Instructions
35 NEDERLANDS
De resterende acculading
controleren
Alleen voor accu’s met indicatorlampjes
►Fig.2: 1.Indicatorlampjes2. Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculadingtezien.Deindicatorlampjesbrandengedu-
rende enkele seconden.
Indicatielampjes Resterende
capaciteit
Brandt Uit
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
OPMERKING:Afhankelijkvandegebruiksomstan-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijkdatdeaangegevenacculadingverschiltvande
werkelijkeacculading.
De trekkerschakelaar gebruiken
►Fig.3: 1. Trekkerschakelaar
LET OP: Alvorens de accu in het gereed-
schap te plaatsen, moet u altijd controleren of de
trekkerschakelaar goed werkt en bij het loslaten
terugkeert naar de stand “OFF”.
Omhetgereedschaptestarten,knijptugewoonde
trekkerschakelaar in. Hoe harder u de trekkerscha-
kelaarinknijpt,hoesnellerhetgereedschapdraait.
Laat de trekkerschakelaar los om het gereedschap te
stoppen.
De lamp op de voorkant gebruiken
►Fig.4: 1. Lamp
LET OP: Kijk niet direct in het lamplicht of in
de lichtbron.
Knijpdetrekkerschakelaarinomdelampinteschake-
len.Delampblijftbrandenzolangdetrekkerschakelaar
wordt ingeknepen. Ongeveer 10 seconden nadat u de
trekkerschakelaarhebtlosgelaten,gaatdelampuit.
OPMERKING:Gebruikeendrogedoekomvuilvan
de lens van de lamp af te vegen. Wees voorzichtig
datudelensvandelampnietbekrastomdatdande
verlichting minder wordt.
De omkeerschakelaar bedienen
►Fig.5: 1. Omkeerschakelaar
LET OP: Controleer altijd de draairichting
alvorens het gereedschap te starten.
LET OP: Verander de stand van de omkeer-
schakelaar alleen nadat het gereedschap volledig
tot stilstand is gekomen.Alsudedraairichting
verandertterwijlhetgereedschapnogdraait,kanhet
gereedschapbeschadigdraken.
LET OP: Zet de omkeerschakelaar altijd in de
neutrale stand wanneer u het gereedschap niet
gebruikt.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de omkeerscha-
kelaarinvanafkantAvoordedraairichtingrechtsom,of
vanaf kant B voor de draairichting linksom.
Wanneer de omkeerschakelaar in de neutrale
stand staat, kan de trekkerschakelaar niet worden
ingeknepen.
Snelheidskeuze
►Fig.6: 1. Snelheidskeuzeknop
LET OP: Zet de snelheidskeuzeknop altijd
volledig in de juiste stand.Alsuhetgereedschap
gebruiktmetdesnelheidskeuzeknophalverwege
tussen de standen "1" en "2", kan het gereedschap
beschadigdworden.
LET OP: Verander de instelling van de snel-
heidskeuzeknop niet terwijl het gereedschap
draait.Datkanhetgereedschapbeschadigen.
Stand van de
snelheids-
keuzeknop
Snelheid Koppel Toepassing
1 Laag Hoog Zware
belasting
2 Hoog Laag Lichte
belasting
Alsudesnelheidwiltveranderen,schakeltueersthet
gereedschap uit. Selecteer stand "2" voor een hoge
snelheid of stand "1" voor een lage snelheid met een
hoog koppel. Let op dat de snelheidskeuzeknop geheel
indejuistestandisgezetvoordatugaatwerken.
Alsdesnelheidvanhetgereedschaptijdensgebruikin
stand "2" sterk afneemt, zet u de knop in stand "1" en
begintuhetgebruikopnieuw.