Instructions

59 NEDERLANDS
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP: Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens de functies op het gereedschap af te
stellen of te controleren.
De accu aanbrengen en verwijderen
LET OP: Schakel het gereedschap altijd uit
voordat u de accu aanbrengt of verwijdert.
LET OP:
Houd het gereedschap en de accu stevig
vast tijdens het aanbrengen of verwijderen van de accu.
-
nen deze uit uw handen glippen en het gereedschap of de accu

Fig.1: 1. Rood deel 2. Knop 3.







LET OP:
Breng de accu altijd helemaal aan
totdat het rode deel niet meer zichtbaar is.
niet doet, kan de accu per ongeluk uit het gereedschap
vallen en u of anderen in uw omgeving verwonden.
LET OP:
Breng de accu niet met kracht aan.


De resterende acculading controleren
Druk op de testknop op de accu om de resterende acculading te

Fig.2: 1.2. Testknop
Indicatorlampjes Resterende
acculading
Brandt Uit Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu
op.


opgetreden in
de accu.
OPMERKING:-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-


Gereedschap-/
accubeveiligingssysteem

-
matisch de voeding naar de motor uit om de levensduur

-
pen als het gereedschap of de accu aan één van de

Overbelastingsbeveiliging


wordt getrokken, stopt het gereedschap automatisch



Schakel daarna het gereedschap in om het weer te
starten.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap of de accu oververhit is,
stopt het gereedschap automatisch. Laat het gereed-
schap afkoelen, voordat u het gereedschap opnieuw
inschakelt.
Beveiliging tegen te ver ontladen
-

vanaf het gereedschap en laadt u de accu op.
De beveiligingsvergrendeling
󰀨
-
king treedt, wordt het gereedschap vergrendeld.
In deze situatie start het gereedschap niet meer, ook
niet wanneer het gereedschap wordt in- en uitgescha-
󰀨

wacht u tot het opladen is voltooid.
Asvergrendeling
Druk de asvergrendeling in om te voorkomen dat de


Fig.3: 1.
KENNISGEVING: Bedien de asvergrendeling
nooit terwijl de as draait.
