Operation Manual

Onderwerp Bijzonderheid
Fabrieksin-
stelling
Beschik-
bare
instellin-
gen
Methode voor wijzigen van
instellingen
Veiligheid
Afstandher-
kenning-
hulpsysteem
(DRSS)
Zie
Afstandher-
kenning-
hulpsysteem
(DRSS) op
pagina
4-165.
Het systeem kan zodanig
worden gewijzigd dat het
Afstandherkenninghulpsysteem
(DRSS) niet functioneert.
*1
Aan Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-71.
De afstand waarbij de
voorliggend voertuig indikator
in de display knippert kan
gewijzigd worden.
Vlakbij
Ver/Medium/
Vlakbij
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-71.
Vermoeidheids-
waarschuwing
Zie
Vermoei-
dheidswaar-
schuwing op
pagina
4-169.
Het systeem kan zodanig
gewijzigd worden dat de
vermoeidheidswaarschuwing
niet werkt.
*1
Aan Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-71.
Auto
Centrale
portierver-
grendeling
Zie
Automati-
sche
vergrendel-/
ontgrendel-
functie op
pagina 3-19.
Verandert de instelling van de
automatische
vergrendel-/ontgrendelfunctie
voor alle portieren
overeenkomstig de rijsnelheid,
de stroomvoorzieningstoestand
van de auto en de stand van de
keuzehendel.
Dicht: Rij-
den Open:
Contact
aan
Vergrende-
len: rijden
Ongrende-
len: parke-
ren/
Dicht: uit
P-stand.
Open: In
P-stand/
Slot: Van
de par-
keerstand
zetten/
Dicht: Rij-
den Open:
Contact
aan/
Vergrende-
len: Tij-
dens het
rijden/
Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-71.
Zie
Automati-
sche
vergren-
del-/ont-
grendel-
functie op
pagina
3-19.
9-20
Gebruikersinstellingen