Instructions

73 NEDERLANDS
Om de haak te kunnen gebruiken, draait u gewoon de



Fig.18: 1. Geopende stand 2. Gesloten stand
Elektrische rem

-
-
kelaar, laat u het gereedschap onderhouden door een
Makita-servicecentrum.
LET OP: Het zaagbladremsysteem is geen
vervanging van de beschermkap. GEBRUIK
HET GEREEDSCHAP NOOIT ZONDER EEN
WERKENDE BESCHERMKAP. DIT KAN LEIDEN
TOT ERNSTIG PERSOONLIJK LETSEL.
Elektronische functie


Zachte-startfunctie

van de startschok.
MONTAGE
LET OP: Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens enig werk aan het gereedschap uit te
voeren.
Opbergen van de inbussleutel

op de plaats aangegeven in de afbeelding op, om te

Fig.19: 1. Inbussleutel
Het cirkelzaagblad aanbrengen en
verwijderen
LET OP: Verzeker u ervan dat het cirkelzaag-
blad zodanig wordt aangebracht dat de tanden
aan de voorkant van het gereedschap omhoog
wijzen.
LET OP: Gebruik uitsluitend de Makita-
inbussleutel voor het aanbrengen en verwijderen
van het cirkelzaagblad.

-
blad niet meer kan draaien, en gebruikt u vervolgens de

-

Fig.20: 1. Asvergrendeling 2. Inbussleutel
3. Losdraaien 4. Vastdraaien
Voor gereedschap zonder de ring
Fig.21: 1. Inbusbout 2.
3.4.-
5.6.
gereedschap
Voor gereedschap met de ring
Fig.22: 1. Inbusbout 2.
3.4.-
blad 5. Ring 6.7.
gereedschap
-


op het gereedschap.
Voor gereedschap met een

een middengatdiameter anders dan
15,88 mm



-



Fig.23: 1. Montageas 2.
3.4.
5. Inbusbout
WAARSCHUWING: ZORG ERVOOR
DAT U DE INBUSBOUT RECHTSOM STEVIG
VASTDRAAIT. Wees ook voorzichtig de bout niet
te strak aan de draaien. Als u met uw hand van
de inbussleutel af glijdt, kan persoonlijk letsel
ontstaan.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het uit-
-
zijde zit, perfect past in het middengat "a" van het
zaagblad.


Voor gereedschap met een

een middengatdiameter van 15,88 mm
(afhankelijk van het land)


-

Voor gereedschap zonder de ring
Fig.24: 1. Montageas 2.
3.4.
5. Inbusbout
Voor gereedschap met de ring
Fig.25: 1. Montageas 2.
3.4.
5. Inbusbout 6. Ring