AUDIO / VIDEO AUTORADIO CD / DVD + LCD Model: MCR-1100 GEBRUIKSAANWIJZING `` 1
Eigenschappen • • • • • • • • • • • • • • • • • Dc en ISO aansluiting / voeding voor de auto. Automatisch voorkeuze programmering van de radio 6.
`` 3
`` 4
AANSLUITING VAN KABELS Let op! 1. Gebruik de ISO adaptersteker van de autoradio om een veilige elektrische verbinding te maken. 2. Belangrijk! Let erop, dat de rose geheugenkabel aan de constante +12V voeding aangesloten moet zijn (voor zendergeheugen). 3. Nadat alle verbindingen zijn voltooid, druk op de “RESET” knop. Antenne-relais kabel Een gele kabel is bijgeleverd voor relais besturing van antenne.
ELECTRISCHE AANSLUITING Er zijn 2 manieren van aansluiten, Methode A en Methode B. Het verschil heeft te maken met het feit of u gebruik maakt van de ISO connector, of dat u de draden zelf aansluit. Het laatste is nodig indien uw auto niet over de gestandaardiseerde ISO verbinding beschikt. Methode A maakt gebruik van de draadaansluiting Methode B maakt gebruik van de ISO aansluiting.
ELECTRISCHE AANSLUITING Methode ASluit de Tuner/versterker Box als volgt aan, en plaats deze uit het zicht achter of onder uw dashboard.
Voorzijde in gesloten en open positie 1. 2. 3. 4. 5. 6. Aan/uit toets Infrarood sensor Monitor Open/sluiten toets Uitwerp toets (eject) Disc compartiment Reset toets 7. Beeldinstellingen 8. Afregeltoets 9. Afregeltoets + 10.Infrarood sensor 11. 6.
Achterzijde van de radio + scherm 12. 13 Pin aansluiting 13. RGB Systeem aansluiting 14. Externe infrarood ontvanger aansluiting 15. Audio / Video ingang 16. Digitale audio uitgang 17. 12V Aansluiting Voorzijde van de Tuner/versterker Achterzijde van de Tuner/versterker 1. 20 Pin Aansluiting 2. Aansluiting naar hoofd unit 3. Video uitgang `` 4. Audio uitgang 5. Antenne aansluiting 6.
AFSTANDBEDIENING In orde maken van de afstandbediening: 1. Verwijder het klepje van de het batterij compartiment. 2. Plaats 2x AAA batterijen. 3. Let goed op de polariteit van de batterijen. 4. Sluit het klepje. Bij gebruik van de afstandbediening dient u goed naar de radio te richten of de losse infrarood sensor die u op uw dashboard heeft geplaatst. 1. Aan/uit 2. Eject 3. Open/close 4. Subtitle 5. Angle 6. Disp 7. Mode 8. Setup 9. Program 10. Audio 11. Title 12. Menu 13. / / 14. Enter 15.
16. 17. / 18. 19. 20. 21. 0-9 22. 10+(-/--) 23. SEL 24. Panel +/25. CH 26. VOL+ 27. GOTO 28. PBC` 29. CH▼ 30. VOL31. Repeat 32. A-B (mo-st) 33. Radio preset 34. Band 35. Mute toets 36. Zoom `` Afspeel toets in Cd en DVD modus. Snel voorwaarts / achterwaarts in Cd en DVD modus. Voorwaarts en terugwaarts springen in Cd en DVD modus. Druk op deze toets om het afspelen te doen stoppen in Cd en DVD modus.
ALGEMENE BEDIENING • AAN/UIT en een DVD plaatsen U kunt de PWR-toets (1) op het paneel gebruiken om het apparaat aan of uit te zetten. Plaats vervolgens een DVD door deze met de bedrukte zijde naar boven in de gleuf te stoppen.(2) Het uitwerpen van de DVD doet u met toets 3. Monitor in en uit klappen `` • Druk op de “open/close” toets op het frontpaneel of op de afstandbediening, om het scherm uit te klappen.
ALGEMENE BEDIENING • MODE Druk op de “mode” toets van de afstandbediening om te kunnen kiezen tussen DVD, RADIO, TV, AV en RGB. • RESET De reset toets wordt gebruikt als u : - De radio/DVD voor de eerste maal in gebruik neemt na de installatie - Als de toetsen van het apparaat niet meer reageren. - Als het afleesvenster vreemde tekens vertonen. • PICTURE Druk op de “picture” toets op het monitor paneel om beeldinstellingen te verrichten zoals in de tekening aangegeven.
`` 1 4
`` 1 5
KIJKEN VANUIT EEN ANDERE HOEK Sommige DVD’s kunnen scènes bevatten die vanuit een aantal verschillende hoeken werden gefilmd. Bij deze discs kan een scène vanuit elk van die hoeken worden bekeken met behulp van de ANGLE toets. (De opgenomen hoeken verschillen van disc tot disc.) Dit toestel kan een 3D Surround effect produceren met behulp van Spatializer technologie, die meerkanaalsweergave simuleert met twee conventionele stereo luidsprekers in plaats van de vijf of meer luidsprekers.
Wanneer de basisinstellingen zijn verricht, kan de speler altijd in dezelfde omstandigheden werken (vooral handig met DVD discs). De instellingen blijven in het geheugen opgeslagen tot ze worden gewijzigd, ook al wordt het toestel afgezet. Elke DVD disc biedt diverse audio-uitgangsmogelijkheden. Stel Digital Audio Output in volgens het type audiosysteem waarover u beschikt.
BASIS INSTELLINGEN Wanneer de basisinstellingen zijn verricht, kan de speler altijd in dezelfde omstandigheden werken (vooral handig met DVD discs). De instellingen blijven in het geheugen opgeslagen tot ze worden gewijzigd, ook al wordt het toestel afgezet. Druk in de stopstand op SETUP. Het SETUP menu verschijnt. Kies het juiste schermtype afhankelijk van de monitor waarover u beschikt: conventioneel beeldformaat (4:3) of breedbeeldformaat (16:9).
waarover u beschikt. Kies “SPDIF/PCM” als een actief digitaal uitgangssignaal naar een Dolby Digital decoder (of een versterker of andere apparatuur met Dolby Digital decoder) wordt gebruikt. Standaard dient u deze op ANALOG te zetten. Maak keuze uit een OSD scherm taal. De audio setup stelt u in staat om audio compressie te gebruiken. KINDERSLOT Hiermee kan de weergave van bepaalde DVD’s die niet geschikt zijn voor kinderen onmogelijk worden gemaakt.
Sommige DVD discs bevatten een beperkingniveau waarmee ouders scènes kunnen “knippen” of voorkomen dat kinderen bepaalde discs afspelen. DVD-spelers zijn uitgerust met een wachtwoord waarmee kan worden voorkomen dat kinderen de rating wijzigen. Het wachtwoord vanuit de fabriek is : 3308 Standaard instellingen reset toets.
SEL-toets indrukken kies op het display uit volume, bass, treble, balance en fader. Met de toetsen kunt u de geselecteerde modus instellen. Als een bepaalde modusinstelling niet binnen 3 seconden wordt veranderd, keert het display terug naar de normale scherminhoud van het radio- of cd-display. • EQUALIZER Door op de AUDIO toets te drukken kunt u een geluidsregeling voorkeuze kiezen, zoals hieronder aangegeven.
WERKING - Het Instellen van de RDS Modus Druk de AF toets (3) in en laat ze onmiddellijk los om de RDS modus aan of uit te schakelen. Van zodra de RDS modus aangeschakeld is zal het symbool “AF” verschijnen op de display. Tevens wordt de programmanaam weergegeven bij het ontvangen van een RDS station. “AF” begint te knipperen als het ontvagen signaal zwakker wordt. “ALARM” zal weergegeven worden als er een noodsignaal uitgezonden en ontvangen wordt.
EON TA DISTANCE modus Bij EON TA schakelen wordt er getracht de informatie van het actuele station te implementeren. Als de EON TA DISTANCE modus geselecteerd wordt, zal “EON TA DX” gedurende enkele seconden aangeduid worden op de display. De gebruikte RDS gegevens zijn PI, PS, AF, TP, TA, EON en PTY gegevens.
`` 2 4