Central Station Besturen Schakelen Rijden
Central Station Bedieningsstift (Stylus) = Bedieningsstap(pen) Märklin = Bedieningsstap(pen) DCC Omschakelen naar keyboard Omschakelen naar memory Omschakelen naar layout Omschakelen naar set-up Omschakelen Onderzijde apparaat Functietoetsen 0-7 Functiesymbolen 8 - 15 Functietoetsen 0-7 Functiesymbolen 8 - 15 Loc in actief/niet actief pendeltreinbedrijf Wijzigen, opslaan van gegevens Loc-menu Loc-menu Rijregelaar 2 Booster aansluiting 6017 / 6015 Rijregelaar 1 Stop, noodstop Rijrichtingweer
Voorbereidingen Voor het starten zijn de volgende componenten nodig: transformator 60 VA, aansluitkabel transformator naar Central Station, aansluitkabel Central Station naar rails en rollend materiaal en/of magneetartikelen. Verbindt de delen volgens onderstaande illustratie. aansluiten spoor 1 resp. 60 Au 0 B B0 B0 x Na het aansluiten van de stroomvoorziening op het Central Station bij de eerste start eerst het touchscreen (display) kalibreren (justeren).
Opbouwen en Starten Pagina 39 => Loc kiezen en rijden Mfx aanmelden Loc rijden functie schakalen De gegevens van de mfx loc zijn geheel ingelezen. Bevestigen De mfx-loc is rijklaar en kan gebruikt worden. Indien nodig is het aan te bevelen de loc in de loclijst, zoals van af pagina 46 is weergegeven, aan te passen. Mfx herkent Loc kiezen U kunt direct beginnen als u één van deze locomotieven heeft: (101 047-9 met adres 1, BR 85 006 met adres 8).
Opbouwen en Starten Loc kiezen en rijden Basisconfiguratie DCC laden Loc rijden functie schakalen Voer de Reset-DCC uit. Hierna is de basisconfiguratie voor DCC-bedrijf ingesteld op het Central Station. Dit vergemakkelijkt u het invoeren van de locomotieven en wissels. Loc kiezen U kunt direct starten als u over deze locomotief of een locomotief met adres 3 beschikt. Daarna verder zoals verderop bij “Locomotief rijden” is beschreven.
Voorwoord Technische gegevens Met “Märklin Digital” is intussen de vierde generatie van het Märklin-meer-treinensysteem gereed. De belangrijkste component daarvan is het Central Station die voor de verwerking van de juiste besturingsgegevens verantwoordelijk is, de coördinatie met de aangesloten apparaten verzorgt en daarnaast ook nog over een comfortabel en overzichtelijk bedieningspaneel beschikt.
,`iÊUÊ ÛiÀiÊUÊ i iÀi 41
Met de Control kunnen voertuigen ingevoerd, gereden en bewerkt worden. Loc mfx-decoder Aanmelden of overnemen Kiezen en rijden Plaats uw locomotief met mfx-decoder op het programmeerspoor. Dit kan ook gewoon tijdens het normale treinbedrijf gebeuren. De loc meldt zich volgens de onderstaande illustraties aan. De aanmelding kan zowel met afbeelding en de naam van de loc geschieden, als zonder.
ÛiÀi\ Nieuwe loc handmatig: inleiding en voorbereiding Ö pagina 43 loc met codeerschakelaar Ö pagina 44 loc programmeerbaar Ö pagina 45 afbeelding kiezen kleiner of groter opent het toetsenbord loc omschrijving Online hulp Symboolkeuze voor de weergave op het Mobile Station keizen van het type decoder Telkens als u een ? ziet staan is er voor u een helpfunctie beschikbaar die u door de bediening van het actuele beeld leidt.
Met codeerschakelaar Loc programmeerbaar Ö pagina 45 Loc-naam invoeren: bijv. BR 03 3x 78 Als de loc op het programmeerspoor staat kan men hier het adres uitlezen. of Afbeelding kiezen decoder adres invoeren Kies een bij uw loc passende afbeelding uit. C 3 Controleer de instelling van de decoder. Keuze bevestigen 44 van invloed zijn op de gedragingen van de loc bij de besturing via het Central Station. De instellingen kunnen met - of + bij de velden aangepast worden.
Bevestigen De loc werd in de loclijst opgenomen. Verdere instellingen vindt u in het hoofdstuk ”Bewerken en wijzigen van de loc“ op pagina 46. U kunt extra instellingen invoeren die van invloed zijn op de gedragingen van de loc bij de besturing via het Central Station. De instellingen kunnen met - of + bij de velden aangepast worden. In ons voorbeeld: optrek- en afremvertraging en de tacho. Bevestigen of als er wijzigingen uitgevoerd zijn, aan de loc overdragen.
Loc configureren Symbolen, functie en instellingen uitbreiden/aanpassen. Deze functie is voor alle decodertypen toepasbaar. Er kunnen echter alleen instellingen en functies worden bewerkt waarover de loc beschikt. Aan de hand van een voorbeeldloc met mfx-decoder laten we u de vele mogelijkheden van deze instellingen zien. U heeft nu de mogelijkheid wijzigingen door te voeren of uit te breiden met de daarbij passende afbeelding. De te bewerken locomotief moet in één van beide rijregelaars zijn aangekozen.
Pendeltrein is direct actief, dan kan de locomotief alleen hiervoor gebruikt worden. Controleren Pendeltrein is ingevoerd en kan op elk moment geactiveerd worden. De loc is nu nog universeel inzetbaar. Bevestigen Gedeactiveerd Geactiveerd Wijzigen of toevoegen van functiesymbolen CV’s (parameter) wijzigen Kiezen ! Let er op dat niet elke locomotief decoder alle functies en eigenschappen ondersteund.
Programming On the Main (POM) De gegevens worden weggeschreven en de configuratiemodus wordt verlaten. De gegevens worden alleen bij programmeerbare of mfx decoders in de decoder opgeslagen. Bij decoders met codeerschakelaar worden deze alleen in de loclijst opgenomen. Bevestigen Programming On the Main (POM) is een bijzondere vorm van programmeren, waarbij de locomotief tijdens het bedrijf geprogrammeerd wordt.
Aanmaken van een tractie De eerste loc van de tractie invoeren. Een tractie bestaat uit minstens 2 locomotieven. Er kunnen echter ook meerdere locomotieven in een tractie opgenomen worden. Het aantal locomotieven wordt begrensd door de opgenomen stroom binnen de stroomkring waarin zich de verbruiker bevindt. ! In een tractie dienen alleen locomotieven gebruikt te worden die vergelijkbare rijeigenschappen hebben.
De tractie wordt in de loclijst opgenomen. De tractie kan nu worden overgenomen in de Control. De loc of tractie wordt uit de loclijst verwijderd en is niet meer beschikbaar. Ze moet opnieuw aangemaakt worden. Voor zover u voordien de gegevens niet heeft opgeslagen, zijn de zojuist gewiste gegevens onherroepbaar verloren gegaan. Ze kunnen alleen door ze opnieuw in te voeren weer hersteld worden. De tractie is nu beschikbaar. De tweede regelaar kan nu voor een andere loc of tractie gebruikt worden.
Keyboard Ê-V >iiÊUÊ >>i 51
Het keyboard zorgt voor het schakelen en beheren van wissels, seinen, draaischijven en railbruggen; in totaal zijn 320 resp. 2048 adressen beschikbaar. Schakelen van standaard -wissels en -seinen Draaischijf Direct na het opstarten van het Central Station zijn alle adressen van het ingestelde protocol beschikbaar en kunnen via de standaard bedieningspaneel geschakeld worden. Gebruik voor het bedienen a.u.b. de bijgevoegde stift. (Zie afbeeldingen).
iÞL>À`\Ê Ê>}iiÌ>ÀÌiiÊLi iÀiÊUÊÃÌ>«ÊÛÀÊÃÌ>«°Ê Kies het gewenste adres 3 4 Omschrijving invoeren, bijv. DKW-9. 7 5 C 8 Controlleer de instelling van de wisseldecoder 5.1 9 5 5.1 Invoer bevestigen Het eventuele programmeren van uw DCC-wisseldecoder kunt u uitvoeren volgens de desbetreffende beschrijving in de gebruiksaanwijzing van de decoder.
Werking controleren 15 11 15.1 Voorzover het wissel aan een decoder k 83 (6083 of 60830) is aangesloten en de wissel-/ seinstand komt niet overeen met de weergave op het keyboard, dan dienen de beide blauwe draden omgewisseld te worden. ! Als de magneetartikelen ondanks een juiste adressering niet 12 schakelen, controleer dan a.u.b. de draden op de railaansluiting.
Profi-lichtseinen programmeren Bij een meerstanden sein knippert nu afwisselend de volgende seinenbeelden. De handelingen vindt u stap voor stap in de onderstaande voorbeelden. ! Tijdens het programmeren mag er geen rijbedrijf plaats vinden. Let er op dat de programmering afgebroken wordt als er gedurende 30 sec. geen invoer heeft plaatsgevonden. Voer het te programmeren sein in op het keyboard zoals in de stappen 1-13 voorheen is beschreven. Geef een schakeltijd van 1000 ms in.
Layout >>iÊUÊÃV >iiÊ 56
Layout aanmaken Het seinpaneel (Layout) vereenvoudigd later het invoeren en bedienen van magneetartikelen en rijwegen op een modelbaan. Na het inrichten van het seinpaneel kunnen wissels, seinen of rijwegen door het aanraken van het symbool geschakeld worden. Er kunnen meerdere seinpanelen aangemaakt worden. We adviseren om voor het aanmaken van een seinpaneel, op het keyboard de desbetreffende artikelen in te voeren. Symbool kiezen en markeren.
Symbool wissen Symbool draaien Informatie van het magneetartikel en wijzigen. Rijwegen invoeren: Uit ons voorbeeld is slechts 1 rijweg beschikbaar. Zijn er meerdere rijwegen beschikbaar dan kan met de pijltoets de gewenste rijweg gekozen worden. Keuze bevestigen. De rijweg is ingevoegd. Symbool “draaien” kiezen. Symbool zo vaak aanraken tot de stand overeenkomt met het railplan. Sein zoals voorheen het magneetartikel kiezen. Verdere symbolen van het railplan plaatsen. 58 Sein is ingevoegd.
Indien de rijweg ook via een contact van de s 88 moet worden bedient, kan deze eveneens geplaatst worden. Omschrijving in het seinpaneel invoeren, bijv. spoor 1 c Keuze bevestigen Het contact is geplaatst. Door het in het seinpaneel op te nemen kan het ook daar handmatig bediend worden. Gereed gekomen rijweg bevestigen en opslaan. Rijweg (Layout-zijde) d.m.v. het toetsenbord van een omschrijving voorzien.
Memory Ê >>iÊUÊ-V >ii 60
Rijweg aanmaken Het memory is bestemd voor het beheren en bedienen van rijwegen op een modelbaan. Er zijn 16 memory-pagina’s beschikbaar. We adviseren om voor het aanmaken van een Memory, op het keyboard de desbetreffende artikelen in te voeren. Rijwegen worden gebruikt om met één druk op de knop, meerdere magneetartikelen te schakelen.
Rijweg schakelen toevoegen aan een rijweg. Rijweg starten Rijweg bevindt zich in de schakeltoestand. U kunt de magneetartikelen uit verschillende keyboardpagina’s toevoegen. Er hoeft geen voorgeschreven volgorde te worden aangehouden. Onduidelijk of twijfel? Gebruik het “?“, onze helpfunctie. Rijweg is geschakeld Rijweg wissen U kunt de magneetartikelen afzonderlijk, dan wel de rijweg, door het wissen van alle elementen en het veranderen van de naam op de basisinstelling (bijv. A5) deactiveren.
Setup 7â}iÊUÊ"«Ã>>ÊUÊ ÃÌii 63
De setup biedt u de mogelijkheid om gegevens te herstellen, op te slaan, updaten, herstarten, afsluiten, kalibreren en instellingen wijzigen. Menu 2de Central Station B0 B0 power B0 B Aux Sx 60173 B0 B USB prog power Aux Sx USB 60173 B0 B0 1ste Central Station 60123 Slave kabels (Maakt geen deel uit van het leveringspakket et).) et Omschakelen naar bewerken Instelmogelijkheden voor het Central Station Dit Central Station is als hoofdapparaat ingesteld.
vÀ>ÌiÊÛiÀÊ`iÊ>>}iÃÌiÊ>««>À>Ìi Mobile Station Hier vindt u informatie over stroom, spanning en temparatuur van de gekozen booster of het 2de apparaat. Als een Mobile Station aangesloten wordt, meld deze zichzelf aan. Na het aanmelden van het Mobile Station kunnen locomotieven aan dit Mobile Station toegevoegd of daaruit verwijderd worden. Er kunnen maximaal 10 locomotieven aan een Mobile Station toegewezen worden.
Aanhangsel: Beschikbare symbolen Leeg ABV Tafellamp tijdp. III Telexkop. achter in plaats van symbool Frontverlichting Pomp Tafellamp tijdp. II Telexkop.
Systeemarchitectuur 67
Gebr. Märklin & Cie. GmbH Postfach 8 60 D-73008 Göppingen www.maerklin.com 151598/0509/heru Änderungen vorbehalten © by Gebr. Märklin & Cie.