Operation Manual

OPMERKING
l
In de volgende gevallen gaat het dodehoekmonitor (BSM) OFF indikatielampje
branden en wordt de werking van het systeem stopg ezet. Laat de auto zo spoedig
mogelijk door een officiƫle Mazda dealer inspecteren als het dodehoekmonitor (BSM)
OFF indikatielampje blijft branden.
l
Er wordt een probleem in het systeem bespeurd, inclusief de dodehoekmonitor
(BSM) waarschuwingslampjes.
l
Er is een grote afwijking ontstaan in de montagepositie van een radarsensor
(achter).
l
Er heeft zich een grote hoeveelheid sneeuw of ijs verzameld op de achterbumper
nabij een radarsensor (achter). Verwijder alle sneeuw, ijs of modder van de
achterbumper.
l
Rijden gedurende langere perioden op met sneeuw bedekte wegen.
l
De temperatuur in de buurt van de radarsensoren (achter) is buitengewoon hoog als
gevolg van het langdurig rijden op hellingen tijdens de zomer.
l
De accuspanning is afgenomen.
l
Onder de volgende omstandigheden kunnen de radarsensoren (achter) geen grote
objecten bespeuren of kunnen deze moeilijk bespeurd worden.
l
Er bevindt zich een voertuig in het opspor ingsgebied aan de achterzijde op een
naastgelegen rijstrook aan de achterzijde, maar dit nadert niet. Het
dodehoekmonitorsysteem (BSM) beoordeelt de situatie op basis van
radardetectiegegevens.
l
Er rijdt gedurende langere tijd een voertuig naast het uwe met nagenoeg dezelfde
snelheid.
l
Voertuigen die naderen vanuit tegenovergestelde richting.
l
Een voertuig op een naastgelegen rijstrook probeert uw auto te passeren.
l
Er bevindt zich een voertuig op een naastgelegen rijstrook op een weg met
buitengewoon brede rijstroken. Het detectiegebied van de radarsensoren (achter) is
ingesteld op de breedte van snelwegen.
l
In de volgende gevallen bestaat de kans dat de activering van de dodehoekmonitor
(BSM) waarschuwingslampjes en de waarschuwingszoemer niet of vertraagd
plaatsvindt.
l
Een voertuig verandert van de huidige rijstrook naar een naastgelegen rijstrook
twee rijstroken verder.
l
Rijden op steile hellingen.
l
Rijden over de top van een heuvel of bergpas.
l
Bij een kleine draaicirkel (maken van een scherpe bocht, afsl aan op kruisingen).
l
Wanneer er verschil is in hoogte tuss en uw rijstrook en de naastgelegen rijstrook.
l
Het systeem functioneert direct na het indrukken van de dodehoekmonitor (BSM)
schakelaar.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-157