User Manual
Surround Parameter
U kunt de effecten voor het surroundgeluid naar wens instellen.
De items (parameters) die kunnen worden aangepast, hangen af van het
signaal dat wordt ingevoerd en de momenteel ingestelde geluidsmodus.
0
Sommige instelitems kunnen niet worden ingesteld terwijl de weergave is gestopt.
Geef de instellingen op tijdens de weergave.
0
De “Surround Parameter” instellingen worden voor iedere geluidsmodus
opgeslagen.
o
Cinema EQ
Verzacht voorzichtig het hoogste bereik van de hoge tonen van
filmsoundtracks om mogelijke ruwe klanken te verminderen en de
helderheid te verbeteren.
Aan: “Cinema EQ” wordt gebruikt.
Uit
(Standaard) :
“Cinema EQ” wordt niet gebruikt.
0
Dit item kan niet worden ingesteld wanneer de geluidsmodus “Direct”, “Pure
Direct”, “Stereo” en “Originele geluidsmodus” is.
o
Geluidssterktebeheer
Hiermee stelt u in om uit te voeren zoals opgegeven in
“Volumecompressie” of om direct uit te voeren zonder het dynamisch
bereik van audio die op de schijf is opgenomen, te comprimeren.
Aan
(Standaard) :
Uitgangen worden opgegeven op basis
van het inschakelen van instellingen die
zijn opgegeven in “Volumecompressie”
en de functie Dialoognormalisatie.
Uit:
De instellingen “Volumecompressie” en
Dialoognormalisatie worden
uitgeschakeld en de signalen op de schijf
worden uitgevoerd zoals ze zijn.
0
“Geluidssterktebeheer” kan worden ingesteld wanneer een Dolby Digital-,
Dolby Digital Plus-, Dolby TrueHD- en Dolby Atmos-signaal wordt ingevoerd.
Inhoud Aansluitingen Weergave Instellingen Tips Appendix
176
Voorpaneel Display Achterpaneel
Afstandsbediening
Index










