Operation Manual

OPMERKING
l
(Met automatische
verlichtingsregeling)
Als de mistl ichtschakelaar in de
stand
of staat en de
koplampschakelaar in de stand
staat, worden de
voormistlichten ingeschakeld
wanneer de koplampen, de
buitenverlichting en de
instrumentenpaneelverlichting
ingeschakeld zijn.
l
Als de mistl ichtschakelaar naar de
stand
gedraaid wordt (de
mistlichtschakelaar keert
automatisch naar de stand
terug),
gaat ook het achtermistlicht branden
en gaat het
achtermistlichtindikatielampje in de
instrumentengroep eveneens
branden.
qType B (Zonder achtermistlicht)
Voor het inschakelen van de mistlichten,
de mistlichtschakelaar naar de stand
draaien.
De koplampschakelaar dient in de stand
of te staan alvorens de
mistlichten in te schakel en.
Het voormistlichtindikatielampje in de
instrumentengroep gaat branden wanneer
de mistlichten ingeschakeld zijn.
Mistlichtschakelaar
Voor het uitschakelen van de mistlichten,
de mistlichtschakelaar naar de stand
draaien of de koplampschak elaar naar de
stand
draaien.
Het voormistlichtindikatielampje in de
instrumentengroep gaat uit wanneer de
mistlichten uitgeschakeld worden.
OPMERKING
(Met automatische
verlichtingsregeling)
Als de mistl ichtschakelaar in de stand
staat en de koplampschakelaar in de
stand
staat, worden de
mistlichten ingeschakeld wanneer de
koplampen, de buitenverlichting en de
instrumentenpaneelverlichting
ingeschakeld zijn.
4-102
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars