereedschap
endepositiewaardeschroefinhetmateriaal
wordt gedraaid, hebben een invloed op het
aandraaimoment.
5. Bijlageretoerentallenwordtookhetaandraaimo-
ment kleiner.
ONDERHOUD
LET OP: Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens te beginnen met onderhoud of inspectie.
KENNISGEVING: Gebruik nooit benzine, was-
benzine, thinner, alcohol en dergelijke. Hierdoor
kunnen verkleuring, vervormingen en barsten
worden veroorzaakt.
OmdeVEILIGHEIDenBETROUWBAARHEIDvan
het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoudofafstellingentewordenuitgevoerdbijeen
erkendMakita-servicecentrumofdeMakita-fabriek,en
altijdmetgebruikvanMakita-vervangingsonderdelen.