User Manual

22
1
45 3
2
STOP
ON
Motor starten
De motorkettingzaag mag pas gestart worden na volledig
te zijn samengebouwd en controle!
Op minstens 3 m afstand van de plek waar getankt wordt.
Zorg dat u stabiel staat en leg de motorkettingzaag zo op de
grond leggen dat de zaaginrichting vrij van de grond blijft.
Kettingrem inschakelen (blokkeren).
Houd de beugelgreep stevig met één hand vast en druk de
motorkettingzaag tegen de grond.
Plaats de punt van de rechter voet in de achterste
handbeschermer.
Opmerking: Dankzij de verende starthulp kan de motorzaag
zonder grote krachtinspanning worden gestart. Voer het start-
proces vlot en gelijkmatig uit!
Koudstart:
Brandstofpomp (5) door meermaals drukken in gang brengen
tot de brandstof in de pomp zichtbaar wordt.
De combischakelaar (1) naar boven drukken (chokestand). Hier-
bij wordt tegelijkertijd de halfgasvergrendeling geactiveerd.
Trek de startgreep (2) vlot en gelijkmatig door.
ATTENTIE: De starterkabel niet meer dan ca. 50 cm uittrek ken
en altijd langzaam met de hand terugbrengen.
Herhaal het startproces 2 maal.
De combischakelaar (1) in de middelste stand (ON) drukken.
Opnieuw vlot en gelijkmatig aan de startgreep trekken. Zodra
de motor loopt, de handgreep omvatten (de veiligheidsblok-
keertoets (3) wordt met de handpalm bediend) en de gashendel
(4) aantippen. De halfgasvastzetter wordt opgeheven en de
motor loopt stationair.
Attentie: de motor moet na het aanlopen direct teruggebracht
worden naar het stationaire toerental, daar anders schade kan
ontstaan aan de kettingrem.
Nu de kettingrem lossen
.
Warmstart:
Zoals beschreven onder koudstart, maar voor het starten de
combischakelaar (1) naar boven drukken (chokestand) en
meteen weer in de middelste stand (ON) drukken, om alleen
de halfgasvergrendeling te activeren. Als de motor na 2 tot 3
pogingen niet draait, het complete startproces herhalen, zoals
beschreven onder koudstart.
OPMERKING: Wordt de motor slechts even uitgezet, dan kan
het startproces ook zonder bediening van de combischakelaar
gebeuren.
Belangrijke opmerking: Indien de brandstoftank volledig werd
opgebruikt en de motor door een gebrek aan brandstof tot
stilstand is gekomen, dient u na het bijtanken de brandstofpomp
(5) meermaals in te drukken, tot er brandstof in de pomp te
zien is.
Afzetten van de motor
De combischakelaar (1) naar beneden drukken in de stand .
OPMERKING: De combischakelaar keert na het omlaagdruk-
ken terug naar de stand “ON”. De motor is uitgeschakeld,
maar kan ook zonder de combischakelaar opnieuw te bedie-
nen, worden gestart.
LET OP! Om de ontstekingsstroom te onderbreken, dient de
combischakelaar volledig omlaag te worden gedrukt, voorbij de
weerstand tot in de stand (
).
Koudstart (Choke)
Warmstart (ON)
Afzetten van de
motor
Combischakelaar
in veiligheidsstand
(ontstekingsstroom onder-
broken, noodzakelijk bij
onderhouds- en montage-
werkzaamheden)