PROGUARD 800 PROGUARD800 SERIES ™ INSTALLATIE HANDLEIDING NEDERLANDS 20205 / 20100607 • PROGUARD800TM © ALL RIGHTS RESERVED MARMITEK ®
Veiligheidswaarschuwingen • Op de bedrading van uw elektrische installatie staat levensgevaarlijke 230V netspanning. Sluit de module nooit onder spanning aan. Schakel de hoofdschakelaar uit voordat u met de installatie begint. • Dit product is bestemd voor professioneel gebruik. Installatie dient te geschieden door een erkende installateur. • Om kortsluiting te voorkomen, dient dit product uitsluitend binnenshuis gebruikt te worden, en alleen in droge ruimten.
Inhoudsopgave Veiligheidswaarschuwingen.................................................................................................................2 Inhoudsopgave ......................................................................................................................................3 Hoofdstuk 1: Inleiding ...........................................................................................................................9 1.1: Documentatie omschrijving .............................
Code 1: Master Code...................................................................................................................33 Codes 2-19: Gecontroleerde Codes ............................................................................................33 Codes 20-25: Niet gecontroleerde Codes....................................................................................33 Codes 26-27: Tijdelijke Codes ............................................................................................
7.3: Component verwijderen ...........................................................................................................50 7.4: Controle Tijd.............................................................................................................................50 7.5: Opnieuw Synchroniseren .........................................................................................................50 7.6: Zones ..................................................................................
9.6: Display Opties ..........................................................................................................................66 9.6.1: Alarm Status Display..........................................................................................................66 9.6.2: Display tekst.......................................................................................................................66 9.6.3: Datum/Tijd Weergave ..............................................................
10.6.10: Binnenkomende gesprekken .........................................................................................81 10.6.11: Maximale inluistertijd......................................................................................................81 10.6.12: TWA Mode .....................................................................................................................81 10.7: GSM Opties................................................................................................
Installatieprocedure....................................................................................................................109 Keyfobs (PR811/KR814) ...............................................................................................................110 REGISTRATIE PROCEDURE ...................................................................................................110 KR814 ........................................................................................................
Hoofdstuk 1: Inleiding Deze installatiehandleiding is bedoeld als hulpmiddel bij het installeren van de centrale unit van de ProGuard800. Lees deze zorgvuldig en in zijn geheel door alvorens dit beveiligingssysteem te installeren, zodat u een beeld heeft van de vele mogelijkheden die de ProGuard800 biedt. Voor het gebruik van het systeem is de gebruiksaanwijzing geschreven, die u ook in deze verpakking vindt.
1.
1.3: Systeem overzicht De ProGuard800 is een breed uitgerust draadloos bedieningspaneel en biedt oplossingen op het gebied van beveiliging wat toereikend is voor de meeste woningen. Dit systeem is ontwikkeld op een ontwerpconcept ten behoeve van gemakkelijke installatie en gebruik. Daartoe, is het gebruikersinterface gebaseerd op een eenvoudig, menu-gestuurd model dat aan de behoeften van zowel de gebruiker als installateur voldoet.
1.4: Hardware Positie Het doel van dit hoofdstuk is u een duidelijk overzicht te bieden van de verschillende units die in de centrale unit passen. Sommige units zijn standaard ingebouwd. Andere zijn optioneel verkrijgbaar. Deze kunt u in deze unit plaatsen. Figuur 1.2: System overzicht 1. 2. 3. 4. 5. Hoofd besturingsmodule PSTN module Home Automation module GSM module (optioneel) Back-up batterij 1.4.
Figuur 1.3: hoofd besturingsmodule 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. USB poort voor programmering middels een PC. Keuzeschakelaar voor flash programmering . Aansluiting voor een ingebouwde zender. Flat-cable interface aansluiting naar de PSTN module. Extra voeding uitgang (AC:10-15V, Batterij: 6-8V). Programmeerbare relais uitgang (PRU, 100mA max. belasting). Bedrade zone (Zone 33). Status LED. Interphone module aansluiting.
1.4.2: PSTN Module De PSTN module zorgt ervoor dat het systeem met een standaard kiezer, via het telefoonnetwerk kan communiceren (Public Switched Telephone Network (PSTN)). 1 Gebruik geen VoIP telefoonlijn om uw ProGuard800 aan te sluiten. in bepaalde gevallen kan het systeem alarmmeldingen niet succesvol verzenden middels VoIP. Alternatieve Telefoonlijn contactdoos optie Figuur 1.4: PSTN Module 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Figuur 1.5: Home Automation Module 1.4.4: GSM Module Met de GSM module kan uw centrale unit bediend worden over het mobiele telefoonnetwerk. Een vaste telefoonaansluiting is in dit geval niet nodig. Hiermee kunt u SMS berichten verzenden en ontvangen, up/downloading verzorgen en mobiele tweeweg communicatie tot stand brengen. 1. 2. 3. 4. 5. SIM kaart houder SIM kaart opener Status LED Flash programmerings aansluiting Flat-cable interface aansluiting naar de hoofdbesturingsmodule Figuur 1.
Hoofdstuk 2: Systeem Installatie Het volgende hoofdstuk legt uit hoe het systeem geïnstalleerd dient te worden en geeft tips hoe de installatie geoptimaliseerd kan worden. Het is aanbevolen kennis te nemen van de verschillende modules waar het systeem uit bestaat – zie 1.4: Hardware . 2.1: Pre-Installatie Planning Voordat u aan de installatie begint is het aan te raden eerst een ruwe schets te maken van de te beveiligen woning en de hier in te plaatsen draadloze modules en de centrale unit.
x De beperking van de transmissie van radiosignalen is, wanneer we ervan uitgaan dat het materiaal gelijk is, inherent verbonden aan de dikte van het opstakel. Figuur 2.3: Verschil tussen bereik bij verschillende diktes van obstakels 2.2: Installatieprocedure Na het openen van de verpakking en controle dat alle benodigde onderdelen aanwezig zijn, installeert u de ProGuard800 als volgt: STAP 1: Maak de behuizing open. STAP 2: Voorzie het systeem tijdelijk van stroom.
Als deze nog niet aangesloten is, trek dan de voedingskabel door het gat aan de achterkant van de centrale unit en sluit deze aan op de AC voedingsingang van de hoofdbesturingsmodule. Zie 1.4.1: De Hoofdbesturingsmodule voor de exacte locatie hiervan. Plaats de voorkant van de centrale unit terug op de centrale unit en steek de stekker in het stopcontact. Negeer op dit moment de foutmeldingen die het systeem zal laten zien in de LCD display (zoals BATTERIJ LEEG). 2.2.
3. 4. 5. Toets 7072 in (SERVICE, ZENDERS, ZENDER TEST) om de zender test mode te starten. Activeer de zender die u wilt testen. De details van de zender verschijnen nu op de LCD display van de centrale unit. Daarnaast hoort u tussen de 1 en 4 tonen welke de sterkte van het ontvangen signaal aangeven. Wanneer u 4 tonen hoort is het signaal het sterkst en is de zender op de best mogelijke locatie. – zie 4.7.7: Transmitters/Zenders voor verder info.
Figuur 2.5: Achterzijde (zonder hoofdbesturing unit en back-up batterij.) 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 1 11. 12. 13. 1 14. 15. 16. Houd de achterkant van de centrale unit tegen de muur en markeer de plaats van de montagehaakjes. Als u gebruik maakt van de sabotageschroef, dan dient u deze ook te markeren. Boor gaten in de muur op de gemarkeerde plaatsen en plaats de pluggen. Trek alle benodigde kabels door het kabelgat aan de achterkant van de centrale unit. (bv.
Om deze functie toe te passen dient u een schroef in de achterkant van het montagegat van het sabotage contact te steken. – zie hoofdstuk 2.2.5: Stap 5 – Bevestig de centrale unit en de zenders definitief. Wanneer de centrale unit van de muur wordt getrokken, zal de schroef ervoor zorgen dat het plastic van de achterzijde van de centrale unit op de muur blijft zitten. Hierdoor zal het sabotagecontact het contact verbreken en zal het alarm ingeschakeld worden. 2.
Figuur 2.8: Aansluitingen voor HK855 bedrade LCD Keypad 7. 8. 9. 10. -22- Voorzie de centrale unit weer van stroom. Selecteer het adres van de keypad als volgt: a. Zorg dat het sabotagecontact van de keypad open staat. b. Druk gelijktijdig op de 1, 3 en 5 toets van de keypad. c. Gebruik de volgende toetsen ( / ) om het keypad adres te selecteren. d. Druk op 9. Zet de contactpunten van de voorkant van de centrale unit in de contactpunten van de achterzijde en maak de centrale unit dicht.
Hoofdstuk 3: Basis systeem functies 3.1: Indeling van het bedieningspaneel van de centrale unit Met het bedieningspaneel van de centrale unit bedient u het beveiligingssysteem. LCD Display Systeem Status indicatoren Menu Navigatie toetsen Alarm AAN toetsen Alfanumeriek toetsenbord Figuur 3.1: Centrale unit 3.2: Systeem Status Indicatoren De systeem status indicatoren informeren u over de status van het systeem zoals alarm AAN, alarm UIT en stroomstoring. Wanneer de Alarm indicator……..
3.3: Het toetsenbord van de centrale unit Met het Alfanumeriek toetsenbord van de centrale unit kunt u het systeem programmeren en besturen. Naast de functies van een standaard alfanumeriek toetsenbord heeft dit toetsenbord nog een aantal speciale functies. Deze functies staan omschreven in onderstaande tabel: Toets 1 0 8 9 Specificatie Voor het gebruik van symbolen in teksten. Voor het gebruik van symbolen in teksten. Om de huidige selectie te annuleren. Om naar het hogere menu niveau te gaan.
Deze melding… UITGESCHAKELD VOLLEDIG AAN GEDEELTE AAN OMTREK AAN VOLLEDIG INSCH. GEDEELTE INSCH. OMTREK INSCH. DIRECT GED. INSCH. DIRECT OMTR INSCH. Betekent…. Het systeem is uitgeschakeld. Het systeem is ingeschakeld op het aangegeven niveau Het systeem is bezig met inschakelen op het aangegeven niveau (dit ziet u gedurende de uitlooptijd). Het systeem is direct ingeschakeld op het aangegeven niveau zonder uitlooptijdvertraging. Tabel 3.4: Alarm Status Dit… ZONES IN ALARM SABOTAGE ALARM 56 SEC.
3.6: HK855 Bedrade LCD Keypad Naast de centrale unit, kunt u tot 3, individueel geadresseerde, HK855 bedrade LCD Keypads installeren (of twee keypads met groot LCD scherm). De lay-out van de HK855 bedrade LCD Keypad is gelijk aan het bedieningspaneel van de centrale unit en de meeste functionaliteiten zijn identiek. Het volgende diagram laat de lay-out van de HK855 bedrade LCD Keypad zien.
Om omlaag te navigeren in het huidige menu level. In stand-by modus, om door de lijst van systeemfouten te bladeren. Tabel 3.6: HK855 bedrade LCD Keypad Speciale functies 3.7: In/Uitschakelen Het volgende hoofdstuk legt uit hoe u middels het bedrade LCD keypad uw systeem inen uitschakelt. De ProGuard800 kent 3 niveaus van alarm inschakelen. Figuur 3.4 illustreert de drie verschillende niveaus. In ieder diagram is het bewaakte gebied grijs gemaakt. Volledig Gedeeltelijk Omtrek Figuur 3.
3.7.3: Alarm gedeeltelijk inschakelen Hiermee activeert u slechts een gedeelte van uw systeem. Ideaal wanneer u een gedeelte van uw woning wilt beveiligen terwijl u nog in de woning aanwezig bent. Voor het gedeeltelijk inschakelen van het alarm, met de centrale unit: 1. Controleer of het systeem klaar is om ingeschakeld te worden. 2. Druk op de Alarm Gedeeltelijk AAN toets op de Keypad. 3. Als de Een-toets-inschakel optie is uitgeschakeld, toets dan uw gebruikerscode in.
De uitlooptijdvertraging van twee inschakelniveaus kan verschillend zijn. Op het moment dat er een inschakelniveau geactiveerd wordt, begint de uitlooptijd vertraging af te tellen. De inlooptijdvertraging is afhankelijk van welke sensor het eerst getriggerd wordt. Bijvoorbeeld als de sensor onder Alarm Volledig AAN valt, wordt de inlooptijdvertraging van de Alarm Volledig AAN mode gestart.– zie 7.6.2: Zone Functie.
3.8: Alarm in- en uitschakelen middels SMS (optioneel) U kunt uw systeem op afstand in- en uitschakelen door het verzenden van een SMS bericht naar de GSM module in uw systeem (optioneel verkrijgbaar). Hiermee kunt u ook de status van uw systeem controleren, door het versturen van Alarm Status verzoek bericht.
x Druk gelijktijdig de X-10 Home Automation AAN en X-10 Home Automation UIT toets in. Figuur 3.6: SOS Paniek Alarm activering (bedieningspaneel keypad) Om het paniek alarm te activeren op de LCD Keypad: • Druk gelijktijdig de 9 en de 8 in. Figuur 3.7: SOS Paniek Alarm Activering (HK855 Bedrade LCD Keypad) Om handmatig een brand alarm te activeren op de centrale unit of de LCD Keypad: • Druk gelijktijdig de 1 en de 3 in. Figuur 3.
Hoofdstuk 4: Geavanceerde Systeem opties Naast de basis opties zoals omschreven in voorgaande hoofdstukken, kunt u ook geavanceerde opties activeren via het menu. Dit hoofdstuk geeft een korte omschrijving van deze opties en hoe u deze kunt activeren. 4.1: Menu Navigatie Alfanumeriek toetsenbord Menu Navigatie Toetsen HA UIT HA AAN Service Oproep Figuur 4.
Om de communicatie te stoppen: x Selecteert u in het hoofdmenu de optie Stop Comm. [1]; alle nog te verzenden berichten worden hierdoor geannuleerd. 4.3: Zone Activeren/Overslaan Wanneer een zone overgeslagen wordt, wordt deze zone genegeerd door de centrale unit en er wordt geen alarm gegenereerd bij triggering van de sensor. Om een zone over te slaan of weer te activeren: 1. Selecteert u Oversl. JA/NEE. [21] in het Zones Oversl. menu. 2.
Codes 26-27: Tijdelijke Codes Met een tijdelijke code kunt u iemand voor slechts 1 dag toegang geven tot het systeem. 24 uur na programmeren wordt deze code automatisch uit uw systeem verwijderd. Tijdelijke codes zijn “gecontroleerde” codes. Dit betekent dat de meldkamer geïnformeerd wordt wanneer het systeem wordt in- en uitgeschakeld met een tijdelijke code.
4.4.2: Gebruikerscodes verwijderen Om een gebruikerscode te verwijderen: 1. Ga in het hoofdmenu naar Gebruikerscode [4]. 2. Selecteer de code die u wilt verwijderen; 3. Selecteer Wijzig Code; de viercijferige code verschijnt in de display. De cursor staat op het eerste cijfer. 4. Toets 0000 in. 5. Druk op 9; de code is verwijderd. 1 De Installateurs en Master code kan niet verwijderd worden. 4.4.
1. Selecteer Bekijk Logboek [61] in het Logboek menu. De meest recente gebeurtenis verschijnt op de display. 2. Gebruik de pijltjestoetsen om door de gebeurtenissen te bladeren. 3. Wanneer u klaar bent met het bekijken van het logboek, druk dan op 8 om het logboek te verlaten. Per gebeurtenis ziet u de volgende informatie in de display: n o De gebeurtenis – wat is er gebeurd. n BRAND ALARM Zone omschrijving – waar heeft de gebeurtenis plaatsgevonden.
4.7.1: Datum & Tijd instellen De datum en tijd worden gebruikt om gebeurtenissen in het logboek op te slaan. De tijd wordt ook weergegeven op de LCD display. Om de tijd in te stellen: 1. Selecteer Datum en Tijd, Tijd Instellen [7011] in het service menu. 2. Toets de juiste tijd in. 3. Druk op 9 om de tijd te bevestigen. Om de datum in te stellen: 1. Selecteer Datum en Tijd, Datum Instell. [7012] in het service menu. 2. Toets de juiste datum in. 3. Druk op 9 om de datum te bevestigen.
x Selecteer Test Sirene IN [704]; in het service menu. De ingebouwde sirene laat nu een kort geluid horen. 4.7.5: Interface Test Met de Interface test kunt u de speaker, LED’s en LCD testen op correct functioneren. Om de systeem interface te testen: x Selecteer Test Interface [705] in het service menu; een korte opeenvolging van geluiden komt uit de speaker, alle LED’s knipperen en de LCD schermen van alle aangesloten Keypads lichten op. 4.7.
1 In de meeste gevallen duidt een “synchronisatie fout” op een oneigenlijke poging het signaal op te vangen. Bv. Een vorig signaal wordt door iemand opgenomen en geprobeerd door te sturen om het systeem te omzeilen. Met de zender test optie, kunt u de zenders herkennen en hun signaalsterkte meten. In zender test mode, hoort u bij ieder ontvangen melding een toon en op de display verschijnt de zender.
x Selecteer Versie [710] in het service menu; de software (SW) en hardware (HW) versies verschijnen op het scherm. 4.7.11: Vrijgave Programmeren Het Vrijgave voor Programmeren commando zorgt ervoor dat met de Mastercode toegang verkregen kan worden tot het programmeren van het systeem. Deze functie is alleen van belang als de installateurstoegang en/of de RP (programmeren op afstand) toegang op “gebruiker start toegang” staat – zie 9.14: Installateurs Toegang en 10.4.4: RP Toegang Opties.
Hoofdstuk 5: Op afstand bedienen en Tweeweg Audio De centrale unit van de ProGuard800 beschikt over diverse Telecontrol (afstandsbediening) functies. Zo kunt u met de telefoon toegang krijgen tot uw beveiligingssysteem. U kunt op afstand Tweeweg Audio tot stand brengen, uw alarm inen uitschakelen en uw sirene uitschakelen. In dit hoofdstuk lichten we de functies en de werking nader toe. Telecontrol functies verdelen zich in twee groepen: binnenkomende en uitgaande gesprekken.
5.1.4: Inbel Procedure De volgende procedure legt uit hoe u moet inbellen. Dit is afhankelijk van of u via PSTN of GSM netwerk inbelt. Voor verdere informatie, zie hoofdstuk 5.1.1, 5.1.2. en 5.1.3 hierboven. Om naar uw huis te bellen: 1. Bel de centrale unit volgens één van bovenstaande methoden. Wanneer de centrale unit opneemt hoort u twee tonen. 2. Toets binnen 15 seconden de gebruikerscode (Code 29) in op uw telefoon. 1 3. Toets uw gebruikerscode niet in voordat u twee tonen hoort.
5.1.7: Sirene UIT De sirene gaat uit gedurende de Audio tijd. Aan het einde van deze tijd wordt deze weer ingeschakeld. (als de maximale sirenetijd nog niet verstreken is). U kunt de inschakeling van de sirene annuleren door op “9” van uw telefoon te drukken, gedurende de Tweeweg Audio. 5.1.8: Tweeweg Audio met de meldkamer Met Tweeweg Audio met de meldkamer kan de meldkamer gedurende tien minuten na een alarm tweeweg communicatie tot stand brengen met de centrale unit.
5.2.2: TWA Alarm Rapportage Wanneer er een inbraak, brand of medisch alarm gemeld wordt door de centrale unit, kan deze de melding doorbellen naar de meldkamer en de lijn open houden totdat hij het bericht ACK 2 heeft ontvangen. Hierdoor kan de meldkamer het alarm verifiëren en assistentie verlenen in geval van een ongeval. Om deze functie goed te laten functioneren, is het belangrijk tweeweg audio voor zowel de gebruiker als de meldkamer in te stellen.
5. Om de verbinding te verbreken voor het einde van de inluistertijd, druk op “*” en “#” van uw telefoon. 5.2.4: TWA Volg Mij De Tweeweg audio Volg mij functie is ontworpen om een tweeweg audio verbinding tot stand te brengen met de gebruiker, in geval van een alarm. Om dit mogelijk te maken is het van belang dat het gebruikers protocol op TW Audio Volg my staat. De tweeweg Volg mij Audio gaat volgens de volgende stappen: 1. Er wordt een alarm gemeld. 2.
Hoofdstuk 6: X-10 Home Automation Het doel van dit hoofdstuk is toelichting te geven over de verschillende methoden die gebruikt worden om X-10 Home Automation Modules (HA Modules) te gebruiken in en om het huis. Voor verdere informatie over het X-10 protocol en de keuze van de opties; zie Hoofdstuk 11: Home Automation Programmering en www.marmitek.com. 6.
6.3.2.1: SMS Commando Omschrijving Ieder SMS bericht bevat de volgende onderdelen: x x x x x SMS commando Beschrijving (tot 43 karakters vrije tekst) # (scheidt de beschrijving van het commando af) Gebruikerscode Commando (0=UIT, 1=AAN) HA module nummer (01-16) Het volgende voorbeeld laat de indeling van een SMS commando zien om een boiler in te schakelen die aangestuurd wordt door HA module 8.
6.4.2: UIT Tijd Om de UIT tijd van een HA module te wijzigen: 1. Ga in het hoofdmenu naar HA Schema [8]. 2. Selecteer een HA module . 3. Selecteer UIT Tijd in het HA Module submenu. 4. Voer de tijd in waarop de module UIT moet gaan (UU:MM). 5. Druk op de 9 toets wanneer de gewenste instelling op de display staat. 6.4.3: Weekschema Om in te stellen welke dagen van de week de instelling actief is: 1. Ga in het hoofdmenu naar HA Schema [8]. 2. Selecteer een HA module . 3.
Hoofdstuk 7: Componenten Dit hoofdstuk legt uit hoe u de diverse componenten (sensoren, Keyfobs, keypads, Externe Sirene enz.) aan uw systeem kunt koppelen en de programmeeropties van ieder component. Voor verdere informatie verwijs ik u graag naar de gebruikershandleiding van het component zelf. 7.1: Componenten Registratie Iedere component dient aangemeld te worden aan het systeem, zodat het systeem deze in de toekomst zal herkennen. Bijvoorbeeld: een draadloze component.
7.3: Component verwijderen Wanneer u een component wilt afmelden van het systeem, dan dient u de component te verwijderen. Om twee redenen is het belangrijk om ongebruikte componenten te verwijderen. Ten eerste omdat u pas een nieuwe component kunt registreren op een bepaalde plek, nadat u de oude heeft verwijderd. Ten tweede, als het een draadloze sensor betreft, is het belangrijk deze te verwijderen zodat het systeem geen componentfout zal melden bij het controleren van alle signalen.
7.6: Zones De ProGuard800 heeft 33 beveiligde zones. Zones 1-32 zijn bedoeld voor draadloze sensoren. Per zone kan 1 sensor geregistreerd worden. De Marmitek ProGuard800 ondersteunt diverse draadloze componenten als PIR sensoren, magneetcontacten en rookmelders. Al deze zenders sturen controle signalen naar de centrale unit om aan te geven dat ze geactiveerd zijn. Zone 33 is een on-board bedrade zone.
Zone Functie 1 (F) 2 (P) 3 (PE) Beschrijving De zone zit in Alarm volledig AAN De zone zit in Alarm gedeeltelijk AAN De zone zit in omtrek alarm Tabel 7.1 Zone functie Opties 4. 5. 1 Gebruik de toetsen 1, 2 en 3 om de huidige setting te wijzigen. Druk op 9 wanneer de gewenste setting op de display verschijnt. Het is niet nodig deze optie voor Paniek, Medisch, Brand, 24uurs, Gas, Water en Ruimtebewakingszones te programmeren. 7.6.
4. 1 Selecteer Geactiveerd danwel Gedeactiveerd. Voor de geforceerd inschakel optie, dient u ook geforceerd inschakelen in systeem opties te actieveren. (zie 9.3.1: Geforceerd inschakelen). 7.6.6: Herhaal Alarm Een zone die gedefinieerd staat als Herhaal Alarm veroorzaakt slechts een beperkt aantal alarmmeldingen gedurende een vastgestelde tijd. De Herhaal Alarm instelling wordt gedefinieerd in de systeemopties. zie 9.1: Herhaal Alarm . Om de Herhaal Alarm optie te programmeren: 1.
In het volgende hoofdstuk vindt u de programmeeropties voor de KR 814 Keyfob (niet van toepassing voor de PR811). 7.7.1: Keyfob Type U kunt iedere Keyfob registreren als gecontroleerd of Niet gecontroleerd. Een gecontroleerde Keyfob stuurt een Alarm AAN en Alarm UIT melding naar de meldkamer wanneer u het alarm in- of uitschakelt. Niet gecontroleerde Keyfobs sturen nooit alarm AAN meldingen en stuurt alleen een Alarm UIT melding nadat er een alarmmelding plaatsvindt. Om het type Keyfob te programmeren: 1.
Numeriek toetsenbor d Alarm AAN toetsen Annuleer toets Figuur 7.3: WK820 Keypad toetsomschrijving 7.8.1: Keypad SOS Paniek Alarm Activering Met de draadloze keypads, kunt u het SOS Paniek Alarm Activeren door gelijktijdig op Alarm Volledig AAN en Omtrek Alarm AAN te drukken. Figuur 7.4 laat zien hoe u dit doet op de WK820 draadloze keypad. Figuur 7.4: SOS Paniek Alarm Activering (EL-2620) 7.9: Repeaters Repeaters gebruikt u om het draadloze bereik van uw systeem te vergroten.
Wanneer u een tweeweg sirene installeert, bevat de externe Sirene een zender die aangemeld moet worden op de centrale unit. Voor informatie over registratie, omschrijving en het verwijderen uit het systeem, zie respectievelijk hoofdstuk 7.1, 7.2 en 7.3. 7.10.1: Type Draadloze sirene Op de centrale unit kunnen zowel 1-weg als 2-weg draadloze sirenes aangesloten worden. Om deze functie correct te laten functioneren, dient u het type sirene te programmeren.
7.10.4: Bedrade sirene Wanneer het systeem zowel een bedrade (ingebouwde) sirene, als een externe Sirene heeft, dan zijn beide sirenes geactiveerd. U kunt hierdoor de bedrade (ingebouwde) sirene uitschakelen of alleen gebruiken voor het laten horen van tonen bij het in- en uitschakelen van het systeem of bij het in en uitlopen van de woning. Om de bedrade sirene optie te programmeren: 1. Selecteer in het programmering menu, componenten, bedrade sirene [9155]. 2. Selecteer Inschakelen danwel Uitschakelen.
Hoofdstuk 8: In/uitgang timers en systeem tonen Dit hoofdstuk legt uit hoe u de in- en uitlooptijdvertraging kunt programmeren en welke geluiden gemaakt worden door de ingebouwde sirene gedurende in- en uitloopvertraging, bij het in en uitschakelen van het systeem, home automation functies en wanneer er een systeemfout is opgetreden. 8.
8.4: Afwijkende inloop Afwijkende inloop is een voor-alarm functie die is ontwikkeld voor wanneer een sensor die gedefinieerd staat als “normale” zone, geopend wordt gedurende de inlooptijdvertraging. In dit geval zal de centrale unit zijn interne sirene activeren tot het einde van de inlooptijdvertraging. Wanneer het niet lukt het systeem uit te schakelen voor het einde van de inlooptijdvertraging zal het systeem een alarm genereren. Om de Afwijkende inloop te programmeren: 1.
8.6.2: Inlooptijdvertraging signalen Om de signalen van de externe sirene gedurende de inlooptijdvertraging te programmeren: 1. Selecteer in het programmering menu, Signalen, Inloop Signaal, Externe Sirene [9321]. 2. Selecteer Geactiveerd danwel Gedeactiveerd. Om de signalen van de interne sirene gedurende de inlooptijdvertraging te programmeren: 1. Selecteer in het programmering menu, Signalen, Inloop Signaal, Sirene [9322]. 2. Selecteer Geen Signalen, 4 signalen of Continue Signaal. 8.6.
8.8: Systeem Fout Signalen Systeem fout signalen geven hoorbaar aan dat er een systeemfout is opgetreden. Wanneer u deze tonen hoort kunt u op de display zien wat de systeemfout betreft. Voor extra informatie zie 3.4.2: Systeem Fout . 8.8.1: Storing Signalen De Storing signalen optie geven u de mogelijkheid de hoorbare foutmelding in of uit te schakelen. Om de systeemfout signalen te programmeren: 1. Selecteer in het programmering menu, Signalen, Storing Sign. [936]. 2.
Om de speaker volume optie te programmeren: 1. Selecteer in het programmering menu, Signalen, Signaal opties, Volume Luidspr. [9392]. 2. Selecteer Hoog of Laag. 1 Het is niet nodig de speaker volume optie te programmeren als de “Sirene” is geselecteerd voor de Signalen output optie. 8.9.3: Keypad Keuze De Keypad keuze optie geeft u de mogelijkheid de tonen die de bedrade LCD keypads maken in- of uit te schakelen. Om de Keypad keuze optie te programmeren: 1.
Hoofdstuk 9: Systeem Opties Zoals de naam al doet vermoeden, gaat dit hoofdstuk over de instellingen die betrekking hebben op het gehele systeem. Hierbij wordt uitleg gegeven over iedere optie en hoe deze te programmeren. 9.1: Herhaal Alarm Instelling Een sensor die gedefinieerd is als Herhaal Alarm ingeschakeld, kan slechts een beperkt aantal alarmmeldingen genereren in een bepaalde tijd of per inschakel periode.
9.3.2: Een-toets-inschakelen U kunt het systeem inschakelen door op 1 van de drie Alarm AAN toetsen op het bedieningspaneel te drukken. Wanneer de Een-toets-AAN functie is geactiveerd, hoeft u niet uw gebruikerscode in te toetsen om het systeem te activeren. Om de Een Toets AAN instelling te programmeren: 1. Selecteer in het programmering menu, Systeem Opties, Alarm Opties, Een Toets AAN [94032]. 2. Selecteer Geactiveerd danwel Gedeactiveerd. 9.3.
9.3.5: Uitschakelen met Keyfob Met de “uitschakel met Keyfob optie” bepaalt u of het mogelijk is het systeem altijd uit te schakelen met behulp van een Keyfob of alleen gedurende de inlooptijdvertraging. 1. 2. Selecteer in het programmering menu, Systeem Opties, Alarm Opties, KF Uitschakel [94035]. Selecteer Altijd of Bij Binnenkomst. 9.3.6: Keyfob Inschakelen De Keyfob inschakel optie biedt twee mogelijkheden voor de wijze van inschakelen van het systeem middels een Keyfob.
9.5.1: Willekeurige netspanningsverliesvertragingstijd Met de willekeurige netspanningsverliesvertragingstijd wordt er een melding van netspanningsverlies gedaan tussen de 15 en 30 minuten nadat de spanning is weggevallen. Deze optie zorgt ervoor dat de meldkamer bij het uitvallen van de netspanning in een gebied, niet in één keer wordt overspoeld met netspanningsverlies vertragingen. 9.6: Display Opties U kunt kiezen wat u op de display van uw LCD keypad wenst te zien.
1. 2. Selecteer in het programmering menu, Systeem Opties, Display, SV verlies Ind. [94064]. Selecteer Geactiveerd danwel Gedeactiveerd. 9.7: Uitgang optie (PRU) De Uitgang optie is een programmeerbare relais uitgang (PRU) die getriggerd wordt door een bepaalde systeem conditie. 9.7.1: Uitgang Trigger De uitgang trigger optie bepaald de condities waarbij de uitgang wordt geactiveerd of gedeactiveerd. Om de Uitgang trigger te programmeren: 1.
1 De zone Status, Sirene en externe sirene trigger opties hebben een vast uitgang type. Hiervoor hoeft u dus geen uitgang type te programmeren. 9.7.3: Polariteit U kunt de polariteit van de uitgang bepalen door de volgende twee opties: x x Actief HOOG: de uitgang staat normaal uit en wordt ingeschakeld bij activering. Actief LAAG: de uitgang staat normaal ingeschakeld en wordt uitgeschakeld bij activering. Om het type uitgang te programmeren: 1. 2.
1. 2. Selecteer in het programmering menu, Systeem Opties, Jamming Det. [9410]. Selecteer Geactiveerd danwel Gedeactiveerd. 9.11: “Geen Beweging” Duur De Geen beweging functie is ontworpen om oudere mensen, of mensen met een handicap op afstand in de gaten te kunnen houden. Als de sensor die ingesteld staat als “geen bewegingssensor” (zie 7.61. zone type.) gedurende een vooraf ingestelde tijd geen beweging waarneemt, wordt er een “geen beweging” bericht verzonden naar de meldkamer.
9.15: Auto Logboek (voor toekomstig gebruik) Het auto logboek is een optie voor toekomstig gebruik en is niet beschikbaar in de huidige hardware. De standaard instellingen voor deze optie zijn uitgeschakeld. Wij adviseren u deze instellingen niet te wijzigen. 9.16: Zomertijd Wanneer u de zomertijd optie gebruikt, schakelt het systeem automatisch tweemaal per jaar, volgens de landelijke wijzigingen, op zomer- en wintertijd.
9.19: Cross Zoning (voor toekomstig gebruik) De Cross Zoning is een optie voor toekomstig gebruik en is niet beschikbaar in de huidige hardware. De standaard instellingen voor deze optie zijn uitgeschakeld. Wij adviseren u deze instellingen niet te wijzigen. 9.20: Geverifieerde brand De geverifieerde brand functie is een optie die is ontwikkeld voor het vertragen van een brandmelding aan de meldkamer, totdat de brand is geverifieerd. Lokale brandmelding wordt door deze optie niet beïnvloed.
Hoofdstuk 10: Communicatie In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de instellingen aanpast van hoe de centrale unit communiceert via de GSM en PSTN module. 10.1: Centrale Unit Rapportage In de centrale unit kunnen 3 telefoonnummers geprogrammeerd worden. Ieder telefoonnummer heeft zijn eigen communicatie opties. Hieronder vindt u een uitleg van de verschillende opties. 10.1.1: Telefoon Nummer Om een rapportage telefoonnummer te wijzigen: 1.
Om de communicatie interface te programmeren: 1. Selecteer in het programmering Aansluitnummer [951]. 2. Selecteer een Meldkamernummer(1-3). 3. Selecteer in het sub-menu Interface [#4]. 4. Selecteer GSM danwel PSTN. menu, Communicatie, 10.1.5: Bel pogingen Met de Bel pogingen optie bepaalt u hoe vaak het systeem één nummer probeert te bereiken alvorens hij naar het volgende nummer in de rij gaat. Om het aantal belpogingen per telefoonnummer te programmeren: 1.
Druk op… 1 2 3 Om… Aansluitnummer 1 wel of niet door te melden. Aansluitnummer 2 wel of niet door te melden. Aansluitnummer 3 wel of niet door te melden. Tabel 10.1: Doormeld opties 2. 3. Gebruik toets 1, 2 en 3 om telefoonnummers wel/niet door te laten melden. Toets op 9 wanneer de gewenste instelling op de display staat. 10.2.2: Herhalen Alarm De pogingen van het systeem om een gebeurtenis te rapporteren gebeurt in cycli. Een rapportagecyclus is een set bel pogingen.
10.3: Gesproken bericht oproep De Gesproken bericht oproep is een functie waarbij de gebruiker gebeld wordt wanneer er zich bepaalde gebeurtenissen voordoen. In dit geval wordt een vooraf opgenomen bericht afgespeeld. Deze berichten worden pas verzonden nadat er een bericht is verzonden naar de meldkamer. Daarnaast kunt u, in geval van alarm en na het ontvangen van een gesproken bericht direct Tweeweg communicatie tot stand brengen met de woning om te horen wat er aan de hand is.
4. 5. Toets max. 16 karakters in. Gebruik de toets voor het ingeven van “*”, “#”, “,” (pauze), “T” (om over te gaan op DTMF toon bellen), “P” (om over te gaan op puls bellen) of “+” (internationale code). Gebruik de toets om een karakter te wijzigen. Druk op 9 wanneer u klaar bent met wijzigen. 10.3.2: Communicatie Interface Voor ieder privé-nummer kunt u kiezen tussen mobiele en PSTN communicatie. Om de communicatie-interface van een privé-nummer te programmeren: 1.
10.4: Programmeren op afstand Met de Marmitek’s ProGuard800 Remote Programmer (RP) software kunt u uw systeem programmeren en bedienen met uw computer. Zowel in de woning als op afstand. De software biedt een uitvoerige interface naar de centrale unit van de ProGuard800 om het programmeren eenvoudiger te maken. U kunt op drie manieren uw PC aan de centrale unit koppelen: x x x Direct Bellen: De Programmeer Unit belt uit, het systeem neemt op en de communicatie is tot stand gebracht.
Voor PSTN communicatie, gebruikt de RP een dubbele bel methode zodat de lijn gedeeld kan worden met standaard telefoon handsets, een antwoordapparaat of een fax. De GSM module heeft zijn eigen telefoonnummer voor data overdracht, zodat een dubbele belmethode niet nodig is. In dit geval belt de programmeerunit direct naar de centrale unit. Om de RP communicatie interface te programmeren: 1. Selecteer in het programmering menu, Communicatie, Remote Prog., RP Interface [9523]. 2. Selecteer GSM danwel PSTN. 10.
10.6: Communicatie opties 10.6.1: Lijn controle De Lijn controle functie bewaakt zowel de PSTN telefoonlijn als het GSM netwerk. Als er zich een probleem voordoet bij een van deze lijnen, zal een Geen Verbinding melding in het logboek komen te staan. Om de Lijn controle instelling te programmeren: 1. Selecteer in het programmering menu, Communicatie, Comm. Opties, PSTN lijn bew [95401]. 2. Selecteer Geactiveerd danwel Gedeactiveerd. 10.6.
10.6.4: Auto Interval De Auto Interval optie bepaalt de frequentie van momenten dat de periodieke testberichten verzonden worden. Om de Auto Interval te programmeren: 1. Selecteer in het programmering menu, Communicatie, Comm. Opties, Auto Interval [95404]. 2. Selecteer Dagelijks, Wekelijks of Maandelijks. 10.6.5: Doormeld vertraging De doormeldvertraging is de tijd dat het systeem wacht op de bevestiging van de meldkamer na de eerste melding, gebruikmakend van de PSTN module.
10.6.9: RDO Periode Remote Diagnostiek en Onderhoud (RDO) is een functie die ontwikkeld is voor het automatisch onderhouden van geïnstalleerde centrale units. Gedurende een onderhoudssessie, belt de centrale unit automatisch het RP Terugbelnummer en maakt verbinding met de RDO server. De tijdinterval tussen de onderhoudssessies wordt ook wel RDO Periode genoemd. Om de RDO Periode te programmeren: 1. Selecteer in het programmering menu, Communicatie, Comm. Opties, RDO Periode [95409]. 2.
10.7: GSM Opties 10.7.1: GSM Ontvangst rapportage De GSM ontvangst rapportage is een functie die periodiek test wat de signaalsterkte van de GSM module is.– zie 4.7.9: GSM signaal sterkte. Deze informatie verschijnt op voorgeprogrammeerde tijden of tijdens de periodieke test. – zie 10.6.2: Periodieke Test Interval & 10.6.3: Eerste Test. Dit betekent dat iedere keer dat er een periodieke test verzonden wordt, het systeem ook een melding van de sterkte van het GSM signaal naar de meldkamer stuurt.
10.7.5: SMS Bevestiging Nadat u een SMS commando heeft verstuurd, ontvangt u van het systeem een SMS bevestiging. U kunt deze optie activeren en deactiveren. Om de SMS Bevestiging te (de-)activeren: 1. Selecteer in het programmering menu, Communicatie, Comm. Opties, GSM Opties, SMS Bevestig. [954135]. 2. Selecteer Geactiveerd danwel Gedeactiveerd. 10.7.6: GSM Bereik verlies tijd De GSM Bereik verlies tijd is een functie die ontwikkeld is om het aantal GSM bereik verlies meldingen terug te brengen.
10.8.2: TWA Rapportagetijd Als de TWA Rapportagetijd optie is ingeschakeld, dan worden de laatste drie cijfers van de rapportage vervangen door het aantal seconden, dat geprogrammeerd is voor de maximale inluistertijd.– zie 10.6.11: Maximale inluistertijd . Bijvoorbeeld; als de maximale inluistertijd geprogrammeerd staat op 120 seconden, dan zal de contact ID gebeurteniscode die verzonden wordt voor TWA rapportage 606120 zijn. Om de TWA Rapportagetijd optie te programmeren: 1.
Om Tweeweg Audio te (de-)activeren voor een gebeurtenissengroep: 1. Selecteer in het programmering menu, Communicatie, Event Opties [955]. 2. Selecteer een Gebeurtenissen groep (Inbraak, Brand of Medisch). 3. Selecteer TWA [#3]. 4. Selecteer Geactiveerd danwel Gedeactiveerd. 10.10: Gesproken bericht Gebeurtenis Bel opties Het systeem kent verschillende soorten gebeurtenissen. Hiermee kunt u bepalen welke vooraf ingesproken bericht afgespeeld wordt bij een bepaalde gebeurtenis.
x x Uitschakelen [#7] o Uitgeschakeld o Uitschakelen na alarm Water [#8] o Water Alarm in Zone (Water) Om de gesproken bericht optie voor een bepaalde gebeurtenissengroep te (de-)activeren: 1. Selecteer in het programmering menu, Communicatie, VM Event Optie [956]. 2. Selecteer een Gebeurtenissen groep. 3. Selecteer Geactiveerd danwel Gedeactiveerd.
Hoofdstuk 11: X-10 Home Automation Programmering Dit hoofdstuk geeft toelichting op de te programmeren systeem opties die betrekking hebben op X-10 Home Automation. De Home Automation unit is standaard ingebouwd in uw centrale unit. 11.1: X-10 Overzicht De Marmitek ProGuard800 ondersteunt het X-10 protocol. Hiermee kunt u een breed scala aan Home Automation producten integreren in uw Alarm systeem.
11.2.2: AAN door Zone Met de AAN door Zone optie kunt u twee zones kiezen die de Home Automation unit activeren bij het triggeren van de zone. Wanneer één van deze zones getriggerd wordt, zendt het systeem een AAN commando naar de HA module, volgens de geprogrammeerde Pulstijd . - zie 11.2.8: Pulstijd. Voorbeeld: u hebt een deur/raam contact geïnstalleerd boven de voordeur. Wanneer deze geopend wordt, gaat er een lamp branden. Om de sensors te selecteren die de HA module activeren: 1.
3. 4. Selecteer KF Bedien. in het submenu van de HA module [#07]. Selecteer Geactiveerd danwel Gedeactiveerd. 11.2.6: Telefoon Bediening Via SMS of DTMF, kunt u commando’s naar het systeem versturen om verschillende HA modules te bedienen. Deze optie geeft u de mogelijkheid iedere HA module individueel in of uit te schakelen. Om de SMS bediening voor HA modules te programmeren: 1. Selecteer in het programmering menu, HA Program., HA modules [961]. 2. Selecteer een HA module (01-16). 3.
4. 5. Wijzig de omschrijving met behulp van het alfanumerieke toetsenbord. Druk op 9 wanneer u klaar bent met wijzigen. 11.3: Huis Code De huiscode is een gedeelte van de identificatie code van iedere HA module. Om de Home Automation in uw woning goed te laten functioneren, dient de huiscode van iedere HA module overeen te komen met de huiscode die geprogrammeerd is in de centrale unit. Om de huiscode in het systeem te programmeren: 1. Selecteer in het programmering menu, HA Program., Huis Code [962]. 2.
Hoofdstuk 12: Systeem Instellingen Het instellingen menu biedt u diverse opties om het systeem te resetten. Dit menu is bijzonder nuttig wanneer u de centrale unit opnieuw installeert op een nieuwe locatie. De installatie functie reset het gehele systeem. De fabrieksinstellingen worden weer ingesteld, het logboek wordt opgeschoond evenals de gebruikerscodes en de zender programmering. Ook vindt u in dit menu opties om bepaalde onderdelen van het systeemgeheugen te wissen. 12.
12.4: Verwijder draadloze zenders Met de “Verwijder draadloze zenders” functie kunt u in één keer alle geregistreerde draadloze zenders verwijderen. Om het zenderregister leeg te maken: 1. Selecteer in het programmering menu, Opstarten, Wis draadloos [974]; het systeem vraagt u dit te bevestigen. 2. Druk op 9 ter bevestiging; het zenderregister is nu leeg. 12.5: Zoek Modules Met de “Zoek Module” functie spoort de centrale unit alle modules en Keypads op die aan de systeembus zijn aangesloten.
Appendix A: Menu Structuur Legenda: installateurscode nodig Master code nodig ProGuard800™ -93-
-94- © MARMITEK
ProGuard800™ -95-
-96- © MARMITEK
ProGuard800™ -97-
-98- © MARMITEK
ProGuard800™ -99-
Appendix B: Zender Installatie PIR Sensor (MS845) De MS845 is een intelligente draadloze PIR sensor welke u kunt gebruiken in combinatie met uw ProGuard800 systeem. Deze sensor bevat de functie dat na iedere signaalverzending gedurende 4 minuten geen verdere signalen worden doorgezonden. Dit om de levensduur van de batterijen drastisch te doen toenemen. Deze sensor is een diervriendelijke sensor. Dit wil zeggen dat hij minder gevoelig is voor kleine dieren of huisdieren.
Verticale Aanpassing Voor een optimaal huisdiervriendelijke PIR is het volgende aan te bevelen: x Monteer de unit op 2 meter hoogte met de printplaat verticale instelling op -4. x Zet de puls teller op 2. x Richt de detector niet op een trap die door een huisdier beklommen kan worden. x Vermijd locaties waarbij een dier boven een hoogte van 1,8 meter kan komen (bv. door het beklimmen van meubels, dozen enz.). INSTALLATIEPROCEDURE Om een PIR sensor te installeren: 1.
Zelf aanpassende puls teller Wanneer u de puls teller op zelf aanpassend zet, kiest de detector tussen de 1 of 2 pulsen, afhankelijk van de analyse van het ontvangen signaal. Om de printplaat te positioneren, draait u de Easy Lock met de klok mee. U schuift hem omhoog of omlaag afhankelijk van de gewenste verticale aanpassingsschaal. De detector overziet 12 x 12 meter wanneer de printplaat op 0 staat.
Magneet Contact (DS831) Antenne De DS831 is een magneetcontact en is voor het gebruik als deur/raam sensor. LED Indicator Om magneetcontacten te installeren: Batterij 1. Open de behuizing door een Houder schroevendraaier aan de onderkant (bij het Tamper Marmitek logo) tussen de voor en Switch achterkant van het contact te steken en Draai 1cm max deze te draaien. contacten 2. Verwijder het plaatje tussen de batterij en Gebruik Mode Jumper Printplaat het batterij contact.
1 Plaats de magneet niet verder dan 1 cm van de zender af. 12. Test de zender door te controleren of de LED oplicht bij het openen en het sluiten van het deur/raam contact. 13. Sluit de zender en magneet door de voorzijdes op de achterzijdes te klikken.
Universele Zender (US832) De US832 is een universele zender met 1 output welke voor diverse draadloze applicaties gebruikt kan worden. Antenna Battery Holder LED Indicator Installatieprocedure Om een universele zender te installeren: 1. Open de behuizing door een schroevendraaier aan de onderzijde tussen de voor en achterkant van de zender te steken en voorzichtig te draaien. Tamper Switch Loop Terminals Location of wiring knockout PCB Release Tab Figuur B.5: US832 (zonder cover) 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Glasbreuk Sensor (GB843) De GB843 is een intelligente akoestische sensor met een ingebouwde draadloze zender. Bevestigingsrichtlijnen De GB843 akoestische sensor is omnidirectioneel, met een dekking van 360º. De dekking wordt gemeten vanaf de sensor tot het punt waar het glas het verst weg is van de sensor. De sensor kan tot 1 meter nabij het glas gemonteerd worden. Figuur B.
x x Stel de zone niet in als een 24uurs zone. Het is aan te bevelen deze sensor op te nemen in de omtrek beveiliging. Vermijd vochtige ruimtes – de GB843 is niet 100% afgesloten. Binnendringend vocht kan leiden tot vals alarm.
7. Test alvorens u de zender definitief monteert het bereik van de zender op deze positie. Voor verdere informatie over hoe de akoestische sensor te testen, zie het volgende hoofdstuk, Hand klap test. 8. Open de benodigde montagegaten op de achterplaat. 9. Monteer de sensor met de meegeleverde schroeven. 10. Schrijf het nummer van de zone op de meegeleverde sticker. Plaats de sticker in de binnenkant van de sensor ter referentie. 11. Plaats de voorkant terug op de achterplaat tot u een klik hoort.
Rookmelder (SD833) De SD833 is een merknaam rookmelder met een ingebouwde Marmitek zender. Installatieprocedure De volgende procedure legt de installatie van de rookmelder uit en hoe u hem op de centrale unit moet aanmelden. Voor verdere informatie over de locatie, testprocedures, onderhoud en specificaties kunt u de gebruiksaanwijzing raadplegen die bij het product geleverd wordt. Om de rookmelders te installeren: 1. Open de rookmelder door de kap Opening Tab naar achteren te trekken.
Keyfobs (PR811/KR814) De PR811 en KR814 zijn Keyfob zenders die ondersteund worden door de ProGuard800. REGISTRATIE PROCEDURE Om een Keyfob te registreren: 1. Selecteer in het programmering menu, Componenten, Keyfobs [912]. 2. Selecteer de Keyfob die u wilt registreren; het systeem gaat nu in registratie mode. 3. Druk op een willekeurige toets van de Keyfob en controleer of het LED lampje van de Keyfob oplicht. 4. Druk nogmaals op deze toets. Druk op 9 wanneer Opslaan? op de display verschijnt.
Draadloze Keypads (WK820/RC840) De WK820 en RC840 zijn één-weg draadloze keypads in de eerste plaats ontwikkeld als extra inschakel station. Ze hebben drie inschakel toetsen. Volledig, gedeeltelijk en Omtrek alarm AAN. Wanneer u gelijktijdig op de Alarm Volledig AAN en de Omtrek Alarm AAN toets drukt, dan genereert u een paniek alarm. Daarnaast kunt u de Keypads ook gebruiken voor het bedienen van uw Home Automation modules. Figuur B.13: WK820 De WK820 heeft nog een extra Annuleer knop 9.
BATTERIJ VERVANGEN (RC840) Wanneer de batterij bijna leeg is, knippert de LED gedurende verzending van een signaal. Om de batterij te vervangen: 1. Verwijder het batterijklepje op de achterzijde van de RC840. hiervoor dient u de verwijder tab met een kleine schroevendraaier in te drukken. 2. Let bij het vervangen van de batterij goed op de polariteit (-/+) (9V, alkaline). 3. Plaats het batterijklepje weer op de achterkant. 9V Alkaline Batterij Figuur B.
Zender Specificaties De technische specificaties van de zenders vindt u hieronder terug. Alle zenders zijn beschikbaar op de 868.35 MHz FM frequentieband. Specificaties kunnen wijzigen zonder voorafgaande melding hiervan. MS845 Antenne: Ingebouwde Antenne Voeding: 3.
Appendix C: Gebeurtenissen Tabel Inbraak Beschrijving Herstel SIA Contact ID NBA 1130 NBR 3130 Componentnummer Componentnummer NUB 1570 Componentnummer NUU 3570 Componentnummer NTA 1137 Componentnummer NTR 3137 Componentnummer NPA 1120 Componentnummer NPR 3120 Componentnummer Alarm Alarm NPA 1120 Componentnummer Sabotage NTA 1137 Componentnummer NTR 3137 Componentnummer NHA 1121 NBC 1521 Gebruikersnummer NOR 1458 NWA 1154 Gebruikersnummer Componentnummer NWH
Voeding Beschrijving Herstel Batterij leeg Battery Vol Batterij leeg zender Batterij leeg zender herstel Geen netspanning Netspanning OK SIA Contact ID NYT 1302 Adres gebied Componentnummer NYR 3302 Componentnummer NXT 1384 Componentnummer NXR 3384 Componentnummer NAT 1301 Componentnummer NAR 3301 Componentnummer NLT 1351 Componentnummer NLR 3351 Componentnummer NET 1330 Componentnummer NER 3330 Componentnummer NUT 1341 Componentnummer NUR 3341 Componentnum
Appendix D: Zone Types Normaal Een normale zone is actief wanneer het alarm is ingeschakeld. Deze zone genereert direct bij triggering een inbraak alarm. Deze zone is ontwikkeld voor detectoren in een beschermde ruimte of voor het beveiligen van deuren en ramen die nooit geopend worden om het pand binnen te komen. Gebeurtenis: Inbraak In/Uitgang Wanneer het systeem wordt ingeschakeld begint de inlooptijdvertraging vanaf het moment dat de in/uitgang sensoren getriggerd worden.
24uurs 24 uurs zones zijn altijd actief. Wanneer deze getriggerd wordt, genereert hij een inbraakalarm. Deze zone is ontwikkeld voor continue beveiliging Gebeurtenis: Inbraak 24Hr-X De 24uurs-X zone is een toekomstige optie die in de huidige hardware nog niet beschikbaar is. Gebeurtenis: Niet van toepassing Gas Gas zones zijn altijd actief. Wanneer er een gaslek is, genereert deze zone een gas alarm. Deze zone wordt gebruikt voor detectie van methaan/propaan/butaan of kool monoxide gas.
Declaration of Conformity Bij deze verklaart Marmitek BV, dat deze ProGuard800 voldoet aan de essentiële eisen en aan de overige relevante bepalingen van Richtlijnen: Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit RICHTLIJN 2004/108/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 december 2004 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inza
ProGuard800™ -119-
ZI0488A (4-07)