Operation Manual

10
3. Radio Gebruik
1. BAND (bandkeuze) KNOP
Druk, in de RADIO modus, op de BAND(bandkeuze) knop op de afstandsbediening of op het
voorpaneel om uw gewenste radio bandkeuze te selecteren: FM1, FM2, FM3, MW1 en MW2.
Het woord dat staat voor de geselecteerde bandkeuze zal op de kleine monitor van het
voorpaneel worden getoond.
2. TUNE/SEEK (afstemmen/zoeken) UP/DOWN (omhoog/omlaag) KNOPPEN
In de RADIO modus:
1) Druk lang op de UP/DN (omhoog/omlaag) knop op het voorpaneel of op de >>|/ |<< knop op de
afstandsbediening om automatisch omhoog/omlaag te zoeken naar een beschikbaar station op
de huidige frequentie.
2) Druk kort op de UP/DN(omhoog/omlaag) knop op het voorpaneel of op de >>| / |<< knop op de
afstandsbediening om handmatig stap voor stap omhoog of omlaag naar uw gewenste station
op de huidige frequentie te zoeken.
3. APS (automatisch programmeersysteem) KNOP
In de RADIO modus:
1) De radio zoekt, als de APS knop lang wordt ingedrukt, vanaf de laagste frequentie en
controleert het niveau van de signaalsterkte totdat 1 zoekcyclus voltooit is. De 6 sterkste
stations worden onder het corresponderende nummers in het geheugen ingesteld. Het APS
gebruik wordt in elke geselecteerde bandkeuze uitgevoerd. Als de APS uitvoering klaar is dan
zal het de uitzending op de M1 hervatten (Er kunnen 3x6 zenders voor FM worden opgeslagen
en 2x6 zenders voor de AM.
2) Indien er kort op de APS knop of de afstandsbediening wordt gedrukt, zoekt de radio naar elk
ingesteld station van de M1. Als het niveau van de veldsterkte hoger is dan het drempelniveau
van het stopniveau dan stopt de radio een paar seconden op dat ingestelde nummer. Tevens
zal tijdens die stop het programma van dat station te horen zijn. Vervolgens wordt er weer
verder gezocht. Na het beëindigen van een zoekcyclus zal het stoppen met zoeken op de M1.
NOOT: Op de FM golflengte worden FM1, FM2, FM3 één voor één gecontroleerd.
4. PRESET STATION (ingesteld station) [ 1-6 ] KNOP
In de RADIO modus:
1) Druk, om de huidige frequentie op de huidige golflengte vast te houden, lang op één van de zes
ingestelde knoppen (1-6) of druk op de ^/v knop om de geheugenbank te selecteren en druk
daarna lang op de OK knop.
2) Druk, om het ingestelde geheugen op de huidige golflengte op te roepen, op één van de zes
ingestelde knoppen (1-6) of druk op de ^/v knop en druk daarna op de OK knop om te
bevestigen.
5. STEREO/MONO KNOP
Druk op de ST knop op de afstandsbediening om de STEREO of MONO geluidsmodus voor de
FM golflengte te selecteren.
6. LOC KNOP
1) Controleer, als het signaal van het radiostation erg zwak is en het ontvangsteffect tijdens het
afstemmen slecht is in de FM modus, of het woord LOC op het LCD scherm staat. Druk, als het
woord LOC op het LCD scherm staat, op deze knop om de LOC functie uit te zetten en stem
dan weer af voor het radiostation.
2) Druk, in de FM modus als het signaal van het radiostation te sterk is waardoor er storing op het
ontvangsteffect tijdens het afstemmen ontstaat, op die knop om de LOC functie aan te zetten.
Het woord LOC wordt op het scherm getoond. Stem vervolgens weer af voor het radiostation.