operation manual

Table Of Contents
beschadigd is (behalve als de zuigpijp is
gemonteerd).
Tijdens het werken met de blazer moet de
opvangzak gesteund worden door de draagriem. De
riem moet over de schouder worden gedragen.
Start de bladblazer. Volg de instructies in het
hoofdstuk over starten en stoppen
Starten en
stoppen op pagina 184
. Lees de
veiligheidsinstructies goed door
VEILIGHEID op
pagina 180
.
De opvangzak legen
WAARSCHUWING: Controleer altijd de
opvangzak. Zorg ervoor dat deze niet
beschadigd is en dat de rits dicht is voordat
u het apparaat gaat gebruiken. Gebruik
nooit een beschadigde zak. Er bestaat dan
risico op letsel vanwege rondvliegend vuil.
Wees voorzichtig als u het product met uw
linkerhand bedient. Raak nooit het gebied
rond de uitlaat aan.
1. Stop het apparaat.
2.
Open de rits aan de zijkant.
3. Maak de opvangzak leeg.
4. Sluit de rits.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING: Lees en begrijp het
hoofdstuk over veiligheid voordat u gaat
reinigen of reparaties of onderhoud gaat
uitvoeren.
Onderhoudsschema
Houd u aan het onderhoudsschema. De intervallen
worden berekend op basis van het dagelijks gebruik van
het product. De intervallen wijken af als u het product
niet dagelijks gebruikt. Voer alleen
onderhoudswerkzaamheden uit die in deze handleiding
worden beschreven. Neem voor overige
onderhoudswerkzaamheden die niet in deze handleiding
worden beschreven contact op met een erkend
servicepunt.
Dagelijks onderhoud
Reinig de externe oppervlakken.
Controleer of de snelheidsregeling en de gashendel
correct werken. Vervang beschadigde onderdelen.
Controleer de stopschakelaar. Vervangen indien
nodig.
Controleer het stationaire toerental.
Maak het luchtfilter schoon. Vervangen indien nodig.
Zorg ervoor dat het deksel van de aanzuigopening in
gesloten stand kan worden vastgezet. Zorg ervoor
dat de waaier schoon is.
Draai alle moeren en bouten aan.
Controleer of de behuizingen geen scheuren
vertonen.
Zorg ervoor dat de opvangzak niet beschadigd is en
dat de rits werkt. Vervang de zak indien nodig.
Wekelijks onderhoud
Controleer de staat van de starterinrichting, het
startkoord en de spanveer. Vervang alle
beschadigde onderdelen.
Controleer de staat van de luchtinlaat bij de
starterinrichting. Verwijder rommel als de luchtinlaat
verstopt zit.
Maak de bougie uitwendig schoon. Verwijder deze
en controleer de afstand tussen de elektroden. Stel
de afstand in op 0,6 mm (0,024 inch) of vervang de
bougie.
Reinig de bladen van de waaier.
Reinig het vonkenscherm en vervang het indien
nodig (niet op dempers met een katalysator).
Reinig het gebied rond de carburateur.
Maak het luchtfilter schoon.
Maandelijks onderhoud
Controleer de greep van het startkoord en het
startkoord.
Maak de brandstoftank schoon.
Reinig de carburateur en de directe omgeving ervan.
Reinig de bladen van de waaier.
Controleer de brandstofleidingen op scheurtjes of
andere beschadigingen. Vervang deze indien nodig
Vervang het brandstoffilter in de brandstoftank.
Controleer alle kabels en aansluitingen.
Vervang de bougie.
Vervang het luchtfilter.
Jaarlijks onderhoud
Controleer de bougie.
Reinig de externe oppervlakken van de carburateur
en de aangrenzende delen.
Reinig het koelsysteem.
Controleer het vonkenscherm.
Controleer het brandstoffilter.
Controleer de brandstofslang op schade.
Controleer alle kabels en aansluitingen.
Onderhoud na 50 uur
186 728 - 007 - 21.08.2018