Operation Manual
23
NEDERLANDS
Verklaring van algemene gegevens
1 Hulpplaat
2 Zeskant bout
3 Machinevoet
4Moer
5Bout
6 Middenkap
7 Dopsleutel
8 Veiligheidskap
9 Asvergrendelaar
10 Zaagkap
11 Geleidearm
12 Pen
13 Binnen flens
14 As
15 25,4 mm markering
16 Zaagblad
17 Buiten flens
18 Stofzak
19 Ritssluiting
20 Stofuitlaat
21 Trekschakelaar
22 Verstekplaat
23 Draaibaar voetstuk
24 Instelbout
25 Schroevedraaier
26 Geleider
27 Schroef
28 Wijzer
29 Klemschroef
30 Vleugelbout
31 Klemarm
32 Werkstuk
33 Houder
34 Afstelplaat
35 Knop
36 Vastzetknop
37 Zaagsleuf
38 Zaaglijn
39 Geleideplaat
40 Bouten
41 Bout
42 Arm
43 Schroef (A)
44 Liniaal
45 Schroef (B)
46 Vergrendelpen
47 Limietaanduiding
48 Koolborsteldop
TECHNISCHE GEGEVENS
Model LS0810
Diameter zaagblad .............................................210 mm
Max. zaagkapaciteit (H x B)
Dwars zagen (90°) ................................... 55 x 130 mm
Verstekzagen (45°) .................................... 55 x 95 mm
Toerental onbelast/min. ..........................................5 000
Afmeting (L x B x H) ....................... 390 x 270 x 385 mm
Netto gewicht ......................................................... 5,6 kg
• In verband met ononderbroken research en ontwikke-
ling behouden wij ons het recht voor bovenstaande
technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande
kennisgeving.
• OPMERKING: De technische gegevens kunnen van
land tot land verschillen.
Stroomvoorziening
De machine mag alleen worden aangesloten op een
stroombron van hetzelfde voltage als aangegeven op de
naamplaat, en kan alleen op enkel-fase wisselstroom
worden gebruikt. De machine is dubbel-geïsoleerd vol-
gens de Europese standaard en kan derhalve ook op
een niet-geaard stopcontact worden aangesloten.
Veiligheidswenken
Voor uw veiligheid dient u de bijgevoegde Veiligheids-
voorschriften nauwkeurig op te volgen.
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1. Draag oogbescherming.
2. Gebruik de zaag niet zonder dat de bescherm-
kappen zijn aangebracht.
3. Gebruik de machine niet in de nabijheid van ont-
vlambare vloeistoffen of gassen.
4. Controleer het zaagblad zorgvuldig op barsten of
beschadiging, alvorens de machine te gaan
gebruiken. Een gebarsten of beschadigd zaag-
blad dient onmiddellijk te worden vervangen.
5. Gebruik alleen flenzen die voor deze machine
gemaakt zijn.
6. Zorg ervoor dat de as, de flenzen (vooral het
montagevlak) of de bout niet worden bescha-
digd. Beschadiging van deze onderdelen kan
zaagbladbreuk veroorzaken.
7. Controleer of het draaibaar voetstuk goed vast-
zit, zodat het tijdens het zagen niet kan bewegen.
8. Verwijder voor uw eigen veiligheid zaagafval,
kleine stukjes hout e.d. van de werktafel alvo-
rens te gaan zagen.
9. Zaag niet op spijkers. Inspecteer het werkstuk
en verwijder alle eventuele spijkers alvorens met
het zagen te beginnen.
10. Zet de asvergrendeling in de vrije stand alvorens
de trekkerschakelaar in te drukken.
11. Zorg ervoor dat het zaagblad in zijn laagste posi-
tie niet in aanraking komt met het draaibaar voet-
stuk.
12. Houd het handvat stevig vast. Denk eraan dat de
zaag bij het starten en stoppen een beetje op- en
neergaat.
13. Zaag nooit met het werkstuk in uw hand. Zet het
werkstuk altijd stevig vast op het draaibaar voet-
stuk en tegen de geleider met behulp van de
spanschroef. Gebruik nooit uw hand om het
werkstuk vast te houden.
14. Houd altijd uw handen uit de buurt van het zaag-
blad. Raak het freewheelende zaagblad niet aan,
aangezien dit nog ernstige verwondingen kan
veroorzaken.
15. Probeer tijdens het zagen nooit iets vast te pak-
ken in de omgeving van het zaagblad.
16. Controleer vóór het inschakelen of het zaagblad
niet in contact is met het werkstuk.
17. Laat de machine een tijdje draaien alvorens deze
op het werkstuk te gebruiken. Controleer op tril-
lingen of schommelingen die op onjuiste instal-
latie of op een slecht gebalanceerd zaagblad
kunnen wijzen.
18. Wacht totdat het zaagblad op volle toeren draait,
alvorens het werkstuk te zagen.
19. Stop onmiddellijk met zagen indien u iets abnor-
maals opmerkt.
20. Probeer niet de trekschakelaar in de AAN positie
te vergrendelen.