Operation Manual

6
BEDIENING
VOL BAS TRE BAL FAD
(Volume) (Lage Tonen) (Hoge Tonen) (Balans) (Fader)
ALGEMENE BEDIENING
HET APPARAAT IN/UITSCHAKELEN
Druk op (12) om het apparaat in te
schakelen, u zult begroet worden met
de zin “WELCOME”.
Wanneer het apparaat is ingeschakeld,
kunt u (12) ingedrukt houden om het
weer uit te schakelen. “GOOD BYE” zal
in dit geval op de LCD verschijnen.
FRONTPLAAT AFNEMEN
Druk op
(3) om de afneembare
frontplaat los te maken.
GELUIDSAFSTELLING
Druk kort op SEL/MENU (2) om de
modus AUDIO INSTELLING te openen,
gebruik SEL/MENU (2) om de gewenste
instelmodus te selecteren. De
instelmodus wisselt in deze volgorder:
Druk kort op
/ (1) om de
geluidskwaliteit stapsgewijs hoger of
lager aan te passen, houd
/ (1)
ingedrukt om de geluidskwaliteit snel
bij te stellen.
SYSTEEMINSTELLING
Houd de toets SEL/MENU (2) op het
voorpaneel ingedrukt om de modus
SYSTEEMINSTELLING te openen. Druk
vervolgens kort op SEL/MENU (2) om
het in te stellen onderwerp te selecteren
en gebruik
/ (1) om de betreffende
instelling te veranderen.
1)INVOL
Gebruik
/ (1) om het volumeniveau
bij inschakelen van het apparaat te
selecteren.
2)PRI SRC/CLK
Wanneer u PRI SRC selecteert
(bronprioriteit):
De frequentie (informatie over huidige
modus) zal continu door het apparaat
worden aangegeven. Door in
Frequentieprioriteit op de toets DISP
(18) te drukken, zal kort de klokweergave
verschijnen en daarna wordt na enkele
seconden de frequentie weer getoond.
Wanneer u PRI CLK selecteert
(klokprioriteit):
De klok zal continu door het apparaat
worden weergegeven. Door in
Klokprioriteit op de toets DISP (18) te
drukken, zal tijdelijk de geselecteerde
stationfrequentie worden weergegeven
(in RADIOMODUS), het tracknummer
(in CD/MP3/ WMA modus) of andere
informatie afhankelijk van d huidige
modus. Hierna zal na enkele seconden
de klokweergave weer verschijnen.
3)PCLK ON/OFF Wanneer PCLK ON is
geselecteerd, zal na uitschakelen van
het apparaat de klok nog steeds op de
LCD worden getoond.
Wanneer PCLK OFF is geselecteerd,
zal de klok na uitschakelen van het
apparaat niet op de LCD worden
getoond.
4)BEEP ALL/OFF/2ND
BEEP ALL modus:
Door een willekeurige toets in te
drukken, wordt een pieptoontje
gegenereerd.
BEEP OFF modus:
De pieptoon is uitgeschakeld.
BEEP 2ND modus:
De pieptoon is alleen te horen wanneer
de functietoets langer dan 3 seconden
wordt ingedrukt. Bijv.
Wanneer een voorinsteltoets wordt
ingedrukt.
Wanneer toets BND/LOU/ENT/CLR (4)
wordt ingedrukt.
Wanneer toets AS/PS/Navi-SCH (19)
wordt ingedrukt.
5)TAVOL
Gebruik
/ (1) om het TA
volumeniveau te selecteren.
6)EON AAN/UIT
Gebruik
/ (1) om de EON (Enhanced
Other Networks / Versterkte Andere
Netwerken) AAN of UIT te schakelen.
7)REC MP3/WMA
Tijdens opname van de radio/CD/AUX
audio, kunt u het op te nemen formaat
‘.MP3’ of ‘.WMA’ seelcteren.
DEMP
Druk kort op de toets MUTE (12) om
het geluid onmiddellijk te dempen,
nogmaals indrukken om het geluid weer
te herstellen.
LUIDHEID
Druk voor enkele seconden op de toets
LOU (4) om de luidheidfunctie in te
schakelen, het woord “LOUD” zal op
de LCD verschijnen.