User guide

51
9. Level Control (sterkteregeling)
Met de sterkteregeling kunt u de soort invoersterkteregeling voor
het opnemen kiezen.
1.
Houd de toets DISPLAY vanuit de stopstand drie seconden
ingedrukt.
2.
Druk op de toets VOL + of VOL – om “Preset Menu” te
selecteren. Druk vervolgens op de toets 3/8/ENTER om te
accepteren.
3.
Druk op de toets VOL + of VOL om Preset 1, 2 of 3 te
selecteren. Druk vervolgens op de toets 3/8/ENTER om de
geselecteerde Preset te accepteren.
4.
Druk op de toets VOL + of VOL om het item Level Cont.
te selecteren. Druk dan op de toets ¢ of 4 om met
tab de keuzes voor de sterkteregeling te doorlopen
(Manual=handmatig of ALC).
5.
Druk op de toets VOL + of VOL om andere menukeuzes
te selecteren. Als u klaar bent met het wijzigen van de groep
instellingen, druk dan op de toets DISPLAY om de wijzigingen
op te slaan, of druk op de toets STOP/CANCEL om het menu
af te sluiten zonder wijzigingen op te slaan.
10. Mic Attenuator (microfoondemping)
De microfoondemping maakt het mogelijk microfoons te kiezen
met een verschillende gevoeligheid.
1.
Houd de toets DISPLAY vanuit de stopstand drie seconden
ingedrukt.
2.
Druk op de toets VOL + of VOL – om “Preset Menu” te
selecteren. Druk vervolgens op de toets 3/8/ENTER om te
accepteren.
3.
Druk op de toets VOL + of VOL om Preset 1, 2 of 3 te
selecteren. Druk vervolgens op de toets 3/8/ENTER om de
geselecteerde Preset te accepteren.
4.
Druk op de toets VOL + of VOL om het item “Mic Atten.” te
selecteren. Druk dan op de toets ¢ of 4 om met tab de
keuzes voor de microfoondemping te doorlopen (0dB, –12dB
of –24dB).
5.
Druk op de toets VOL + of VOL om andere menukeuzes
te selecteren. Als u klaar bent met het wijzigen van de groep
instellingen, druk dan op de toets DISPLAY om de wijzigingen
op te slaan, of druk op de toets STOP/CANCEL om het menu
af te sluiten zonder wijzigingen op te slaan.