Operation Manual

27
NEDERLANDS
1 INSTELLEN INGANGSAANSLUITINGEN
(TOEWIJSBARE DIGITALE INGANG EN
COMPONENTENVIDEO-INGANG)
Via dit menu kiest u de ingangsaansluiting om toe te
wijzen aan de ingangsbron.
1.
Kies INPUT SETUP” op het SETUP MAIN
MENU met de 3- of 4-cursortoets, en druk op
de ENTER-toets.
1-1 INPUT SETUP
FUNC:MODE :DIG:HDMI:COMP
------------------------
TV :AUTO : 5 : - : -
DVD :AUTO : 1 : 1 : 1
VCR :AUTO : 3 : 3 : 3
DSS :AUTO : 2 : 2 : 2
AUX1:AUTO : F : - : -
MAIN NEXT EXIT
1-2 INPUT SETUP
FUNC:MODE :DIG:HDMI:COMP
------------------------
TAPE:AUTO : - : :
CD/R:AUTO : 4 : :
AUX2:AUTO : - : :
MAIN RETURN EXIT
2.
Druk op de cursortoetsen 3 of 4 om de bron en
MODE te selecteren.
3.
Druk op de cursortoetsen 1 of 2 om als ingang
“Digital”, “HDMI” of “COMP” te selecteren.
Kies AUTO” voor een ingangsbron om een
digitaal ingangssignaal automatisch te laten
vaststellen.
Als geen digitaal signaal wordt ingevoerd,
worden de ingangssignalen van de analoge
ingangsaansluitingen weergegeven.
Kies “
DIG
” voor een ingangsbron, om deze te
koppelen aan een digitale ingangsaansluiting.
Kies “ANA” voor een ingangsbron waarvoor
geen digitale ingangsaansluiting wordt
gebruikt.
4.
Om de videobron te kiezen, kies “HDMI” of
COMP” door op de 3- of 4 -cursortoetste
drukken, en drukt u op de 1- of 2- -cursortoetste
om de toegewezen videobron te kiezen.
5.
Nadat u klaar bent met het instellen van dit
submenu, verplaatst u de cursor naar “MAIN”
met de 3- of 4-cursortoets, en drukt u op de
ENTER-toets.
Opmerkingen:
Als de TUNER is aangesloten op de analoge ingang,
kunt u geen digitale ingang selecteren.
Wanneer een DTS-ld of een DTS-cd wordt
weergegeven, zijn deze instellingen niet beschikbaar.
Dit is ter voorkoming van ruis veroorzaakt door de
analoge ingangsaansluitingen.
• Als “AUTO” is ingesteld en een dvd, cd of ld
wordt vooruitgespoeld tijdens het weergeven, kan
een overslaand geluid geproduceerd worden door
gedecodeerde signalen. In dergelijke gevallen,
verandert u de instelling naar DIG.
2 SPEAKER SETUP
(LUIDSPREKER-INSTELLINGEN)
Nadat u dit apparaat hebt geïnstalleerd, alle compo-
nenten hebt aangesloten, en de luidsprekeropstel-
ling hebt bepaald, is het nu tijd om de instellingen
in het SPEAKER SETUP-menu te maken om een
optimale akoestiek voor uw luisteromgeving en luid-
sprekeropstelling.
Alvorens de onderstaande instellingen te maken, dient
u eerst de volgende karakteristieken te bepalen.
1.
Kies SPEAKER SETUP” op het SETUP MAIN
MENU met de 3- of 4cursortoets, en druk op
de ENTER-toets.
2-1 SPEAKER SETUP
De luidsprekers worden ingesteld door MANUAL of
AUTO te kiezen met de cursortoetsen 1 en 2. Zie
MRAC op bladzijde 29 voor bedieningsinstructies in
het geval AUTO is gekozen.
2-1 SPEAKER SETUP
SPEAKER SETUP : MANUAL
MAIN NEXT EXIT
2-2 SPEAKERS SIZE
(GROOTTE VAN DE LUIDSPREKERS)
Stel de luidsprekergrootte in op het SPEAKER SIZE-
submenu volgens de onderstaande richtlijnen.
LARGE (groot):
Het volledige frequentiebereik voor het kanaal dat
u aan het instellen bent, zal door de luidspreker
worden voortgebracht.
SMALL (klein):
Van het kanaal dat u instelt worden de frequenties
lager dan ongeveer 100 Hz uitgevoerd via de
subwoofer.
Als de subwoofer is ingesteld op “NONE” en de
voorluidsprekers zijn ingesteld op “LARGE”, kan
het geluid door de linker en rechter voorluidspreker
worden voortgebracht.
2-2 SPEAKERS SIZE
SUBWOOFER : YES
FRONT L/R : LARGE
CENTER : SMALL
SURROUND L/R : SMALL
SURR.BACK : 2CH
SURR.BACK SIZE : SMALL
LPF/HPF : 100Hz
BASS MIX : BOTH
MAIN NEXT EXIT
1.
Druk op de 3- of 4-cursortoets om de gewenste
luidspreker te kiezen.
2.
Druk op de 1- of 2-cursortoets om de instelling
van de luidsprekergrootte te kiezen.
3.
Nadat u klaar bent met het instellen, verplaatst u
de cursor naar “NEXT” met de 3- of 4-cursortoets
en drukt u vervolgens op de ENTER-toets om
verder te gaan naar de volgende pagina.
SUBWOOFER
YES:
Kies deze instelling als u een subwoofer hebt
aangesloten.
NONE:
Kies deze instelling als u geen subwoofer hebt
aangesloten.
FRONT L/R
LARGE:
Kies deze instelling als de voorluidsprekers groot
zijn.
SMALL:
Kies deze instelling als de voorluidsprekers klein zijn.
Als de “Subwoofer”-instelling op “NONE” is
ingesteld, staat deze instelling vast op “LARGE”.
CENTER
NONE:
Kies deze instelling als geen middenluidspreker is
aangesloten.
LARGE:
Kies deze instelling als de middenluidspreker
groot is.
SMALL:
Kies deze instelling als de middenluidspreker
klein is.
SURROUND L/R
NONE:
Kies deze instelling als geen surroundluidsprekers
zijn aangesloten
.
LARGE:
Kies deze instelling als de linker en rechter
surroundluidsprekers groot zijn.
SMALL:
Kies deze instelling als de linker en rechter
surroundluidsprekers klein zijn.
SURR. BACK
NONE:
Kies deze instelling als geen achtersurround-
luidsprekers zijn aangesloten.
2CH:
Kies deze instelling als linker en rechter achtersur
roundluidsprekers zijn aangesloten.
1CH:
Kies deze instelling als één achtersurround-
luidspreker is aangesloten.
In dit geval wordt het audiosignaal uitgevoerd via
de Surround back-L-uitgangsaansluiting.