Operation Manual

35
3. Houd elektrisch gereedschap vast aan het
geïsoleerde oppervlak van de handgrepen
wanneer u werkt op plaatsen waar het
booraccessoire met verborgen bedrading of zijn
eigen snoer in aanraking kan komen. Wanneer
het booraccessoire in aanraking komen met onder
spanning staande draden, zullen de niet-
geïsoleerde metalen delen van het gereedschap
onder spanning komt te staan zodat de gebruiker
een elektrische schok kan krijgen.
4. Draag een veiligheidshelm, veiligheidsbril en/of
spatscherm. Een gewone bril of een zonnebril is
GEEN veiligheidsbril. Het wordt tevens sterk
aanbevolen een stofmasker en dik gevoerde
handschoenen te dragen.
5. Controleer of de boor stevig op zijn plaats zit
voordat u het gereedschap gebruikt.
6. Bij normale bediening behoort het gereedschap
te trillen. De schroeven kunnen gemakkelijk
losraken, waardoor een defect of ongeval kan
ontstaan. Controleer of de schroeven goed zijn
aangedraaid, alvorens het gereedschap te
gebruiken.
7. In koude weersomstandigheden of wanneer het
gereedschap gedurende een lange tijd niet is
gebruikt, laat u het gereedschap eerst opwarmen
door het onbelast te laten werken. Hierdoor zal
de smering worden verbeterd. Zonder degelijk
opwarmen, zal de hamerwerking moeilijk zijn.
8. Zorg er altijd voor dat u stevig staat.
Zorg ervoor dat er niemand zich onder u bevindt
wanneer u het gereedschap op een hoge plaats
gebruikt.
9. Houd het gereedschap met beide handen stevig
vast.
10. Houd uw handen uit de buurt van bewegende
delen.
11. Laat het gereedschap niet ingeschakeld liggen.
Bedien het gereedschap alleen wanneer u het
vasthoudt.
12. Richt het gereedschap niet op iemand in de
buurt terwijl het is ingeschakeld. De boor zou
eruit kunnen vliegen en iemand ernstig
verwonden.
13. Raak de boor en onderdelen in de buurt van de
boor niet onmiddellijk na gebruik aan. Zij kunnen
bijzonder heet zijn en brandwonden op uw huid
veroorzaken.
14. Sommige materialen bevatten chemische stoffen
die giftig kunnen zijn. Neem
voorzorgsmaatregelen tegen het inademen van
stof en contact met de huid. Volg de
veiligheidsinstructies van de leverancier van het
materiaal op.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
WAARSCHUWING:
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van
comfort en bekendheid met het gereedschap (na
veelvuldig gebruik) en neem alle
veiligheidsvoorschriften van het betreffende product
altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het niet
volgen van de veiligheidsinstructies in deze
gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstig persoonlijk
letsel.
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
de functies van het gereedschap te controleren of af te
stellen.
Aan- en uit-knoppen (Fig. 1 en 2)
LET OP:
Controleer altijd, voordat u de stekker in het
stopcontact steekt, of de aan/uit-schakelaar op de
juiste manier schakelt en weer terugkeert naar de uit-
stand nadat deze is losgelaten.
Om het gereedschap in te schakelen, knijpt u gewoon de
aan/uit-schakelaar in. De draaisnelheid van het
gereedschap neemt toe naarmate u meer druk uitoefent
op de aan/uit-schakelaar. Laat de aan/uit-schakelaar los
om het gereedschap te stoppen. Om het gereedschap
continu te laten werken, knijpt u eerst de aan/uit-
schakelaar in, drukt u daarna de vergrendelknop in, en
laat u tenslotte de aan/uit-schakelaar los. Om vanuit de
vergrendelde werking het gereedschap te stoppen, knijpt
u de aan/uit-schakelaar helemaal in en laat u deze
vervolgens weer los.
De lamp inschakelen (Fig. 3)
Voor model HR2631F, HR2631FT
LET OP:
Kijk niet rechtstreeks in het licht of naar de bron van de
lamp.
Trek aan de aan/uit-schakelaar om de lamp in te
schakelen. Laat de aan/uit-schakelaar los om de lamp uit
te schakelen.
OPMERKING:
Gebruik een droge doek om het vuil van de lens van de
lamp te vegen. Wees voorzichtig de lens van de lamp
niet te bekrassen om de lichtopbrengst niet te
verlagen.
Maak de lens van de lamp niet schoon met verdunner
of benzine. Dergelijke oplosmiddelen kunnen de lens
van de lamp beschadigen.
Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 4 en 5)
LET OP:
Controleer altijd de draairichting alvorens het
gereedschap te gebruiken.
Gebruik de omkeerschakelaar alleen nadat het
gereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Als u de
draairichting verandert voordat het gereedschap
volledig stilstaat, kan het gereedschap worden
beschadigd.
Voor model HR2631F, HR2631FT, HR2320T, HR2630,
HR2630T
LET OP:
Als de aan/uit-schakelaar niet kan worden ingeknepen,
controleert u dat de omkeerschakelaar helemaal naar
de stand (kant A) of naar de stand (kant B) is
gezet.
Dit gereedschap is uitgerust met een omkeerschakelaar
waarmee u de draairichting kunt omkeren. Duw de
omkeerschakelaar naar stand (kant A) voor de
draairichting rechtsom, of naar stand (kant B) voor de
draairichting linksom.