Operation Manual

9
80
O
80
O
min.
3 mm
Slijpcriteria:
Alle zaagtanden moeten even lang zijn (maat a). Zaagtan-
den met een verschillende hoogte veroorzaken een stroeve
loop van de ketting en kunnen scheuren in de ketting ver-
oorzaken!
De ketting mag niet opnieuw geslepen worden, wanneer de
zaagtand de minimumlengte van 3 mm bereikt heeft.
Monteer in dit geval een nieuwe zaagketting.
De afstand tussen dieptebegrenzer (ronde neus) en snijkant
bepaalt de spandikte. De beste snijresultaten worden met
een dieptebegrenzerafstand van 0,5 mm bereikt.
Een te grote afstand verhoogt het terugslaggevaar!
de stekker uit het stopcontact en draag veiligheids-
handschoenen!
Breng de valsnede iets hoger aan dan de horizontale sne-
de van de valkerf. De valsnede moet perfect horizontaal
uitgevoerd worden. Laat tussen valsnede en valkerf nog
ca. 1/10 van de stamdiameter staan als breekpunt.
Het breekpunt werkt als scharnier. Het mag in geen geval
doorgezaagd worden, omdat de boom anders ongecon-
troleerd valt. Breng op tijd een spie aan in de valsnede!
De valsnede mag enkel met spieën uit kunststof of alumi-
nium gestut worden. U mag geen ijzeren spieën gebruiken!
Ga enkel opzij van de vallende boom staan. Verlaat het
valbereik in een hoek van 45° achter de vallende boom (zie
figuur Valbereik, pagina 8). Let hierbij op vallende takken!
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
Voer de volgende onderhoudswerkzaamheden regelmatig door.
Garantieclaims worden enkel aanvaard, wanneer deze
werkzaamheden regelmatig en reglementair uitgevoerd wer-
den.
U mag uitsluitend onderhoudswerkzaamheden uitvoeren die
vermeld worden in de gebruiksaanwijzing. Andere werkzaam-
heden gebeuren door gekwalificeerd personeel van MAKITA.
De motorzaag reinigen
Reinig de zaag regelmatig met een droge doek. Vooral op de
handgrepen mag er geen olie meer zitten.
De kunststofbehuizing controleren
Inspecteer regelmatig alle onderdelen van de behuizing. Bij
beschadiging van een van de delen dient u deze onmiddellijk
door gekwalificeerd personeel van MAKITA laten herstellen.
De zaagketting slijpen
Trek bij alle werkzaamheden aan de zaagketting
De zaagkettig naslijpen, wanneer:
er houtmeelachtig zaagspaan ontstaat bij het zagen van
vochtig hout;
de ketting ook bij grotere druk slechts met moeite in het
hout trekt;
de snijkant duidelijk beschadigd is;
de zaag in het hout naar links of naar rechts trekt. Dit is te
wijten aan het ongelijkmatige slijpen van de zaagketting of
van beschadiging van een van de kanten.
Slijp de zaagketting regelmatig, maar verwijder weinig ma-
teriaal.
Voor gewoon naslijpen volstaan meestal 2 tot 3 vijlstreken. Na
verschillende keren slijpen moet u de ketting in een werkplaats
van MAKITA laten naslijpen.
0,5 mm
0,5 mm
De slijphoek van 30° moet in ieder geval bij alle zaagtanden
gelijk zijn. Zaagtanden met verschillende hoeken veroor-
zaken een stroeve loop van de ketting, bevorderen de slij-
tage en leiden tot breuken in de ketting!
De snijhoek van de zaagtand van 80° wordt gerealiseerd
door de insteekdiepte van de rondvijl. Bij juist gebruik van
de voorgeschreven vijl krijgt u vanzelf de correcte snijhoek.
Vijl en vijlgeleiding
Gebruik om te slijpen een speciale rondvijl voor zaagkettin-
gen, ø 4,5 mm. Normale rondvijlen zijn niet geschikt. Bestel-
nummer zie Toebehoren.
De vijl mag enkel in de voorwaartse beweging (pijl) de
zaagketting raken. Neem de vijl van het materiaal af tijdens
de achterwaartse beweging.
De kortste zaagtand wordt eerst geslepen. De lengte van
deze tand is dan de nominale maat voor alle andere zaag-
tanden van de zaagketting.
Gebruik de vijl zoals in de figuur getoond wordt.