operation manual

37
Diepteaanslag
De diepteaanslag is handig voor het boren van gaten van
gelijke diepte. (Fig. 18)
Houd de vergrendelknop op de basis van de
zijhandgreep ingedrukt in de richting van de pijl
aangegeven in de afbeelding, en steek tegelijkertijd de
diepteaanslag in het zeskantgat in de zijhandgreep.
(Fig. 19)
De diepteaanslag moet zodanig in het zeskantgat
worden ingestoken dat de getande zijde van de
diepteaanslag wijst naar de getande zijde van de
zeskantgatmarkering op de zijhandgreep, zoals
aangegeven in de afbeelding. (Fig. 20)
Stel de diepteaanslag af op de gewenste diepte door
deze heen en weer te bewegen terwijl u de
vergrendelknop ingedrukt houdt. Nadat de diepteaanslag
is afgesteld, laat u de vergrendelknop los om de
diepteaanslag te vergrendelen. (Fig. 21)
OPMERKING:
Als de diepteaanslag in het zeskantgat wordt
ingestoken terwijl de getande zijde van de
diepteaanslag niet wijst naar de getande zijde van de
zeskantgatmarkering op de zijhandgreep, zoals
aangegeven in afbeelding, kan de diepteaanslag niet
worden vergrendeld.
Stofvanger (optioneel accessoire) (Fig. 22)
Gebruik de stofvanger om te voorkomen dat stof op het
gereedschap en op uzelf terechtkomt wanneer u boven
uw hoofd boort. Bevestig de stofvanger op de boor zoals
aangegeven in de afbeelding. De diameter van de boren
waaraan de stofvanger kan worden bevestigd is als
volgt.
006406
Er is ook een ander type stofvanger (optioneel
accessoire) verkrijgbaar dat helpt voorkomen dat stof op
het gereedschap en op uzelf terechtkomt wanneer u
boven uw hoofd boort.
De stofvanger aanbrengen en verwijderen
(optioneel accessoire)
Alvorens de stofvanger aan te brengen, verwijdert u de
boor zo nodig uit het gereedschap. Breng de stofvanger
(optioneel accessoire) zodanig op het gereedschap aan
dat het symbool op de stofvanger is uitgelijnd met de
groeven op het gereedschap. (Fig. 23)
Om de stofvanger te verwijderen, houdt u de boorkopmof
getrokken in de richting aangegeven in de afbeelding en
trekt u tegelijkertijd de boor uit het gereedschap.
(Fig. 24)
Pak vervolgens het voetstuk van de stofvanger vast en
trek het van het gereedschap af. (Fig. 25)
OPMERKING:
• Bij het aanbrengen of verwijderen van de stofvanger
kan de dop losraken. Als dat gebeurt, gaat u als volgt
te werk. Verwijder de balg van het voetstuk en pas de
dop vanaf de zijkant zoals in de afbeelding getoond
met de platte kant omhoog er op, zodat de groef in de
dop past in de binnenrand van het voetstuk. Plaats ten
slotte de balg terug op het voetstuk. (Fig. 26, 27 en 28)
OPMERKING:
Als u een stofzuiger aansluit op uw boorhamer, kunt u
nog schoner werken. De dop moet uit de stofvanger
worden verwijderd voordat u de stofzuiger aansluit.
(Fig. 29)
BEDIENING
LET OP:
Gebruik altijd de zijhandgreep (hulphandgreep) en
houd het gereedschap tijdens gebruik stevig vast aan
zowel de zijhandgreep als de hoofdhandgreep.
Gebruik als boorhamer (Fig. 30)
LET OP:
Op het moment dat het boorgat doorbreekt, het
boorgat verstopt raakt met schilfertjes of
metaaldeeltjes, of de boorhamer de bewapening in het
beton raakt, wordt een enorme en plotselinge kracht
uitgeoefend op het gereedschap/de boor. Gebruik altijd
de zijhandgreep (hulphandgreep) en houd het
gereedschap tijdens gebruik stevig vast aan zowel de
zijhandgreep als de hoofdhandgreep. Als u dit niet
doet, kunt u de controle over het gereedschap
verliezen en mogelijk ernstig letsel veroorzaken.
Draai de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool
.
Plaats de punt van de boor op de gewenste plaats waar
het boorgat moet komen en knijp vervolgens de aan/uit-
schakelaar in. Forceer het gereedschap niet. Een lichte
druk geeft de beste resultaten. Houd het gereedschap
stevig vast en zorg dat het niet uitglijdt.
Oefen geen grotere druk uit wanneer het boorgat
verstopt raakt met schilfertjes of metaaldeeltjes. Laat in
zo’n geval het gereedschap langzaam lopen en verwijder
de boor gedeeltelijk uit het boorgat. Wanneer dit
verschillende keren wordt herhaald, zal het boorgat
schoon worden en kunt u normaal verder boren.
OPMERKING:
• Terwijl het gereedschap onbelast wordt gebruikt, kan
de boor excentrisch draaien. Het gereedschap
centreert zichzelf automatisch tijdens het gebruik. Dit
heeft geen nadelige invloed op de nauwkeurigheid van
het boren.
Blaasbalgje (optioneel accessoire) (Fig. 31)
Gebruik na het boren het blaasbalgje om het stof uit het
boorgat te blazen.
Beitelen/bikken/slopen (Fig. 32)
Draai de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool
g. Houd het gereedschap met beide handen stevig vast.
Schakel het gereedschap in en oefen er enige kracht op
uit zodat het gereedschap niet oncontroleerbaar in het
rond springt. Het gereedschap werkt niet efficiënter als u
grote druk op het gereedschap uitoefent.
Boren in hout of metaal
LET OP:
Gebruik nooit “Ronddraaien met hameren” wanneer de
snelwisselboorkop op het gereedschap is aangebracht.
De snelwisselboorkop kan worden beschadigd.
Bovendien zal de boorkop loskomen wanneer de
draairichting van het gereedschap wordt omgekeerd.
Boordiameter
Stofvanger 5 6 mm – 14,5 mm
Stofvanger 9 12 mm – 16 mm