Instructions

61 NEDERLANDS
Werking van de schakelaar
LET OP: Controleer altijd, voordat u de accu
in het gereedschap aanbrengt, of de schuifscha-
kelaar op de juiste manier schakelt en weer terug-
keert naar de uit-stand, wanneer achter op de
schuifschakelaar wordt gedrukt.
LET OP: De schakelaar kan worden ver-
grendeld in de aan-stand ten behoeve van het
gebruikersgemak bij langdurig gebruik. Wees
extra voorzichtig wanneer u de schakelaar in de
aan-stand vergrendelt en houd het gereedschap
altijd stevig vast.
Om het gereedschap in te schakelen, schuift u de

de achterkant van de schuifschakelaar te duwen.
Om het gereedschap continu te laten werken, drukt u
op de voorkant van de schuifschakelaar om deze te
vergrendelen.
Om het gereedschap te stoppen, drukt u op de achter-
kant van de schuifschakelaar en schuift u die naar de

Fig.4: 1. Schuifschakelaar
Beveiliging tegen onopzettelijk
herstarten


start het gereedschap niet.
Om het gereedschap te starten schuift u de schuifscha-


Elektronische koppelregelfunctie


te lopen. In deze situatie wordt het gereedschap auto-
matisch uitgeschakeld om verder ronddraaien van de

Om het gereedschap te starten, schakelt u eerst het
gereedschap uit, heft u de oorzaak van de plotselinge
afname van het toerental op, en schakelt u daarna het
gereedschap weer in.
Zachte-startfunctie

inschakelen.
MONTAGE
LET OP: Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens de functies op het gereedschap af te
stellen of te controleren.
De zijhandgreep (handvat) monteren
LET OP: Controleer altijd voor gebruik of de
zijhandgreep stevig vastzit.


Fig.5
De beschermkap aanbrengen of
verwijderen
WAARSCHUWING: Bij gebruik van een schijf
met een verzonken middengat, lamellenschijf,

beschermkap zodanig op het gereedschap wor-
den gemonteerd dat de gesloten zijde van de kap
altijd naar de gebruiker is gekeerd.
WAARSCHUWING: Wanneer u een doorslijp-
schijf of diamantschijf gebruikt, moet u altijd een
beschermkap gebruiken die speciaal ontworpen
is voor gebruik met doorslijpschijven.



Voor schijf met een verzonken

schijfvormige draadborstel/
doorslijpschijf, diamantschijf


-


Fig.6: 1. Vergrendelhendel 2. Inkeping
3. Uitsteeksel
-

De hoek van de beschermkap
aanpassen
WAARSCHUWING:

vergrendelhendel in een van de gaten in de




-


Fig.7: 1. Beschermkap 2. Gat