Operation Manual

8
De luchtverversing moet tenminste 150 m
3
/h kunnen
bedragen.
De andere kant van de slang sluit u aan op een
muur- of vensterdoorvoer. Dat doet u zodanig dat er
geen regenwater in kan lopen; dus overkappen of
naar buiten toe omlaag richten.
Beveiligingen tegen regen- en windinslag in
doorvoeren bestaan meestal uit beweegbare klepjes
of lamelletjes. Ze kunnen bij sterke wind dichtslaan,
of na verloop van tijd niet meer open gaan (roest,
vuil). Dan hebt u een afvoerprobleem, let daar dus
op.
Is het vertrek op een sterke centrale afzuiging
aangesloten, dan kan die afzuiging problemen
veroorzaken. Is de benodigde droogtijd veel te lang,
schakel de afzuiging dan uit of sluit het afzuigrooster
af tijdens het in werking zijn van de droger.
Indien de droger tussengebouwd wordt, overtuigt u
zich er dan van dat de afvoerslang niet geknikt kan
raken.
Bij een gedeeltelijk geknikte of beknelde slang zal de
benodigde droogtijd toenemen en daarmee ook het
energieverbruik.
Bij een totaal geblokkeerde slang schakelt een
interne beveiliging tegen oververhitting het
verwarmproces automatisch uit.
Wijzigen van de deurdraairichting
Het kan wenselijk zijn om de draairichting van de
deur om te keren. Bijvoorbeeld omdat de wasdroger
op of naast de wasautomaat staat.
Deze wijziging mag uitsluitend door een daartoe
bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Verwijder de deur, compleet met scharnier, door
de beide schroeven (1) los te draaien. Fig. A.
Druk de twee vleugeltjes van de schakelstift (2)
naar elkaar toe en trek de schakelstift uit de deur
(fig. A). Doe hetzelfde met de dummy (3).
Breng nu de schakelstift (2) en de dummy (3) op
de tegenover gestelde plaats, weer aan (fig. B).
Overtuig u ervan dat de vleugeltjes klikken.
Verwijder de kunststof afdekplaat (4), door
middel van de beide schroeven (fig. A). Monteer
de plaat op de tegenovergestelde plaats (fig. B).
Monteer de deur. Draai de schroeven (1) goed
vast (fig. B).
P0748
B
1
4
2
3
P0283
A
2
3
4
1