Operation Manual

35
Opmerkingen:
Kies de montageplaats waar het
apparaat de bestuurder niet hindert
tijdens het rijden.
Sluit, voordat het apparaat definitief
wordt geïnstalleerd, de bedrading
tijdelijk aan en verzeker u ervan dat
alles juist is aangesloten en dat het
apparaat en het systeem juist
functioneren.
Gebruik alleen de bij het apparaat
geleverde onderdelen om een juiste
installatie te verzekeren. Het gebruik
van niet goedgekeurde onderdelen kan
een slechte werking tot gevolg hebben.
Neem contact op met de
naastbijgelegen dealer wanneer de
installatie het boren van gaten of
andere wijzigingen aan de auto vereist.
Plaats het apparaat zo dat het de
bestuurder niet hindert en het de
passagier niet kan verwonden in het
geval van een plotselinge stop, zoals
een noodstop.
Wanneer het apparaat onder een hoek
van meer dan 30 graden afwijkend van
horizontaal wordt gemonteerd, levert
het apparaat mogelijk geen optimale
prestaties.
Vermijd installatie van het apparaat
waar het wordt blootgesteld aan hoge
temperaturen, zoals van direct zonlicht,
of van lucht, zoals van de kachel, of
waar het wordt blootgesteld aan stof,
vuil of uitzonderlijk sterke trillingen.
DIN VOOR/ACHTER MONTAGE
Dit apparaat kan goed worden geplaatst
hetzij “Van voor” (conventionele DIN
Front-montage) of “Van achter” (DIN
Rear-montage, met gebruikmaking van
van schroefdraad voorziene gaten in de
zijkanten van het apparaat). Zie voor de
details de volgende geïllustreerde
montagemethoden.
DIN MONTAGE VANAF
VOORKANT (Methode A)
Installatie van het apparaat
1. Dashboard
2. Houder
Nadat de houder in het dashboard is
gestoken, kiest u de passende lipjes
in overeenstemming met de dikte van
het dashboard en buigt u die naar
binnen om de houder op zijn plaats te
bevestigen.
3. Schroef
1. Dashboard
2. Moer (5mm)
3. Veerring
4. Schroef (5 x 25mm)
5. Schroef
6. Strip
Zorg ervoor de strip te gebruiken om
de achterkant van het apparaat op zijn
plaats te houden. De strip kan met
de hand in de juiste vorm worden
gebogen.
7. Vlakke ring
30˚
(Fig. 1)
1
3
2
182
53
(Fig. 2)
1
2
6
5
4
3
7
INSTALLATIE