Operation Manual
26
De snelwisselboorkop aanbrengen
(zie afb. 5)
Controleer of de streep op de snelwisselboorkop bij het
symbool staat. Pak de wisselmof van de
snelwisselboorkop vast en zet de streep bij het symbool
. Zet de snelwisselboorkop op de as van het
gereedschap.
Pak de wisselmof van de snelwisselboorkop en draai de
streep op de wisselmof naar het symbool totdat een
duidelijke klik wordt gehoord.
De werkingsfunctie selecteren
Voor model HR2800 (zie afb. 6)
Dit gereedschap is uitgerust met een werkingsfunctie-
keuzeknop. Kies met deze keuzeknop van de twee
beschikbare werkingsfuncties de functie die het meest
geschikt is voor uw klus.
Voor alleen ronddraaien, draait u de werkingsfunctie-
keuzeknop zodat de pijlpunt op het gereedschap op het
symbool op de ring staat.
Voor ronddraaien met de hameren draait u de
werkingsfunctie-keuzeknop zodat de pijlpunt op het
gereedschap op het symbool op de ring staat.
LET OP:
• Stel de werkingsfunctie-keuzeknop altijd volledig in op
het symbool van de juiste stand van uw keuze. Als u
het gereedschap bedient met de werkingsfunctie-
keuzeknop ingesteld tussen de twee
werkingsfunctiesymbolen in, kan het gereedschap
beschadigd raken.
• Draai de werkingsfunctie-keuzeknop alleen nadat het
gereedschap volledig tot stilstand is gekomen.
Voor modellen HR2810, HR2810T, HR2811F en
HR2811FT
Ronddraaien met hameren (zie afb. 7)
Voor het boren in beton, metselwerk, enz., draait u de
werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool . Gebruik
een boortje met een hardmetalen punt.
Alleen ronddraaien (zie afb. 8)
Voor het boren in hout, metaal of kunststofmaterialen,
draait u de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool
. Gebruik een spiraalboor of houtboor.
Alleen hameren (zie afb. 9)
Voor het beitelen, bikken of sloopwerkzaamheden, draait
u de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool .
Gebruik een ronde boor, koudbeitel, bikbeitel, enz.
LET OP:
• Draai de werkingsfunctie-keuzeknop niet terwijl het
gereedschap onder belasting draait. Het gereedschap
zal hierdoor worden beschadigd.
• Om snelle slijtage van het werkingsfunctie-
omschakelmechanisme te voorkomen, zorgt u ervoor
dat de werkingsfunctie-keuzeknop altijd precies in een
van de drie standen staat.
Koppelbegrenzer
De koppelbegrenzer treedt in werking wanneer de motor
een bepaald koppel bereikt. De motor wordt dan
ontkoppeld van de uitgangsas. Wanneer dit gebeurt, zal
de boor ophouden met draaien.
LET OP:
• Schakel het gereedschap onmiddellijk uit wanneer de
koppelbegrenzer in werking treedt. Hiermee helpt u
vroegtijdige slijtage van het gereedschap voorkomen.
• Opzetstukken, zoals gatenzagen, die gemakkelijk
bekneld raken in het boorgat, mogen niet worden
gebruikt met dit gereedschap. Dit is omdat zij de
koppelbegrenzer te vaak in werking doen treden.
ONDERDELEN AANBRENGEN/
VERWIJDEREN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
enige werk aan het gereedschap uit te voeren.
Zijhandgreep (hulphandgreep)
(zie afb. 10)
LET OP:
• Gebruik altijd de zijhandgreep zodat u veilig kunt
werken.
Plaats de zijhandgreep zodanig over de kop van het
gereedschap dat de tanden van de zijhandgreep in de
uitsteeksels van het gereedschap passen. Draai daarna
de zijhandgreep vast door deze in de gewenste stand
rechtsom te draaien. De zijhandgreep kan 360° rond het
gereedschap gedraaid worden en in iedere gewenste
stand worden vastgezet.
Boorvet
Voordat u de boor aanbrengt, smeert u een beetje boorvet
(ong. 0,5 tot 1 gram) op de kop van de boorschacht.
Met een ingevette boorkop zal het gereedschap beter
werken en langer meegaan.
De boor aanbrengen en verwijderen
(zie afb. 11)
Reinig de boorschacht en smeer er boorvet op alvorens
de boor aan te brengen. (zie afb. 12)
Steek het boortje in het gereedschap. Draai het boortje en
duw hem naar binnen tot hij vergrendelt.
Controleer na het aanbrengen altijd of het boortje stevig in
het gereedschap is bevestigd door te proberen het eruit te
trekken.
Om de boor te verwijderen, trekt u de boorkopmof
helemaal omlaag en dan trekt u de boor eruit.
(zie afb. 13)
Beitelhoek (bij beitelen, bikken of slopen)
Voor modellen HR2810, HR2810T, HR2811F en
HR2811FT (zie afb. 14)
De beitel kan onder de gewenste hoek worden vastgezet.
Om de beitelhoek te veranderen, draair u de
werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool O. Draai de
beitel naar de gewenste hoek.
Draai de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool .
Controleer daarna dat de beitel stevig op zijn plaats
vastzit door deze iets te draaien. (zie afb. 15)