User Manual

o
Volume bij aanzetten
Definieer de volume-instelling die actief is wanneer de netspanning
wordt ingeschakeld.
Laatste
(Standaard) :
Gebruik de opgeslagen instelling van de
laatste sessie.
Mute:
Altijd dempen als het toestel wordt
aangezet.
1 – 98
(–79 dB – 18 dB):
Het volume wordt aangepast aan het
ingestelde niveau.
0
Dit kan worden ingesteld wanneer “Volumeniveau” is ingesteld op “Variabel”.
(v blz. 239)
0
De dB-waarde wordt weergegeven wanneer de instelling “Schaal”“-79.5 dB -
18.0 dB” is. (v blz. 181)
o
Dempingsniveau
Stel de verzwakking in wanneer demping is ingeschakeld.
Volledig
(Standaard) :
Het geluid wordt volledig uitgeschakeld.
-40 dB: Het geluid wordt verzwakt met 40 dB.
-20 dB: Het geluid wordt verzwakt met 20 dB.
Zone herbenoemen
Verander de schermtitel van iedere zone in een titel van uw voorkeur.
MAIN ZONE / ZONE2
Stand. inst.:
De standaardinstelling wordt hersteld voor
de bewerkte zonenaam.
0
U kunt maximaal 10 tekens invoeren.
Smart Select namen
Verander de Smart Select-naam die op het TV-scherm wordt getoond als
gewenst.
Smart Select 1 / Smart Select 2 / Smart Select 3 / Smart Select 4
Stand. inst.:
De standaardinstelling wordt hersteld voor
de veranderde Smart Select-naam.
0
U kunt maximaal 16 tekens invoeren.
Inhoud Aansluitingen Weergave Instellingen Tips Appendix
240
Voorpaneel Display Achterpaneel
Afstandsbediening
Index