Operation Manual

12
c) Abspielen eines einzelnen Demo-Songs
Schalten Sie das Keyboard ein.
Drücken Sie die Taste "SONG" (8).
Geben Sie die gewünschte Nummer des Demo-Songs mit der Zahlentastatur ein. Drücken Sie beispiels-
weise die Taste "3" und danach die Taste "5", um den Demo-Song "35" auszuwählen.
Der Demo-Song 100 kann durch Drücken der Taste "+100" ausgewählt werden.
Drücken Sie die Taste "START/STOP" (12), um den gerade ausgewählten Demo-Song zu starten.
Drücken Sie die Taste "START/STOP" erneut, um den Abspielvorgang zu beenden.
Während der Wiedergabe können Sie die Taste "MELODY OFF" (7) betätigen, um die Melodie
abzuschalten, wenn Sie sie z.B. selbst spielen möchten.
Ein erneuter Druck auf die Taste "MELODY OFF" schaltet die Melodie wieder ein.
Wenn gewünscht, kann über die Tasten "TEMPO +" bzw. "TEMPO -" (6) die Geschwindigkeit ein-
gestellt werden.
12. Instrumente und Effekte
a) Instrument wählen ("VOICE")
Das Keyboard verfügt über insgesamt 128 verschiedene Instrumente.
Bild 11
Zur Auswahl des Instruments gehen Sie wie folgt vor:
Drücken Sie die Taste "VOICE" (10).
Geben Sie die Nummer des gewünschten Instruments ein (siehe Tabelle auf dem Keyboard).
Die Nummer des Instruments wird im LC-Display eingeblendet.
Bei einer Nummer größer als 99 drücken Sie zuerst die Taste "+100".
Beispiel für Instrument 124: Taste "+100" drücken, danach Taste "2", danach Taste "4"
Alternativ können die Instrumente auch mit den Tasten " + " und " - " (im Zahlenblock) weitergeschaltet
werden. Wenn Sie die Tasten länger betätigen, werden die Instrumente schnell weitergeschaltet.
Beim Einschalten des Keyboards ist automatisch das Instrument "01" ausgewählt.
69
c) Weergave van het begeleidingsritme starten/beëindigen
Selecteer het begeleidingsritme, zie boven.
Druk op de toets "START/STOP" (12), om de weergave van het begeleidingsritme te starten.
De snelheid van het begeleidingsritme kan via de toetsen "TEMPO +" of. "TEMPO -" (6) worden inge-
steld.
Nog eens op de toets "START/STOP" drukken beëindigt de weergave.
Afbeelding 16
Schakel gedurende de weergave van het begeleidingsritme, indien u dat wenst, de auto-akkoord-
functie erbij. Druk op de toets "A.B.C." (12) en daarna op één van de 19 akkoord toetsen
Wordt al een auto-akkoord weergegeven, dan drukt u voor het omschakelen op een ander auto-
akkoord gewoon een ander van de 19 akkoord toetsen in.
d) Synchro-Start
De weergave van het begeleidingsritme kan, indien u dat wenst, pas bij de eerste keer drukken op de toets
van het toetsenbord beginnen.
Afbeelding 17
Handel daartoe als volgt:
•Druk op de toets "SYNC" (12). In het LC-display begint de Beat-aanduiding (28) te knipperen.
Bij de eerste keer drukken op de knop begint de weergave van het begeleidingsritme.
Voor het beëindigen van de weergave drukt u op de toets "START/STOP" (12).
Wanneer het auto-akkoord is ingeschakeld, begint de weergave ook door het indrukken van een
auto-akkoord-toets. Het auto-akkoord en het begeleidingsritme worden afgespeeld.
e) FILL-IN-Function
Via de toetsen "FILL-IN NORMAL" of. "FILL-IN VARIATION" (12) kiest u de beide variaties.
Afbeelding 18