Operation Manual
8
45°
45°
45
o
13
Hart- en langssnede
Hart- en langssneden mogen enkel uitgevoerd
worden door speciaal hiervoor opgeleid personeel.
Er bestaat gevaar voor kwetsuren door de terug-
slag (kickback)!
WERKEN MET DE MOTORZAAG
Inkorten
– Plaats de getande beugel (13) tegen het hout dat in stuk-
ken gezaagd moet worden.
– Zet met lopende zaagketting de snede in. Hef de zaag hier-
voor met de greep achteraan omhoog, en leid ze met de
handgreep vooraan. De getande beugel dient als scharnier-
punt.
– Oefen een lichte druk uit op de handgreep vooraan en trek
de zaag tegelijk iets terug. Zet de getande beugel dieper
aan en hef de handgreep achteraan opnieuw omhoog.
– Wanneer u verschillende sneden maakt, dient u de motor-
zaag tussen elke snede uit te schakelen.
Bij het zagen met de bovenzijde van het zaagblad
kan de motorzaag in u richting geslagen worden,
wanneer de zaagketting vastklemt. Zaag daarom
met de onderzijde van het zaagblad; de zaag wordt
hierbij van het lichaam weggetrokken.
A
B
B
A
– Bij hout dat onder spanning staat, moet er altijd eerst in-
gezet worden aan de zijde met de drukspanning (A). Pas
daarna kan er doorgezaagd worden vanaf de zijde met de
trekspanning (B). Zo vermijdt u dat het zaagblad gaat
vastklemmen.
Takken afzagen
Het afzagen van takken mag enkel gebeuren door
hiervoor opgeleide personen! Er bestaat gevaar
voor kwetsuren door de terugslag (kickback)!
– Bij het afzagen van takken moet de motorzaag met de
getande beugel zo dicht mogelijk op de stam gezet worden.
Zaag nooit met het uiteinde van het zaagblad (gevaar voor
terugslag).
– Let zeker op takken die onder spanning staan. Zaag vrij-
hangende takken niet van de onderkant door.
– Ga nooit op een liggende stam staan om takken af te za-
gen.
– Zet langssneden in onder een zo plat mogelijke hoek. Ga
hierbij uiterst voorzichtig te werk, omdat de getande beugel
niet gebruikt kan worden.
Bomen vellen
Het vellen van bomen mag enkele gebeuren door
hiervoor opgeleide personen! Gevaar voor kwet-
suren!
OPMERKING: Neem de plaatselijke reglementering in acht,
wanneer u een boom gaat vellen.
= Valbereik
2
1
2
– Alvorens met het vellen te beginnen, controleert u of:
a) er in het valbereik enkel personen aanwezig zijn die bij
het vellen betrokken zijn,
b) iedereen die bij het vellen betrokken is, ongehinderd
kan uitwijken, d.w.z. dat de uitwijkruimte schuin naar
achteren onder een hoek van ca. 45° open is. Houd hier-
bij rekening met de verhoogde kans op struikelen door
de elektrische kabel!
c) er zich aan de voet van de stam geen vreemde voor-
werpen, kreupelhout en takken meer bevinden.
d) er zich in valrichting geen personen noch voorwerpen
bevinden binnen een bereik van 2 1/2 boomlengten!
– Beoordeling van de boom:
• hangrichting
• losse of droge takken
• hoogte van de boom
• natuurlijke overhang
• is de boom aangetast?
– Houd rekening met windsnelheid en -richting. Bij sterke
windstoten mogen geen bomen geveld worden.
– Wortelaanzetten afsnijden: Begin met de grootste
wortelaanzet. Zaag eerst vertikaal, vervolgens horizontaal.
– Breng een valkerf aan: De val-
kerf geeft de boom een valrich-
ting en geleiding. De kerf wordt
aan de kant aangebracht naar
waar de boom moet vallen.
Breng de snede zo dicht moge-
lijk tegen de grond aan. Zaag
eerst horizontaal tot een diepte
van 1/5 tot 1/3 van de diameter
van de stam. Zaag de valkerf
niet te diep! Zaag dan de schuine snede van de valkerf.
– Zaag eventuele correcties aan de valkerf nadien over de
gehele breedte uit.