User Manual

2
Hartelijk dank voor uw vertrouwen!
Wij feliciteren u met uw nieuwe MAKITA motorzaag en ho-
pen, dat u met deze moderne machine tevreden zult zijn. De
EA3500F-EA4301F modellen zijn bijzonder handige en robuuste
motorzagen in een nieuw design.
De automatische kettingsmering met een hoeveelheids regelbare
oliepomp, een onderhoudsvrije elektronische ontsteking, het
gezondheidsbeschermende antitrilsysteem en de ergonomische
vormgeving van grepen en bedienings elementen zorgen voor
bediencomfort en praktisch onver moeiend werken met de
zaag. De verende starthulp maakt een vlotte start zonder grote
krachtinspanning mogelijk. Een accumulator onder veerdruk
ondersteunt hierbij het startproces. De modellen worden land-
speciÞ ek ook met een katalysator uitgerust. De katalysator
reduceert het gehalte aan schadelijke stoffen in de uitgestoten
uitlaatgassen en voldoet tegelijkertijd aan de Europese richtlijn
2002/88/EG.
De veiligheidsuitrusting van de MAKITA motorzagen is op de
nieuwste stand van de techniek en vervult alle nationale en
internationale veiligheidsvoorschriften. Zij omvat hand bescherm-
ers aan beide grepen, een gasafsperknop, een kettingvang bout,
een veiligheidszaag ketting en een kettingrem, die niet alleen
met de hand in werking kan worden gesteld, maar die ook
d.m.v. zaaggeleidingsterugslag (kickback), automatisch door
een vertragingsmechanisme in werking wordt gesteld.
In het apparaat zijn volgende octrooirechten in de praktijk
gebracht: DE 10132973, DE 20301182, DE 10202360, DE
202664012860, US 6648161, US 6814192, US 7097164, US
7033149, WO 2001077572. Om uw persoonlijke veiligheid te
waarborgen en een optimaal functioneren en optimale beschi-
kbaarheid van uw nieuwe motor kettingzaag te garanderen,
verzoeken wij u het volgende:
Leest u voor de eerste ingebruikname van de motor-
zaag deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en neem
beslist alle veiligheidsvoorschriften in acht! Nietinacht-
neming kan levensgevaarlijke verwondingen veroorza-
ken!
Inhoudsopgave bladzijde
Omvang van de levering .................................................... 3
Symbolen ............................................................................ 3
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Algemene voorschriften ..................................................4
Persoonlijke beschermingsuitrusting ..............................4
Brandstoffen / Tanken ..................................................... 5
Inbedrijfname ..................................................................5
Terugslag (Kickback) ......................................................6
Werkomstandigheden en -technieken .........................6-7
Transport en opslag ........................................................8
Onderhoud ......................................................................8
Eerste Hulp .....................................................................8
Technische speciÞ caties ...................................................9
Verpakking ..........................................................................9
Benaming van de onderdelen ......................................... 10
INBEDRIJFNAME
Alleen voor modellen met bevestigingsmoeren aan de
kettingwielbeschermer
Montage van de zaaggeleiding en zaagketting .......11-12
Zaagketting spannen ....................................................12
Controle van de kettingspanning ..................................13
Zaagketting naspannen ................................................13
Alleen voor QuickSet-geleider
Montage van de zaaggeleiding en zaagketting .......14-15
Zaagketting spannen ....................................................15
Controle van de kettingspanning ..................................15
Zaagketting naspannen ................................................15
Alleen voor modellen met snelspanner aan de kettingwiel-
beschermer
Montage van de zaaggeleiding en zaagketting .......16-17
Zaagketting spannen ....................................................17
Controle van de kettingspanning ..................................18
Zaagketting naspannen ................................................18
Kettingrem ....................................................................18
Brandstoffen .............................................................19-20
Tanken .......................................................................... 20
Kettingsmering controleren ...........................................21
Kettingsmering afstellen ...............................................21
Motor starten ................................................................. 22
Koudstart ......................................................................22
Warmstart .....................................................................22
Afzetten van de motor ................................................... 22
Kettingrem controleren .................................................23
Gebruik in de winter ......................................................... 23
Carburator afstellen ......................................................... 24
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
Zaagketting slijpen ...................................................25-26
Binnenruimte kettingwiel reinigen .................................27
Zaaggeleider reinigen ...................................................27
Nieuwe zaagketting ......................................................28
LuchtÞ lter schoonmaken ...............................................29
Bougie vervangen .........................................................30
Controle van de bougievonk .........................................30
Controleren van de uitlaatschroeven ............................30
Startkabel vervangen / Terughaalveercassette vervangen/
EasyStart-veer vervangen ............................................31
Ventilatorhuis monteren ................................................ 31
LuchtÞ lterruimte/ventilatorruimte reinigen .....................32
Cilinderribben reinigen ..................................................32
BenzineÞ lter vervangen ................................................ 32
Periodieke onderhouds- en reinigingsvoorschriften ...... 33
Werkplaatsservice, reserve-onderdelen en garantie .... 34
Storingzoeken ...................................................................35
Uittreksel uit de reserve-onderdeellijst .....................36-37
Accessoires .............................................................36-37
EU-conformiteitsverklaring ............................................. 38