User Manual
Verklarende woordenlijst 261
B
Back-up maken
Een kopie maken van uw belangrijke bestanden, meestal op een beveiligde server in het
netwerk. Vergelijken met
archiveren (pagina 260).
Bandbreedte
De hoeveelheid gegevens die binnen een bepaalde periode kan worden verzonden of
ontvangen.
Bestandsfragmenten
Bestanden die niet definitief zijn verwijderd en die zich overal op een schijf kunnen
bevinden. Bestandsfragmentatie vindt plaats tijdens het toevoegen of verwijderen van
bestanden en kan de prestaties van de computer beïnvloeden.
Bewaakte bestandstypen
De bestandtypen (bijvoorbeeld bestanden met de extensie .doc of .xls) waarvan met
Backup and Restore een back-up wordt gemaakt of die worden gearchiveerd op bewaakte
locaties.
Bewaakte locaties
De mappen op uw computer die door Backup and Restore worden bewaakt.
Browser
Een programma voor het weergeven van webpagina's op internet. Veelgebruikte
webbrowsers zijn onder andere Microsoft Internet Explorer en Mozilla Firefox.
buffer overflow
De situatie waarin verdachte programma's of processen proberen om meer gegevens in de
buffer (een tijdelijke opslaglocatie) van een besturingssysteem op te slaan dan deze kan
bevatten. Bij overschrijdingen van de bufferlimiet worden gegevens in aangrenzende
buffers overschreven of worden andere bestanden in het geheugen beschadigd.
C
Cache
Een tijdelijke opslaglocatie waar veelgebruikte of recent gebruikte gegevens worden
opgeslagen op een computer. Om sneller en efficiënter op internet te kunnen surfen,
worden bijvoorbeeld webpagina's die u al eerder hebt bezocht, uit de cache opgehaald, niet
van een externe server.
Client
Een programma dat op een pc of werkstation wordt uitgevoerd en afhankelijk is van een
server voor de uitvoering van bepaalde acties. Bijvoorbeeld: een e-mailclient is een
toepassing waarmee u e-mail kunt verzenden en ontvangen.