Operation Manual
7
5
14
2
10
CONTROLES
Voer onderstaande controles uit, alvorens met de werkzaam-
heden te beginnen.
De kettingspanning controleren
Controleer de kettingspanning enkel bij uitgetrok-
ken netstekker! Draag veiligheidshandschoenen!
De juiste spanning van de zaagketting is bereikt, wanneer de
zaagketting op de onderzijde van het zaagblad ligt en met de
hand gemakkelijk ca. 5 mm van het zaagblad opgeheven kan
worden.
Controleer regelmatig de kettingspanning, omdat nieuwe kettin-
gen uitrekken! Een ketting die te los zit, kan van het zaagblad
springen. Gevaar voor ongevallen!
Wanneer de ketting te los zit, moet u de bevestigingsmoer aan
de tandwielkast één omwenteling losser draaien. Span de
ketting aan zoals beschreven onder „MONTAGE“, pagina 6.
De AAN/UIT-schakelaar controleren
Controleer de AAN/UIT-schakelaar uitsluitend bij
uitgetrokken netstekker! Het is verboden om de
AAN/UIT-schakelaar in de inschakelstand te plaat-
sen!
– De AAN/UIT-schakelaar (2) mag enkel ingedrukt kunnen
worden, wanneer u eerst de vergrendeling (14) ingedrukt
houdt.
– Ingedrukt, mag de AAN/UIT-schakelaar niet klemmen. Na
loslasen moet de AAN/UIT-schakelaar automatisch naar
de UIT-stand terugkeren, en de vergrendeling moet uit-
springen.
Indien u een defect van de AAN/UIT-schakelaar
vaststelt, mag u de motorzaag niet gebruiken.
Laat ze door een gekwalificeerd vakman van
MAKITA herstellen. Probeer de zaag niet zelf te
herstellen.
Belangrijke wenk: Op het moment van inschakelen kan een
korte spanningsafval optreden. Bij ongunstige omstandigheden
in het stroomverzorgingsnet kan dit tot beïnvloeding van andere
verbruikers in hetzelfde bereik van het verzorgingsnet voeren.
Wanneer de impedantie van het verzorgingsnet lager dan
0,092 Ohm ligt, kan er van worden uitgegaan dat er geen
beïnvloeding plaats vindt.
De kettingrem controleren
OPMERKING: Wanneer de motorzaag niet aanloopt, moet
de kettingrem losgezet worden. Trek de
handbescherming (5) krachtig naar achter
tot deze voelbaar vastklikt.
– Druk de handbescherming (5) met de rug van de hand naar
voren. De zaagketting moet nu onmiddellijk tot stilstand
komen.
Indien de zaagketting bij deze controleproef niet
onmiddellijk zou stoppen, mag u in
geen geval met
de motorzaag beginnen werken. Contacteer een
van de werkplaatsen van MAKITA.
De uitlooprem controleren
– Schakel de motorzaag in.
– Laat de AAN/UIT-schakelaar (2) volledig los. De zaagketting
moet binnen de seconde tot stilstand komen.
Indien de zaagketting bij deze controleproef niet
binnen de seconde zou stoppen, mag u niet met de
motorzaag beginnen werken. Contacteer een van
de werkplaatsen van MAKITA.
De kettingsmering controleren
Controleer het oliepeil in het reservoir evenals de olieverdeling,
alvorens de werkzaamheden te starten.
Het oliepeil kunt u via het peilglas (10) controleren.
Zo controleert u de olieverdeling:
– Start de motorzaag.
– Houd de lopende zaagketting ca. 15 cm boven een boom-
stronk of boven de grond. Bij een voldoende smering vormt
de afspattende olie een licht spoor. Houd rekening met de
windrichting. Stel u niet onnodig in de baan van de weg-
spattende oliedruppels.
Begin niet te werken, wanneer er geen oliespoor
zichtbaar is. Zo niet, verkort u de levensduur van
de zaagketting. Controleer het oliepeil. Reinig de
olieleigleuf en de olie-inlaatboring in het zaagblad
(zie onder „ONDERHOUD“).
– Houd de motorzaag bij inschakelen met beide handen
vast: de rechter hand op de handgreep achteraan, de
linker hand opde handgreep vooraan. Houd de duimen
stevig rond de grepen. Zorg ervoor dat het zaagblad of de
ketting bij het inschakelen niet met voorwerpen in contact
komt.
– Druk eerst op de vergrendeling (14) en vervolgens op de
AAN/UIT-schakelaar (2). De zaagketting loopt onmiddellijk
aan.