User Manual
.
Q
4
Q
3
Q
5
Q
6
Q
7
M
Analoge audio-aansluitingen (AUDIO)
Wordt gebruikt voor het aansluiten van apparaten die zijn uitgerust met
analoge audio-aansluitingen.
0
“Een set-top box (satelliettuner/kabel-TV) aansluiten” (v blz. 58)
0
“Een DVD-speler of Blu-ray Disc-speler aansluiten” (v blz. 59)
0
“Een platenspeler aansluiten” (v blz. 62)
N
Luidsprekeraansluitingen (SPEAKERS)
Wordt gebruikt voor het aansluiten van luidsprekers. (v blz. 37)
O
PRE OUT-aansluitingen
Wordt gebruikt voor het aansluiten van een subwoofer met een
ingebouwde versterker of een externe stroomversterker.
0
“De subwoofer aansluiten” (v blz. 38)
0
“Aansluiting 2: Aansluiten met een externe versterker
(ZONE2)” (v blz. 167)
P
Component videoaansluitingen (COMPONENT VIDEO)
Wordt gebruikt voor het aansluiten van apparaten die zijn uitgerust met
component-videoaansluitingen.
0
“Aansluiting 3: Tv zonder een HDMI-aansluiting” (v blz. 56)
0
“Een DVD-speler of Blu-ray Disc-speler aansluiten” (v blz. 59)
Q
AC Netingang (AC IN)
Wordt gebruikt voor het aansluiten van het netsnoer. (v blz. 71)
OPMERKING
0
Raak de binnenste pinnen van de aansluitingen op het achterpaneel niet aan.
Elektrostatische lading kan permanente schade aan de eenheid veroorzaken.
Inhoud Aansluitingen Weergave Instellingen Tips Appendix
25
Voorpaneel Display Achterpaneel
Afstandsbediening
Index










