Operating Instructions and Installation Instructions

PELLETKACHELS
Hoofdstuk 2
HANDLEIDING VOOR DE INSTALLATIE EN HET GEBRUIK
page 12
Theoretische gegevens voor de installatie Technische dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
2.3. PLAATS VAN INSTALLATIE
Voor een correcte werking en een goede warmteverdeling moet de
kachel worden geïnstalleerd op een plaats, waar de lucht, noodzakelijk
voor de verbranding van de houtkorrels, kan binnen komen
(beschikbaarheid van ongeveer 40 m
3
/uur), conform met de
installatienorm en met de nationaal geldige normen.
Het volume van de plaats mag niet kleiner zijn dan 30 m
3
.
De lucht moet binnenkomen doorheen permanent gebruikte openingen
in de muren (in de nabijheid van de kachel), die uitgeven naar buiten
en een minimum diameter hebben van 100 cm
2
Deze luchttoevoeropeningen moeten zodanig zijn ontworpen dat ze
geen last hebben van obstructies.
De lucht mag ook worden onttrokken uit aangrenzende ruimtes van de te
verluchten ruimte, op voorwaarde dat deze zijn voorzien van een
buitenluchtinlaat en dat zij noch worden gebruikt als slaapkamer, noch als
badkamer, en dat er geen enkel brandgevaar bestaat, zoals bijvoorbeeld in
een garage, een bergplaats voor hout of een opslagplaats van brandbare
materialen, en dit overeenkomstig de geldende voorschriften en normen.
De installatie van de kachel in slaapkamers,
badkamers of plaatsen waarin zich een ander
verwarmingstoestel bevindt zonder zelfstandige
luchtinlaat (schoorsteen, kachel, enz...) is verboden.
Het is verboden de kachel te installeren in een
ruimte, waarin ontploffingsgevaar bestaat.
De vloer van de ruimte, waarop de kachel wordt
geïnstalleerd, moet op adequate wijze worden
aangepast om het gewicht van de kachel op de vloer
te kunnen dragen.
Indien de muren wel van brandbare aard zijn, een ruimte van minimum
5 cm (A) laten tussen de muur en de achterzijde van de kachel, van 10
cm (B) aan de zijkant en 150 cm vooraan.
In de aanwezigheid van bijzonder delicate objecten zoals meubelen,
gordijnen, sofa’s, moeten de afstanden aanzienlijk groter zijn.
In geval van een houten vloer, een vloerplaat
voorzien conform met de geldende normen.
2.4. AANSLUITING OP DE BUITENLUCHTINLAAT
Het is absoluut noodzakelijk dat een hoeveelheid frisse lucht, tenminste
gelijk aan de hoeveelheid, nodig voor de normale verbranding van de
houtkorrels, evenals lucht nodig voor de ventilatie, de ruimte waarin de
kachel is geïnstalleerd kan binnenstromen. Deze luchttoevoer kan worden
verkregen door middel van permanente openingen, die uitgeven naar
buiten en die zijn gemaakt in de muren van de ruimte, of door middel van
individuele of collectieve ventilatiekanalen.
Met dit doel een opening maken in de buitenmuur in de nabijheid van
de kachel met een minimale ongestoorde doorsnede van 100 cm²
(opening met diameter van 12 cm of vierkant van 10 x 10 cm),
beschermd door een rooster aan de binnen- en buitenkant.
De luchtinlaat moet ook:
Rechtstreeks in verbinding staan met de ruimte, waarin de kachel
is geïnstalleerd
Voorbeeld van installatie van een pelletkachel
Voorbeel van installatie van een pelletkachel