Operation Manual

40
Algemene instellingen
Ouderlijk toezicht
Standaardinstellingen zijn onderstreept.
Voer de voor BD en DVD weergave- en wachtwoordinstellingen uit.
Items instellen Instellingen
Wachtwoord veranderen
Stelt het wachtwoord in
voor het wijzigen van de
mate van ouderlijk toezicht
en de regiocode voor
ouderlijk toezicht van BD en
DVD.
Wijzigen : Wijzigt het wachtwoord.
Gebruik
0 – 9 om een wachtwoord in te voeren
om dit te voltooien.
De standaard instelling is “0000”
BD classificatieniveau
Stelt het ouderlijke niveau in
voor het afspelen van BD.
Niveau 0 – 254 : Stelt de toegestane leeftijd in voor het afspelen van
media. Beperkt het afspelen van discs met het betreffende ouderlijke
toezicht.
Geen limiet : Beperkt het afspelen van BD niet.
DVD classificatie
Stelt het ouderlijke niveau in
voor het afspelen van DVD.
Niveau 1 – 8 : Stelt het ouderlijke niveau in voor het afspelen van DVD.
Alles vergrendelen : Beperk het afspelen van alle DVD’s.
Geen limiet : Beperk het afspelen van DVD’s niet.
Classificatie landcode
Stelt het referentieland voor
ouderlijke vergrendeling in.
Past het ouderlijke niveau
toe van het ingestelde land.
De basisinstelling is Verenigde Staten. Selecteer de kinderslotcode voor
een ander land met
ui.
Netwerk
Standaardinstellingen zijn onderstreept.
Voer de instellingen uit voor Internetverbinding en BD-Live™.
Items instellen Instellingen
Internetverbinding
Bepaalt of de
Internetverbinding al dan
niet wordt gebruikt.
Inschakelen : De Internetverbinding wordt gebruikt.
Uitschakelen : De Internetverbinding wordt niet gebruikt.
Informatie
Toont netwerkinformatie
zoals IP-adres,
subnetmasker, enz.
Toont de onderstaande netwerkinformatie.
•Adrestype
•IP-adres
•Subnetmasker
•Standaard gateway
•DNS1
•DNS2
Verbindingstest
De netwerkverbinding wordt
getest.
De Internetverbinding wordt getest.
•De Internetverbinding wordt bij voorkeur getest voor de eerste
Internetverbinding tot stand wordt gebracht of na het wijzigen van het
IP-adres of de netwerkinstellingen.
•Als de verbinding niet is voltooid, wordt er een bericht weergegeven.
Controleer de verbindingsinstellingen en -omgeving.
DHCP
Bepaalt hoe het netwerk
wordt geconfigureerd,
automatisch of handmatig.
De standaardinstelling is
“Auto” zodat u geen items
zoals het IP-adres hoeft in te
stellen als de DHCP server
van de breedbandrouter is
ingesteld op “Inschakelen”.
Auto : Het netwerk wordt automatisch geconfigureerd via de DHCP-
functie.
Handmatig : Bij het verbinden met een netwerk zonder DHCP-functie dienen
de volgende netwerkinstellingen handmatig te worden geconfigureerd.
Raadpleeg de ISP of uw netwerkbeheerder voor de instellingen die u moet
opgeven. Nadat u op de i hebt gedrukt om de waarde te wissen, gebruikt
u 0 – 9 om waarden in te voeren en drukt u vervolgens op ENTER om ze te
bevestigen.
•IP-adres : IP-adres handmatig configureren.
•Subnetmasker : Indien een xDSL modem of terminaladapter
rechtstreeks is aangesloten op het toestel, voert u het subnetmasker
in dat de service provider u meestal in een document bezorgt.
“255.255.255.0” is meestal ingesteld.
•Standaard gateway : Voer het IP-adres in als het apparaat is verbonden
met een gateway (router).
•DNS1 : Voer het primaire DNS in.
•DNS2 : Voer het secundaire DNS in.
Basisversie
Geavanceerde versie
Informatie
Geavanceerde versie
v Zie ommezijde
DVD