HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE EN GEBRUIK PELLETKACHEL CUTE/THEMA AIR Instructies in de oorspronkelijke taal NL
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE....................................................................................................... II INLEIDING...................................................................................................................1 1-WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN.....................................................2 2-BRANDSTOF.............................................................................................................6 3-INSTALLATIE.......................
INLEIDING Geachte Klant, onze producten zijn ontworpen en gebouwd in overeenstemming met de Europese refrentienormen voor bouwproducten (EN13240 houtkachels, EN14785 pellet toestellen, EN13229 haarden/inbouwelementen om met hout te verwarmen, EN 12815 keukens die met hout verwarmen), met materialen van hoogstaande kwaliteit en een gedegen ervaring inzake transformatieprocessen.
1-WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID • De installatie, de elektrische aansluiting, de controle van de werking en het onderhoud mogen uitsluitend door gekwalificeerd, bevoegd personeel uitgevoerd worden. • Installeer het product volgens de plaatselijke en nationale wetten en de normen die plaatselijk, regionaal of nationaal van kracht zijn. • Gebruik uitsluitend de brandstof die door de fabrikant wordt aangeraden. Het product mag niet als verbrander gebruikt worden.
1-WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN INFORMATIE: Wend u voor ongeacht welk probleem tot de verkoper of tot door het bedrijf geautoriseerd en gekwalificeerd personeel. • Gebruik uitsluitend de brandstof die door de fabrikant is aangegeven. • Bij de eerste inschakeling is het normaal dat het product rook afgeeft te wijten aan de eerste verhitting van de lak. Zorg er dus voor dat het lokaal waarin het toestel is geïnstalleerd goed verlucht is.
1-WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN UITSLUITINGEN Alle slechte werkingen en/of schade aan het toestel die aan de volgende oorzaken te wijten zijn, zijn van deze garantie uitgesloten: • Schade veroorzaakt door transport en/of verplaatsing • alle delen die defect blijken door verwaarlozing of onachtzaamheid tijdens het gebruik, door foutief onderhoud, door een installatie die niet conform is met wat door de fabrikant is aangegeven (raadpleeg altijd de handleiding voor installatie en gebruik die bij het t
1-WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN RESERVEONDERDELEN In geval het toestel niet goed werkt, moet men zich tot de verkoper wenden, die de technische dienst voor assistentie zal contacteren. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. De verkoper of het assistentiecentrum kan u alle nuttige informatie over de reserveonderdelen verstrekken. Er wordt geadviseerd niet te wachten tot de componenten door het gebruik versleten geraakt zijn, alvorens ze te vervangen.
2-BRANDSTOF De aanwijzingen in dit hoofdstuk verwijzen expliciet naar de Italiaanse installatienorm UNI 10683. Men moet in ieder geval altijd de geldende normen respecteren die in het land van installatie van kracht zijn. DE PELLETS De pellets worden verkregen uit het vezeltrekproces van zaagsel tijdens de bewerking van natuurlijk gedroogd hout (zonder verf).
3-INSTALLATIE VOORWOORD De montagepositie moet worden gekozen in functie van de omgeving, van de uitlaat en van het rookkanaal. Controleer bij de plaatselijke overheden of er beperkende normen zijn wat betreft de inlaat voor verbrandingslucht, het systeem voor afvoer van rookgassen, het rookkanaal en de schoorsteenpot.
4-ROOKKANAAL VOORWOORD Dit hoofdstuk Rookkanaal werd opgesteld volgens de voorschriften van de Europese normen (EN13384 - EN1443 - EN1856 - EN1457). Het biedt enkele aanwijzingen over de goede, correcte uitvoering van het rookkanaal, maar mag in geen geval worden beschouwd als vervanging voor de geldende normen, die de gekwalificeerde fabrikant in zijn bezit moet hebben.
4-ROOKKANAAL TECHNISCHE KENMERKEN Laat de efficiëntie van het rookkanaal door een erkende technicus controleren.
4-ROOKKANAAL DAK OP 60° DAK OP 45° B B C C D D E A F 60° A = MIN. 2,60 meter B = AFSTAND > 1,20 meter C = AFSTAND < 1,20 meter D = O,50 meter BOVEN DE DAKNOK E = 2,10 meter F = REFLUXZONE AFBEELDING 5 A 45° A = MIN. 2,00 meter B = AFSTAND > 1,30 meter C = AFSTAND < 1,30 meter D = O,50 meter BOVEN DE DAKNOK E = 1,50 meter F = REFLUXZONE E F AFBEELDING 6 DIMENSIONERING De onderdruk (trek) van een rookkanaal hangt ook af van zijn hoogte.
4-ROOKKANAAL ONDERHOUD Het rookkanaal moet altijd schoon zijn, omdat aanslag van roet of onverbrande oliën de doorsnede ervan verminderen, waardoor de trek wordt geblokkeerd. Dit beïnvloedt de goede werking van de kachel en kan bij grote hoeveelheden zelfs voor brand zorgen.
4-ROOKKANAAL EXTERNE LUCHTINLAAT Het is verplicht om een geschikte externe luchtinlaat te voorzien, zodat de nodige verbrandingslucht kan worden aangevoerd voor de correcte werking van het toestel.
4-ROOKKANAAL AFSTAND (meter) De luchtinlaat moet op de volgende afstand zitten: 1,5 m ONDER Deuren, ramen, rookgasuitlaten, spouwmuren, ... 1,5 m HORIZONTAAL Deuren, ramen, rookgasuitlaten, spouwmuren, ... 0,3 m BOVEN Deuren, ramen, rookgasuitlaten, spouwmuren, ... 1,5 m VER VAN van de uitgang van de rookgassen AANSLUITING OP HET ROOKKANAAL De verbinding tussen het toestel en de rookafvoer moet worden uitgevoerd met een rookkanaal dat conform is met de norm EN 1856-2.
4-ROOKKANAAL VOORBEELDEN VAN EEN CORRECTE INSTALLATIE 1 U F E V I 2 3 D 1. Installatie rookkanaal Ø120mm met gat voor de doorgang van de buis plus: minimum 100mm rond de buis indien in contact met niet-ontvlambare delen zoals cement, bakstenen, enz.; of minimum 300mm rond de buis (of zoals beschreven volgens de gegevens van het label) indien in contact met ontvlambare delen zoals hout enz. In beide gevallen moet men tussen het rookkanaal en de vloer een geschikt isolerend materiaal aanbrengen.
5-SCHETSEN EN TECHNISCHE KENMERKEN TEKENINGEN EN KENMERKEN AFMETINGEN KACHEL CUTE AIR Ø 50 189 800 720 600 122 560 69 Ø100 Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden 15
5-SCHETSEN EN TECHNISCHE KENMERKEN AFMETINGEN KACHEL THEMA AIR 190 626 801 600 0 11 Ø5 557 69 Ø100 16 178
5-SCHETSEN EN TECHNISCHE KENMERKEN TECHNISCHE KENMERKEN Nuttig nominaal vermogen Nuttig minimumvermogen Rendement bij Max. Rendement bij Min. Temperatuur rookgassen in uitgang bij Max. Temperatuur rookgassen in uitgang bij Min. Roetdeeltjes / OGC/ Nox (13%O2) CO bij 13% O2 op Min en op Max CO2 bij Min. en bij Max. Aanbevolen trek bij Max. vermogen Aanbevolen trek bij Min.
6-INSTALLATIE EN MONTAGE VOORBEREIDING EN UITPAKKEN De verpakking bestaat uit een doos in recycleerbaar karton volgens de RESY-normen, recycleerbare inzetstukken in EPS piepschuim en een houten pallet. Alle verpakkingsmaterialen kunnen opnieuw worden gebruikt voor gelijkaardige toepassingen of eventueel als afvalstoffen worden verwijderd, assimileerbaar met vast huishoudelijk afval, in naleving van de geldende normen. Na het verwijderen van de verpakking moet men controleren of het product intact is.
6-INSTALLATIE EN MONTAGE De opslag, de vuilverwerking of eventuele recycling moeten uitgevoerd worden door de eindgebruiker conform de wetten die op dat gebied van kracht zijn. Het monoblok en de bekledingen mogen niet zonder de bijhorende verpakking opgeslagen worden. Plaats de kachel en sluit aan op het rookkanaal. Als de kachel moet aangesloten worden op een afvoerleiding die de achterwand passeert (om het rookkanaal te bereiken), moet men goed opletten dat de opening niet wordt geforceerd.
6-INSTALLATIE EN MONTAGE DEMONTAGE ZIJBEKLEDING Wanneer het nodig is om de zijflank weg te nemen, gaat men als volgt te werk: • Open de deur “P” • Verwijder de twee schroeven “v” aan de voorkant van de kachel • Verwijder de twee schroeven “t” aan de achterkant van de kachel • Neem het paneel “S” weg Ga op dezelfde manier te werk voor het andere paneel.
6-INSTALLATIE EN MONTAGE MONTAGE KERAMIEK/SPEKSTEEN VOORAAN OP DE KACHEL THEMA Neem het frontpaneel (keramiek of speksteen) “G” en laat de haakjes “P”, die zich aan de achterkant van het paneel bevinden, op de schroeven “O” aan de voorkant van de kachel schuiven. Blokkeer vervolgens het paneel op de kachel door de twee schroeven “O” te sluiten via de gaten van het paneel “G”.
6-INSTALLATIE EN MONTAGE PELLET LADEN De vulling met brandstof gebeurt aan de bovenzijde van de kachel door het luikje op te tillen. Giet de pellets langzaam erin zodat ze helemaal naar de bodem van het reservoir zakken. Nooit het beschermrooster wegnemen dat in het reservoir zit. Tijdens het vullen moet vermeden worden dat de zak pellets in aanraking komt met hete oppervlakken. Vul het reservoir uitsluitend met pellets als brandstof, die conform zijn met de eerder vermelde specificaties.
6-INSTALLATIE EN MONTAGE AANBEVELINGEN VÓÓR DE INSCHAKELING ALGEMENE WAARSCHUWINGEN Verwijder alle voorwerpen die vlam kunnen vatten uit de vuurhaard van het product en van het glas (handleiding, diverse stickers en eventueel piepschuim). Controleer of de vuurpot correct geplaatst is en goed op de basis steunt.
7-AFSTANDBEDIENING MAX ALGEMENE KENMERKEN VAN DE LCD-AFSTANDSBEDIENING De afstandsbediening werkt op een zendfrequentie van 434,5MHz. Voed het product als volgt met 3 AAA-batterijen: Verwijder het deksel van het batterijvak door ter hoogte van de pijl erop te drukken en op te tillen. Plaats de batterijen met inachtneming van de correcte polariteit (+) en (-) Sluit het deksel van het batterijvak opnieuw. Wanneer de afstandsbediening wordt gevoed, wordt het scherm van de tijdsinstelling automatisch getoond.
7-AFSTANDBEDIENING MAX WERKING VAN DE AFSTANDSBEDIENING Algemene regels Als toets A1” ingedrukt wordt, wordt het product in- en uitgeschakeld. Met de toets C worden alle wijzigingen uitgevoerd. Toets E dient om deze wijzigingen te bevestigen. Met toets B selecteert men de werkwijze van het toestel. Met toets D navigeert men door de instelling van de VENTILATIE en van de SLEEP.
7-AFSTANDBEDIENING MAX TIMER werkwijze (tekst TIMER): Door deze werkwijze te selecteren, is het mogelijk het product automatisch in en uit te schakelen volgens 6 personaliseerbare tijdzones (P1 – P6).
7-AFSTANDBEDIENING MAX DIVERSE INSTELLINGEN Omgevingsventilatie In alle 4 eerder beschreven werkwijzen is het mogelijk de ventilatie van het vertrek naar goeddunken in te stellen. Het volstaat om deze eenvoudige handeling te volgen: vanuit de basisweergave drukt men op de toets D om naar de afstelling te gaan van de VENTILATIE (afbeelding 6). Nu kunt u met toets C de voorkeurventilatie instellen door een van de 5 beschikbare niveaus te kiezen, onafhankelijk van het niveau van de vlam.
7-AFSTANDBEDIENING MAX SILENT FUNCTIE (SF) Met de functie SILENT kan de kachel de hele nacht op minimumvermogen werken, waardoor de ventilatie van de omgeving kan worden uitgeschakeld. Deze functie is alleen beschikbaar in werkwijze AUTO en MAN (niet in werkwijze TIMER). Dit wordt op de volgende manier ingesteld: bij de afstelling van de VENTILATIE (druk op de toets D), drukt men opnieuw op de toets D en gaat men naar de afstelling van de SLEEP.
7-AFSTANDBEDIENING MAX TIMER-instellingen Weergave tijdzones van de TIMER Om in werkwijze TIMER naar de weergave van de tijdzones te gaan, volstaat het om 2” op de toets D te drukken. Met de toets C kan men vrij de 6 tijdzones doorlopen, om snel de opgeslagen instellingen te controleren (afbeelding 8). Wanneer men op de toets D of A drukt, keert men naar de basisweergave terug.
8-NOODPANEEL Op de zijkant-links achteraan van de kachel bevindt zich het noodbedieningspaneel, dat ontwikkeld is voor het uitvoeren van een diagnose van een eventueel afwijkende werking en nodig voor de controle van de kachel wanneer de afstandsbediening niet werkt. A B C D E F G LEGENDE A - DISPLAY; geeft informatie over de kachel, naast de identificatiecode van een eventuele afwijkende werking.
9-WERKING ELEKTRISCHE AANSLUITING Sluit de voedingskabel eerst aan de achterkant van de kachel aan, en daarna op een stopcontact in de muur. De hoofdschakelaar op de zijkant moet alleen geactiveerd worden om de kachel in te schakelen; zo niet is het aanbevolen de schakelaar uit te laten. Wanneer de kachel niet wordt gebruikt, is het aanbevolen om de voedingskabel van de kachel los te koppelen.
9-WERKING Inschakeing/uitschakelingn via het noodbedieningispaneel Als de afstandsbediening stuk is of de batterijen leeg zijn, kan men de kachel voorlopig in werking stellen via het noodbedieningspaneel op de achterkant. In deze configuratie kan de kachel alleen in de handmatige werkwijze werken, met de mogelijkheid uit 3 vermogenniveaus te kiezen. • INSCHAKELING KACHEL ZONDER AFSTANDSBEDIENING Zet de keuzeschakelaar “D” op ON om de kachel in te schakelen.
10-BEVEILIGINGEN DE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN Het toestel is met de volgende veiligheidsvoorzieningen uitgerust: TEMPERATUURSONDE ROOKGASSEN Meet de temperatuur van de rookgassen en geeft signaal om het product te starten of te stoppen wanneer de temperatuur van de rookgassen onder de vooraf ingestelde waarde daalt.
11-ALARMEN SIGNALERING VAN ALARMEN Wanneer er zich een werkingsstoring voordoet, gaat de kachel over naar uitschakeling wegens alarm en informeert de gebruiker over de aard van het defect dat zich heeft voorgedaan via een code met 3 cijfers, die op het noodpaneel aan de achterkant weergegeven blijft.
11-ALARMEN A11 A12 Defecte pellettoevoer Neem contact op met een erkende assistentiedienst om de vervanging van dit component uit te voeren. De afstandsbediening is langer dan 3 uur buiten het ontvangstbereik van de kachel (of heeft lege batterijen). OPMERKING: alleen in dit geval zal de kachel niet wegens alarm uitgeschakeld worden maar gaat door met werken in de werkwijze die door de afstandsbediening met het laatst verzonden commando ingesteld was.
11-ALARMEN Mechanische blokkering van de kachel De oorzaken van de mechanische blokkering van de kachel kunnen de volgende zijn: • • • Oververhitting van de structuur (“A03”) Oververhitting van de rookgassen (“A04”) Tijdens de werking van de kachel is er een ongecontroleerde ingang van lucht in de verbrandingskamer opgetreden of een verstopping in het rookkanaal (“A05”) De blokkering wordt op het display gesignaleerd en vergezeld van een pieptoon.
12-REINIGINGEN VOORBEELD VAN EEN SCHONE VUURPOT VOORBEELD VAN EEN VUILE VUURPOT OPGEPAST! Alle schoonmaakwerkzaamheden van alle delen moeten uitgevoerd worden wanneer het toestel volledig is afgekoeld en de stekker uit het stopcontact getrokken is. Het product vereist weinig onderhoud als kwaliteitsvolle, gecertificeerde pellets worden gebruikt.
12-REINIGINGEN REINIGING VAN DE LUCHTFILTER Aan de achterkant van de kachel moet op het moment van installatie van de kachel de luchtfilter in metaalgaas worden aangebracht, deze dient om te vermijden dat er vuil in het motorhuis en in de interne sensor terecht komt. Het is aanbevolen om iedere 15/20 dagen te controleren of de filter rein is. Verwijder indien nodig pluisjes of het materiaal dat zich erop heeft afgezet.
12-REINIGINGEN CONTROLE ELKE 2/3 DAGEN Reinig en leeg de aslade “C” en let daarbij op de hete as. De assen mogen enkel verwijderd worden met behulp van een stofzuiger als ze helemaal zijn afgekoeld. In dit geval moet een gepaste stofzuiger gebruikt worden om ook deeltjes van bepaalde afmetingen te kunnen verwijderen. Uw ervaring en de kwaliteit van de pellets zullen de frequentie van de reiniging bepalen. Er wordt hoe dan ook aanbevolen om niet langer dan 2-3 dagen te wachten.
12-REINIGINGEN PERIODIEKE REINIGINGEN OP LAST VAN EEN GESPECIALISEERD TECHNICUS DE ONDERSTE RUIMTE REINIGEN Halverwege het winterseizoen maar vooral op het einde van de winter, moet de ruimte waardoor de rookgassen worden afgevoerd gereinigd worden. Deze reiniging moet verplicht worden uitgevoerd om de algemene afvoer van alle verbrandingsresten te vergemakkelijken, voordat de tijd en de luchtvochtigheid deze samendrukt waarna ze moeilijk te verwijderen zijn.
12-REINIGINGEN V S U BUITENDIENSTSTELLING (einde seizoen) Aan het einde van ieder seizoen wordt aanbevolen om vooraleer het toestel uit te schakelen alle pellets uit het reservoir te verwijderen met behulp van een stofzuiger met lange buis. Tijdens de periode waarin het toestel niet wordt gebruikt, moet men die van het elektrische net loskoppelen. Voor meer veiligheid wordt aanbevolen om de voedingskabel te verwijderen, vooral wanneer er kinderen aanwezig zijn.
12-REINIGINGEN CONTROLE VAN DE INTERNE ONDERDELEN OPGEPAST! De controle van de interne elektromechanische onderdelen mag uitsluitend uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel dat over de technische kennis beschikt betreffende verbranding en elektriciteit. Het is aanbevolen om dit periodiek onderhoud jaarlijks uit te voeren (via een geprogrammeerd contract voor assistentie), voor een visuele controle en de controle van de correcte werking van de interne onderdelen.
13-DEFECTEN/OORZAKEN/OPLOSSINGEN OPGEPAST! Alle reparaties dienen uitsluitend uitgevoerd te worden door een gespecialiseerd technicus wanneer het toestel uitgeschakeld is en de stekker uit het stopcontact getrokken is. STORING MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN De pellets worden niet in de verbrandingskamer gevoerd. Het pelletreservoir is leeg. Vul het pelletreservoir. De toevoerschroef is geblokkeerd door zaagsel. Maak het reservoir leeg en deblokkeer de toevoerschroef door het zaagsel weg te nemen.
13-DEFECTEN/OORZAKEN/OPLOSSINGEN STORING MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN Het toestel werkt enkele minuten en wordt dan uitgeschakeld. De inschakelfase is niet beëindigd. Herhaal de inschakelfase. Tijdelijke onderbreking van de elektrische energie. Wacht tot de automatische herstart plaatsvindt. Rookgaskanaal verstopt. Reinig het rookgaskanaal. Temperatuursondes defect of stuk. Controleer en vervang de sondes. Onvoldoende verbrandingslucht.
13-DEFECTEN/OORZAKEN/OPLOSSINGEN STORING MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN De luchtventilator gaat niet aan. Het toestel heeft de temperatuur niet bereikt. Wachten. De afstandsbediening werkt niet. Batterij van de afstandsbediening leeg. Vervang de batterij. Afstandsbediening defect. Vervang de afstandsbediening. Omgevingsthermostaat op maximumstand. Stel de temperatuur van de thermostaat opnieuw in. Sonde voor temperatuurmeting beschadigd. Controleer de sonde en vervang hem eventueel.
14-ELEKTRONISCHE KAART 12 11 9 2 10 1 3 4 8 7 5 6 LEGENDE BEKABELINGEN MOEDERKAART 1. ENCODER VENTILATOR ROOKGASSEN 8. LUCHTVENTILATOR 2. ENCODER REDUCTIEMOTOR 9. REDUCTIEMOTOR 3. DRUKTRANSDUCTOR 10. ROOKGASVENTILATOR 4. TEMPERATUURSONDE ROOKGASSEN 11. BOUGIE 5. UPDATE SOFTWARE 12. SCHAKELAAR 6. NOODPANEEL 7. THERMOBEVEILIGING RESERVOIR N.B. De elektrische bedradingen van de afzonderlijke onderdelen zijn voorzien van voorbekabelde connectoren waarvan de groottes onderling verschillen.
Via La Croce 8 33074 Vigonovo di Fontanafredda (PN) – ITALIË Telefoon: 0434/599599 aut. antw. Fax: 0434/599598 Internet: www.mcz.it e-mail: info.red@mcz.