Operation Manual
5
12
1 = Kettingrem in werking
2 = Kettingrem los
Terugslag (kickback)
– Tijdens werkzaamhe-
den met de motorzaag
bestaat het gevaar van
een terugslag. Een der-
gelijke terugslag doet
zich voor bij contact tus-
sen het - vooral boven-
ste - uiteinde van het
zaagblad en een stuk
hout of andere vaste
voorwerpen. De motor-
zaag slaat hierbij terug
in de richting van de
gebruiker.
– Doe het volgende om een terugslag te vermijden:
• Zet een zaagsnede nooit aan met het uiteinde van het
zaagblad!
• Zaag nooit met het uiteinde van het zaagblad! Wees
voorzichtig bij het verder zagen in een reeds ingezette
zaagsnede.
• Begin de snede te zagen met een lopende zaagketting!
• Zorg ervoor dat de zaagketting steeds correct geslepen
is. Let hierbij in het bijzonder op de juiste instelling van de
dieptebegrenzer (specifieke informatie in hoofdstuk „De
zaagketting slijpen”)!
• Zaag nooit meerdere takken tegelijkertijd door!
• Let bij het zagen van takken erop, dat u met het zaagblad
geen tweede tak raakt.
• Let op stammen die in de omgeving liggen, wanneer u
hout in stukken zaagt. Houd het uiteinde van het zaagblad
steeds in het oog.
• Maak gebruik van een zaagbok.
Veiligheidsvoorzieningen
– Controleer steeds of de veiligheidsvoorzieningen functione-
ren alvorens met zagen te beginnen. Gebruik de motorzaag
uitsluitend wanneer de veiligheidsvoorzieningen in orde zijn.
– Kettingrem: De motor-
zaag is uitgerust met
een kettingrem die de
zaagketting in een
fractie van een secon-
de doet stoppen. De
rem schakelt in, wan-
neer de handbescher-
ming naar voren ge-
drukt wordt. De zaag-
ketting stopt binnen de
0,15 sec en de voe-
dingsspanning van de
motor wordt onderbroken.
– Uitlooprem: De motorzaag is uitgerust met een uitlooprem.
De rem zorgt ervoor, dat na loslaten van de AAN/UIT-scha-
kelaar de zaagketting onmiddellijk tot stilstand komt. Zo
wordt vermeden dat een nalopende zaagketting nog gevaar
met zich meebrengt.
– De handbescherming vooraan en achteraan voorkomt ver-
wondingen door stukken hout die naar achter geslingerd
worden of door een gebroken zaagketting.
– De vergrendeling verhindert dat de motorzaag per ongeluk
ingeschakeld wordt.
– De kettingmeenemer voorkomt dat de gebruiker gekwetst
raakt door een afgesprongen of gebroken zaagketting.
Transport en opslag
– Trek de stekker uit het stopcontact en breng de
zaagbladkap aan voor transport of bij buitenge-
bruikstelling van de motorzaag. Draag of trans-
porteer de motorzaag nooit met lopende zaag-
ketting.
– Draag de motorzaag uitsluitend met de handgreep vooraan.
Het zaagblad wijst naar achter.
– Leg de motorzaag in een veilige, droge en afsluitbare ruimte
buiten het bereik van kinderen. Bewaar de motorzaag niet
buiten.
Onderhoud
– Trek de stekker uit het stopcontact, alvorens met instellingen
of onderhoud te beginnen.
– Controleer regelmatig of de isolatie van het verbindingskabel
niet beschadigd is.
– Maak de motorzaag regelmatig schoon.
– Laat de kunststofbehuizing bij beschadiging onmiddellijk
herstellen door een gekwalificeerd vakman.
– Gebruik de zaag niet bij een defecte AAN/UIT-schakelaar.
Laat herstellen door een gekwalificeerd vakman.
– Breng in geen geval wijzigingen aan in de constructie van de
motorzaag! U brengt hierdoor uzelf in gevaar!
– Voer enkel de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uit
die in deze gebruiksaanwijzing beschreven worden. Alle an-
dere werkzaamheden moeten bij de onderhoudsdienst van
MAKITA gebeuren.
– Gebruik uitsluitend originale onderdelen en toebehoren van
MAKITA die voor deze zaag geschikt zijn. Bij gebruik van
andere onderdelen bestaat het risico op ongevallen.
– Bij ongeval of schade met onreglementaire zaagbladen,
zaagkettingen, andere onderdelen of toebehoren vervalt
elke aansprakelijkheid. Toegelaten zaagbladen en
zaagkettingen zie „Uittreksel uit de lijst met onderdelen”.
Eerste Hulp bij Ongevallen
– Werk nooit alleen. Er moet steeds een tweede per-
soon binnen gehoorsafstand zijn.
– Houd voor een eventueel ongeval steeds een verbandkist
klaar. Vul deze kist steeds aan na gebruik van materiaal.
– Vermeld bij vraag om hulp steeds volgende gegevens:
• Waar is het ongeval gebeurd?
• Wat is er gebeurd?
• Hoeveel gekwetsten zijn er?
• Welk type van kwetsuren?
• Vermeld ook uw naam!
Aanwijzing:
Bij personen met circulatiestoornissen kunnen vaak optredende
vibraties tot beschadiging van do bloedvaten of van het
zenuwstelsel leiden.
Door vibraties aan vingers, handen of polsen kunnen de volgende
symptomen optreden: inslapen van lichaamsdelen, prikkelen,
pijn steken, verandering van de huidkleur of van de huid.
Bij het waarnemen van zulke symptomen moet u een dokter
opzoeken.