Dynamic 121-128 Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
1 Opsteekmontage 1.1 Opsteekmontage direkt op de torsieveeras. De aandrijving afhankelijk van de inbouwsituatie rechts of links op het vrije asuiteinde steken. 1.2 De verstelbare draaimomentstrippen aan de aandrijving en het deurframe/-rail vastschroeven. De kleinste strip aan deurframe/-rail bevestigen. A B A O B O Blz.
1.3 Tussenconsole (U-profiel) en dempende elementen ann de lagerplaat van de torsieveeras vastschroeven. 1. Afstandsring op de torsieveeras schuiven, dan aandrijving op de torsieveeras schuiven (let op de positie van de spie) en aan de tussenconsole (U-profiel) vastschroeven. 2. Afstandsring op de torsieveeras schuiven en tegen de anndrijving schuiven, dan alle schroeven op vastzitten controleren. Blz.
2 Dynamic met as-kettingoverbrenging 2.1 Opsteek-montage Steekas met afstandsring en as-kettingoverbrenging, afhankelijk van de inbouwsituatie rechts of links, in het asgat van de aandrijving steken en met borgringen vastzetten. Aansluitstuk van de as-kettingoverbrenging op de torsieveeras schuiven en de schroeven aandraaien. Draaimomentkonsole overeenkomstig afb. 2.3 samenbouwen en aan de tegenoverliggende zijde van de as-kettingoverbrenging aan de aandrijving monteren. 2.
3 Dynamic askettingaandrijving in kunststof huis H B E Bevestiging aan de muur Uitvoering: AK-KU*, muurconsole M10 Steekas (B) overeenkomstig de montage links of rechts in de holle as van de aandrijving steken en met de borgring (E) vastzetten. Afstandsbus (H) op de steekas steken en daarna de voorgemonteerde AK-KU op het vrije einde van de steekas steken en met de borgring vastzetten. Voorgemonteerd muurconsole M10 aan de aandrijving bevestigen.
4 Instellen van het referentiepunt 4.1 4.2 4.1 Na het bedraden zoals aangegeven in het aparte aansluitschema, allereerst proefdraaien: De deur m.b.v. de noodhandkettingtakel tot de helft omhoog hijsen of bij de uitvoering snel-ontkoppeling de aandrijving van de deur ontkoppelen en de deur met de hand tot de helft omhoog trekken. Vervolgens drukknop Open indrukken. De deur moet nu verder omhoog gaan.
5 Instellen van de spindeleindschakelaar Na het bedraden zoals aangegeven in het aparte aansluitschema, allereerst proefdraaien: De deur m.b.v. de noodhandkettingtakel tot de helft omhoog hijsen of bij de uitvoering snel-ontkoppeling de aandrijving van de deur ontkoppelen en de deur met de hand tot de helft omhoog trekken. Vervolgens drukknop Open indrukken. De deur moet nu verder omhoog gaan. Indien de draairichting van de aandrijving verkeerd is kan dit veranderd worden door de fasen te verwisselen.
6 Uitvoering met noodhandkettingtakel (NHK): I= deur Dicht ; II= deur Open Bij het bedienen van de noodhandkettingtakel wordt de aandrijving elektrisch uitgeschakeld. Attentie! Na bediening van de noodhandkettingtakel de kettingtakel weer in de ruststand brengen, anders blijft de motor uitgeschakeld. LED indicator, op toetsenbord van de besturing brandt groen als de motor ingeschakeld is.
8 Uitvoering snelontkoppeling (SE) Trekkoord met rode knop naar beneden trekken. Dan het strak getrokken koord overeenkomstig de kleine afbeelding om het draadeind draaien en met de vleugelmoer borgen. In gekoppelde toestand dient het uiteinde van het trekkoord eveneens zoals in de kleine afbeelding aangegeven te worden geborgd echter zonder dat er spanning op het koord staat. 9 Attentie! Plaatselijke voorschriften i.v.m. veerbreuk- of valbeveiligingen in acht nemen.
Ontkoppeling voor onderhoudswerkzaamheden (WE) D O A O C O B O Voor onderhoudswerkzaamheden aan de deurinstallatie kan de motor van de torsieveeras worden ontkoppeld. Ontkoppelen geschiedt als volgt: Flensbout A eruit draaien en borgplaat B in richting "X" ca. 5 mm verschuiven. Flensbout A in tapgat C draaien waardoor de drukstift D de motor ontkoppeld. O Attentie! O O O Ontkoppelen uitsluitend door vakkundig personeel laten uitvoeren en bij gesloten deur. Blz.
Montage van het verdeelkastje aan verticale deurrail/wand met aansluitunit op deurblad, bij Control 44/45 en Control 120-123. (alleen bij aansluiting veiligheidscontactlijst of aansluiteenheid slappekabelbeveiliging op deurblad) D O A O B O F O D O A O F O C O C O E O E O O E 11.1 11.1 - 11.2 C O 11.2 11.3 Montage aan verticale deurrail Verdeelkastje met montageplaat op halve deurhoogte aan de deurrail bevestigen overeenkomstig afb. 11.1 of 11.2.
Montage en bekabeling van verdeelkastjes op deurblad 12.1 Besturingskant: van binnenuit gezien rechts H O C2 B2 E O K O G O G O K O E O O H C1 B1 F1 F2 E O 135 mm A O G O G O C O K O E O H O A O B O D O D O J E O O 12.2 K O F2 G O G O F1 E I O O Besturingskant: van binnenuit gezien links H O B2 C2 E O K O H O G O G O K O E O B1 H O C1 F1 O A O 135 mm F2 E O O O K G O G K A O C O B O O E D O D O E OI O F1 G O Blz.
12.3 Zoals bij 12.1, echter zonder verdeelkastje aan andere zijde deurblad H O B2 K O E O O H B1 F1 K O F2 E O H O A O B O D O J O 12.4 F2 F1 E I O O Zoals bij 12.2, echter zonder verdeelkastje aan andere zijde deurblad H O B2 E O K O H O B1 F1 H O E O 135 mm A O K O F2 B O D O E OI O F1 F2 Blz.
Attentie: Werkzaamheden uitsluitend aan een complete deur met gespannen torsieveren verrichten! De maat 135 mm moet absoluut aangehouden worden. Bij brede eindstijlen, verdeelkastje B en C met montageplaat A op de eindstijl vastschroeven. Bij deuren met loopdeur en/of > 5500mm, het verdeelkastje zonder montageplaat A evt. direct op het deurblad schroeven. De elektronische prinplaat aan de besturinskant plaatsen en de verdeling aan de andere zijde.
13 Ongevalbeveiliging met optosensor 13.1 Beschermingsgraad IP 54 13.2 Blz.
14 Controle en onderhoud Aandrijving in beide richtingen zonder funktie: Spanning controleren. De hoofdzekeringen in de elektrische verdeling, de fijnzekeringen in de besturing en de netvoedings-aansluiting controleren. De bedrading van de eindschakelaars en de aandrijving controleren. Ruststroomketen, d.w.z. Stop-knop, loopdeurkontakt en slappekabelbeveiliging controleren.